Activiteiten Stichting Peutjut-Fonds te Kota Radja in maart 1979 Herbegrafenis luit.-kol. J. J. Roeps R.M.W.O. 3 op 10 maart 1979. Overste Johan Jacob Roeps ontving zijn officiers-opleiding in O. Indië en werd 12 augustus 1823 benoemd tot 2de luit. der Infanterie. Hij nam deel aan de veldtocht in Celebes (1824-25), waarbij hij zich reeds onderscheidde. Daarna volgde de Java-oorlog (1825- '30). Bij keuze werd hij Kapitein en ontving de M.W.O. 4. In 1831 werd hij als jong kapitein be noemd tot Ridder in de Ned. Leeuw. In 1830 met verlof in Nederland ver toevend, nam hij in Zeeuws-Vlaande- ren deel aan de krijgsverrichtingen in België, wat hem een bevordering tot Ridder M.W.O. 3e kl. en het Metalen Kruis opleverde. Bij een gevecht in de omgeving van Baros werd hij op 23 maart 1840 op 35 jarige leeftijd dodelijk gewond. Op 5 maart 1979 kwam het stoffelijk overschot met medewerking van het Bestuur van Midden-Tapanoeli te Kota Radja aan en werd met toestemming van de Gouverneur van Atjeh Prof. A. Madjid Ibrahim op Peutjut begraven. (10 maart 1979). Bij de plechtigheid waren verscheidene autoriteiten aan wezig. Het geheel had een kort, maar plechtig verloop. Overdracht embleem van het Regiment van Heutsz op 12 maart 1979 te Kota Radja. Na een voorafgaand verzoek hiertoe was secr.-penn. te 11.00 uur op het Stafkwartier (oude Pastoor Verbraak- school). Na een inleidend gesprek hield secr.-penn. een rede, waarbij de huidige functie van het Regiment van Heutsz in Nederland werd uiteengezet en bij welk Regt. de K.N.I.L. traditie nog steeds wordt gehandhaafd. Na deze rede werd het embleem en de kleurenfoto van de vaandelwacht aan de Panglima, de brig.-generaal T.N.I. R.A. Saleh overhandigd, die zeer geinteresseerd was en enkele vragen stelde. Hierna ontving secr.-penn. het even fraaie embleem van het Regt. Iskandar Muda met olifanten kop en de zin spreuk van de vroegere Sultan Iskan dar Muda (1607-1636): Udep saree ma- tee syahid: tezamen leven, sterven voor het geloof, (de Islam). De gene raal Saleh is afkomstig uit W. Java en spreekt zeer goed Nederlands. Het Links: Het nieuwe monument van Generaal J. H. R. Kohier. Rechts: De Ambassadeur en Mevrouw Renardel de Lavalette betreden Peutjut, bij hun bezoek op 12 maart jl. (foto's: BRENDGEN) SEPET In ieder Indisch huis kon je het vinden, het moest er gewoon zijn, het bekende bakje voor de afwas. Het bestond onveranderlijk uit een leeg blikje van grote sardines, tjap HERRING, ovaal van vorm, met daarin een plukje sepet (de vezels van de klapperbast) en een dun plakje waszeep, tjap SUNLIGHT. Baboe zorgde er wel voor dat dit on misbare huishoudelijke artikel er kwam. Het werd gebruikt voor de afwas; voor het kraakhelder schuren van alle pantjies en pengorengans, voor de sodets en de iroes, en voor al het servieswerk en tafelbestek, wat ontvangen embleem is bereids opge zonden naar de Cdt. van het Regt. van Heutsz te 's-Hertogenbosch. Bezoek Nederlandse Ambassadeur aan Kota Radja van 12 t/m 14 maart 1979. Op 12 maart 1979 te 16.30 uur arriveer den de Ambassadeur en Mevrouw Re nardel de Lavalette op Peutjut, bege leid door de secretaris van de Gouver neur, de heer Oesman Effendi. De secr.-penn. geleidde het gezel schap naar het nieuwe Monument Kohier, waarop de marmeren platen van het oude monument (ex-Tanah Abang) zijn aangebracht. Ook het Ma- réchaussée Monument, Mon. Pel en dat van Gouv. van Aken werd bezocht. Hierna begaf het hoge gezelschap zich naar het Atjeh Museum en de voorma lige Europese school te Peniti (nu ba sis school), waar de Ambassadeur school is gegaan. Op 13 maart bracht de Ambassadeur beleefdheidsbezoeken aan de autori teiten. Des middags werd de Universi teit Syiah Kuala bezocht en het strand van Lho' Nga. Te 19.30 uur was er een ontvangst door de Gouverneur ge volgd door een gezamenlijke maaltijd. Op 14 maart des middags vertrok het gezelschap onder grote belangstelling van Blang Bintang. J. H. J. BRENDGEN Secr.-penn. Peutjut-Fonds gewoonlijk niet zoveel voorstelde. Naast de grote waterbak, met zijn ba- tokschep, stond het ovale blikje op de grond, voor ieder, die er maar gebruik van wilde maken, ja, op de grond, want het werd uitsluitend in hurkende hou ding benut, ook door de toean, wan neer die, na een vuil karweitje, zijn besmeurde handen wilde reinigen. Niets was daar zo afdoende voor, want in reinigingskwaliteiten kon de oude sepet de vergelijking doorstaan met alle hedendaagse middeltjes, ook al word je daar een haartje betoeterd van D.A.V. Een uniek 5x per jaar verschij nend blad, met foto's, tekeningen en verhalen van toen, het KNIL en Indië van en voor oud-KNIL artilleristen en geinteresseerden. Abonnement 25,per jaar. Giro: 32 34 509 t.n.v.: Redaktie STABELAN Halleyweg 16 3318 CM Dordrecht tel. 078-7 04 09 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 8