Een Wijs Oordeel LANG LEVE HET BRUIDSPAAR 7 Januari 1937, Prinses Juliana trouwde met Prins Bernhard en duizenden kinderen en volwassenen brachten het Bruidspaar een aubade voor het Paleis op het Koningsplein in Batavia. Zo klein als je was, je eerste franse woord leerde je al vroeg: aubade. Het had te maken met zingen in lichte feestkleding voor een jarige Vorstin. Koningin, een overbekend begrip voor een onbekende Vrouw die je nooit gezien had en zou zien. En nu trouwde haar dochter met een Duitse prins. Dat werd 3 dagen feest, met volksspelen op de aloon-aloons in geheel Nederands-lndië, vuurwerk, erepoorten, optochten, wedstrijden en slamatans. Heel bijzondere toneel- en muziekuitvoeringen en dansfeesten. Stond u daar ook op het veld voor het Paleis of buiten het hek? Links op de foto de Nederlandse schooljeugd, rechts van het spreek/dirigeerplatform de inheemse jeugd. Op de originele en veel grotere foto (die u op de redactie kunt bekijken als u wilt) staat links op het bord, door twee padvinders omhoog gehouden "Diam", terwijl rechts "Stilte" te lezen is, aanwijzingen die afwisselend werden gehanteerd bij het wisselen van dirigent, want er werden Nederlandse en Indonesische liederen gezongen. De zon scheen op die dag. De zon scheen altijd in ons tempo doeloe. door B. R. A. P. Djajadiningrat In een zekere kampong waren drie huizen naast elkaar gebouwd. Ze stonden zelfs heel dicht naast elkaar. Maar het hinderde niet, want de bewoners gingen zo prettig met elkaar om, dat er nooit verschil van mening onstond. En alle be woners waren even bereidwillig om elkaar te helpen als het eens nodig was. Maar helaas, aan deze idylle kwam een einde. De bewoner van het eerste huisje plantte op zekere dag een klimplant. Deze plant zou een mooie versiering zijn voor het huis en ze zou ook koel te geven. Bovendien groeiden er ook mooie vruchten aan, de labu, een soort meloen, die heel lekker was. De bewoners van de andere huizen vonden het eerst wel aardig staan, maar al spoedig bemerkten zij, dat ze last van de plant zouden krijgen, want daar de daken van atap waren, kon het gebeuren dat de zware vruchten van de klimplant door het lichte dak heen vielen. Maar ze zeiden eerst niets. Ze hadden altijd in vrede met elkaar geleefd en het zou jammer zijn om de rust te verstoren. Waar ze bang voor waren gebeurde. De klimplant groeide zo welig, dat ze over het tweede huisje kroop en toen over het derde huisje. En wat de zaak erger maakte, een van de eerste vruch ten zakte door het dak van het derde huisje en vernielde het atapen dak. "Weet je wat?" dacht de bewoner van het derde huis, "die vrucht behoort mij toe. Alles wat aan mijn kant komt, is volgens de wet mijn eigendom." Dus plukte hij de vrucht en sneed hem open. Wie beschreef zijn verbazing toen er uit de vrucht een kindje kwam.! "Wat een geluk", dacht de man, "een kind, het grootste geschenk, dat ie mand zich kan voorstellen." Hij rende naar zijn buurman, toonde zijn vondst en zeide: "kijk eens wat ik in de vrucht vond, die door mijn dak heenzakte." "Neen maar, een kind" riep de buur man verrast uit. "O, geef het mij!" "Jou, hoe kom je erbij? Die plant heeft toch mijn dak stukgemaakt?" "Het mijne zeker niet? Zo'n groot gat is in mijn dak gekomen, kom maar eens kijken." "Weet je wat, wij zullen naar onze buurman gaan, die de labu geplant heeft. Hij moet ons deze labu en het kind afstaan en dan zullen wij erom loten." Maar ook de man, die de labu geplant had, was dolblij toen hij het kindje zag. Hij zei dadelijk" O, dat is van mij. Ik heb toch de labu geplant?" Alle drie wilden ze het kind hebben en nie mand wilde het afstaan. Eindelijk be dacht een van hen: "weet je wat? Wij zullen naar de koning gaan en zijn raad vragen." Zo gingen zij dus naar de koning. Maar de koning kon niet da delijk beslissen. Hij begreep heel goed, dat ze alle drie het kind wilden hebben, maar natuurlijk, alleen één persoon kon het hebben. Eindelijk zei hij: "Ik zal mijn Abunawas laten halen. Van hem zeggen de mensen dat hij heel slim, heel eerlijk en heel wijs is." Toen de oude raadsheer binnen kwam, toonden ze hem het kind en vertelden wat er aan de hand was. Ook Abuna was dacht lang na en toen zei hij: "Hij die het kind gevonden heeft, moet de vader zijn. De man van het huis, dat door de plant beschadigd is, moet de oom zijn. En de man, die de eigenaar van de plant is, moet de grootvader zijn." De man, die aangewezen werd als de grootvader, was daarmee niet tevre-' den. En de man, die de oom moest wezen evenmin. Zij bleven twisten. Alleen hij, die het kindje gevonden had, was tevreden en beloofde het kind op te voeden, als ware het zijn vleselijke afstammeling. Toen zei de Abunawas: "Hem zal het kind toebehoren, die genoeg opoffe rende liefde getoond heeft om het kind veel te geven. Hij alleen is de echte vader. En de beide anderen zullen niet de minste rechten hebben." Toen stond de koning op en zeide: "Mijn Abunawas spreekt hiermee ook mijn gevoelens uit. Hem zal het kindje toe behoren, wien geen opoffering te groot is en dus de echte vaderliefde heeft." Heel gelukkig nam de man het hem toegewezen kindje en de andere twee mannen verlieten beschaamd het pa leis van de koning. 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 5