SOUVEREINITEITS - OVERDRACHT (I)
Van medio augustus 1945 af tot 27 december 1949 heeft de Republiek Indonesia
festreden voor haar onafhankelijkheid en eindelijk op 27 december 1949 had zij
aar doel bereikt.
Het Nederlandse gezag had opgehouden te bestaan, een voortreffelijk corps van
bestuursambtenaren keerde naar huis terug, was overbodig geworden. Tragisch
gebeuren.
Toch kwam deze gebeurtenis niet geheel onverwacht, men kan nu eenmaal de
tijd niet stil laten staan door de wijzers van welk uurwerk dan ook vast te houden.
De zon komt evengoed weer op en gaat met dezelfde zekerheid weer onder.
Het hiernevensgaand opstel Is een
kopie van een verslag van de schrij
ver ten behoeve van Oorlogsdocu
mentatie. De schrijver benadert de
souvereiniteitsoverdracht vanuit een
andere instelling dan velen onzer. Hij
was mentaal voorbereid op de ra
dicale verandering van eind 1949. Wij
hebben het daarom ondanks de leng
te onverkort opgenomen.
Reeds tientallen jaren was het binnen
lands bestuur er op ingesteld dat bin
nen afzienbare tijd Indonesië (al was
die naam nog niet populair) geregeerd
zou worden door de zonen van het ei
gen volk, daartoe degelijk opgeleid
door onderwijsinstellingen op Java,
aanvankelijk wellicht ook nog in Leiden
of Utrecht.
In de twintiger jaren werden verschei
dene functies op het gebied van de
gezondheidsdienst, landbouw, veeart
senij e.d. reeds door, wat wij nu noe
men, Indonesiërs vervuld.
Voor de uit Nederland afkomstige be
stuursambtenaren was het geen ge
makkelijke opgave enerzijds het Neder
lands gezag te handhaven en ander
zijds toe te werken naar het steeds
meer uit handen geven van de teugels
van het bestuur aan inheemse krach
ten. Het proces verlangde tijd om e.e.a.
in aller belang zo soepel mogelijk te
doen verlopen. Het vereiste veel tact
om eigen positie te handhaven en toch
de richting in te slaan van zelfbestuur.
Daarbij werd veel kennis van land en
volk gevraagd, een Javaan was anders
ingesteld dan een Papoea, een Dajak
weer anders dan een Atjeher en zo
kan men doorgaan.
Het overdragen van de souvereiniteit
was derhalve geen gebeurtenis, die
onvoorzien was, doch door de oorlog
met Japan was het tijdstip van over
dracht door allerlei omstandigheden
explosief tot stand gekomen. Men ging
van de eerste versnelling meteen over
op de vierde en dan ontstaan schok
ken. En dat is niet in het belang ge
weest van welke partij dan ook.
Voor mij ligt een uit de krant geknipte
foto, die een overzicht laat zien van de
gebeurtenis der overdracht in een gro
te zaal van het koninklijk paleis te Am
sterdam met talrijke plechtig in het
zwart geklede overheidsdienaren, zit
tend in dubbele rijen lang de lijnen van
een ellips, met als hoofdpersonen Hare
Majesteit de Koningin en de vertegen
woordigers van de Republiek Indone
sië: Vice-President Moh. Hatta en zijn
staf. Bij de plechtige overdracht op het
hoogste niveau werd nog een toekomst
van een samengaan van Nederland en
Indonesië uitgestippeld, wellicht goed
bedoeld, doch waarvan helaas weinig
is gerealiseerd.
Het voorgaande is slechts bedoeld als
een korte herinnering aan wat er zich
op hoog niveau, voor het oog van de
door J. BALT
wereld, heeft afgespeeld; veelvuldig en
breedvoerig in allerlei boeken en tijd
schriften van die tijd beschreven.
Maar er was nog een andere souverei-
niteits-overdracht; voor de kleine man
over zee, betekende de overdracht dat
hij nu de Merdeka had gekregen, Mer-
deka, de vrijheid na overheersing en
bezetting. Hoe onderging de eenvou
dige Javaan, Madoerees, Boeginees,
Batak, Minangkabauer etc. etc. nu
deze verandering? In de kampong, de
sa en andere dorpsgemeenschappen
was ook wat veranderd, de dorpshoof
den hadden nu verantwoording af te
leggen aan een niet-Nederlandse be
stuursambtenaar, zetelend in een nabij
gelegen grote plaats, waar vroeger een
gezaghebber, controleur, assistent-re
sident enz. de bestuurlijke functies had
vervuld.
In de twintiger jaren als nieuweling uit
komend (op Java heette zo n man een
"baroe" op Deli een singké) ontmoette
men een oudere generatie, mensen die
na zes jaren dienst al een keer met
Europees verlof waren geweest. Onder
hen waren velen, die het optreden van
het toenmalige binnenlands bestuur
"te ethisch" vonden, niet begrijpend
dat we een nieuwe tijd tegemoet gin
gen, gepaard gaande met een streven,
dat niet meer geremd kon worden en
dat om aanpassing vroeg, zowel van
belang voor het toenmalige Indië als
voor het moederland.
Na de politionele acties had het Ne
derlandse leger in 1947 uitgebreide
gebieden van het vroegere Indië weer
onder controle gekregen en mij beper
kend tot Sumatra's Oostkust: na de
totstandkoming van orde en rust werd
terstond op grote schaal begonnen
aan de rehabilitatie van de vele on
dernemingen en fabrieken, teneinde
de schade te herstellen veroorzaakt
door vernielingen van het terugtrek
kende Indonesische leger (verschroei
de aarde). Tot aan de souvereiniteits
overdracht werd dit werk nog bemoei
lijkt door zwervende gewapende ben
den, restanten van een door het Japan
se leger opgeleid hulpleger, gerecru-
teerd uit de plaatselijke bevolking en
dat bij de overgave door Japan het bos
in werd gestuurd en ook moest eten;
daartoe rovende door het land trok.
In de tweede helft van 1947 had het
Nederlandse leger vanuit Padang zuid
waarts trekkend ook Midden-Sumatra
onder beheer gebracht en werd ik in
de gelegenheid gesteld weer het be
heer op te nemen van een landbouw
onderneming liggend op de zuidhelling
van de nog werkende hoogste vulkaan
van Indonesië: de Piek van Kerintji
(naam van het gewest) 3810 m. hoog.
Op genoemde onderneming was nog
een Javaanse bevolking van 10.000
zielen aanwezig, wachtende op de te
rugkeer van het vóóroorlogse Neder
landse personeel. De terugkerende
Europese staf betekende voor de Ja
vaanse bevolking distributie van rijst,
textiel, medicijnen, kortom de voorzie
ning van alle dagelijkse levensbehoef
ten zoals die vóór de oorlog gebruike
lijk was, en die ze in de afgelopen ja-
jaren vaak hadden moeten ontberen.
De vier jaren "Repoeblik" hadden hun
geen welvaart gebracht.
Onder bescherming van een kleine le
gerpatrouille werden wij - een gezel
schap nog maar bestaande uit 6 Neder
landse mannen, van wie er maar één
vóór de oorlog op deze onderneming
had gewerkt - naar het centraal em
placement van de genoemde onder
neming gebracht. Alle vóór-oorlogse
woningen van het Europees personeel
waren verbrand, de fabriek zwaar be
schadigd, de school verbrand, het on
dernemingskantoor idem en ook het
ziekenhuis was als brandoffer geval
len. Verschroeide aarde, toegepast
door het weggetrokken Indonesische
leger. Zinloze vernieling, waarbij men
ook in eigen vlees gesneden had.
Na 6 jaren afwezigheid arriveerden wij
op 22 juli 1949 op het centraal empla
cement, de bevolking stroomde naar
ons toe, maar laat ik daar verder over
zwijgen, de hier te lande bestaande po
litieke groeperingen, die alleen maar
konden denken in termen: koloniale
uitbuiters en koeliedrijvers en vermoe
delijk dit land onder de evenaar nooit
hadden gezien, zouden de beschrijving
van de daadwerkelijke ontvangst, die
ons te beurt viel, toch niet mogen ge
loven en waarom zal ik hen het leven
moeilijk maken?
Het eerste probleem waar we terstond
mee geconfronteerd werden was het
grote aantal kleine kinderen, die af
schuwelijke gezichtswonden vertoon
den, ontstaan door besmetting met
framboesia, een zusje van de lepra.
Van de volwassenen zaten honderden
onder de schurft (scabies), en voor de
Javaan, die van nature erg zindelijk op
zijn lichaam is, gaf dit een gevoel van
schaamte.
Toen het tijdstip van de souvereiniteits-
(lees verder volgende pagina)
20