'De gloeiende wolk' Vulkaan wachters proberen voor erupties te waarschuwen van een ceremonie helpt het houden leder dorp in het bergland van Java ziet er zo uit: huisjes met schuine daken en pisangbomen rond schoon aangeveegde erven die uit kale aarde bestaan Het is er koel. Glimlachende kinderen met grote ogen. Kakelende kippen schar relen er gewoon rond. Men zou niet denken dat er aan deze plaats iets bijzon ders is als men niet toevallig ter plaatse was tijdens een vulkanische uitbarsting. Krindjing ligt op vier mijl beneden de vlammende zwavelkrater van de Me- rapi, die Indonesië's meest actieve vulkaan is. Elk jaar barst de Merapi uit en stoot dan - wat vulkanologen noe men - "gloeiende wolken" uit, een mengsel van gassen en fijne as dat met een snelheid van 200 mijl per uur de berghellingen af komt en dat een hitte heeft van 750 graden, alles ver zengend wat het op zijn weg vindt. Een voetnoot bij de vulkanologische gevarenkaart van de Merapi vermeldt dat er absoluut niets tegen te doen is, behalve uit te zien naar mogelijke overlevenden bij de grens van de vuur stroom. Talrijke uitbarstingen. In 1006 doodde de Merapi de Hindoe koning Dharmawangsa en bedolf de Burubudur onder een dikke aslaag. Sinds de 20-er jaren van de 19e eeuw bracht de Merapi 23 maal dood en verderf. In 1969 vluchtten 5000 dorps bewoners en werden er 115 vierkante mijl rondom de krater afgezet als "ver boden zone", ledereen kreeg het be vel dit gebied te verlaten. Bij de laat ste telling in 1972 woonden hier nog 40.000 mensen en velen van hen zijn er nog steeds. Krindjing ligt dichter bij de krater van de Merapi dan enig an der dorp, maar niemand maakt haast met verhuizen. "Wij hebben ons ge loof zegt Sastro terwijl hij een lading veevoer op de grond zet. "Ook al ver nietigt een vuurwolk de hele graan oogst, de toekomstige oogst zal vele malen groter zijn. Onze voorouders, die in de berg wonen, vernietigen niet alleen maar geven ook weer overvloe dig terug". Een gevolg van de vulkanische uitbar stingen is, dat de Indonesiërs beschik ken over een van de vruchtbaarste landbouwgebieden ter wereld. Daar door hebben ze echter enige van de zwaarste rampen uit de geschiedenis te verduren gehad. In 1815 doodde een regen van stenen en as uit de Tambora 12.000 mensen, bij de daarop volgende hongersnood kwamen 80.000 mensen om. In 1883 veroorzaakte de uitbarsting van de Krakatau een vloedgolf, waarbij 36.000 mensen omkwamen. In 1919 lie ten 5100 mensen het leven toen 124 miljoen kubieke voet water uit het kra- termeer van de Kelut stroomde. De Indonesiërs hebben goede redenen om te geloven dat zowel welwillende als wraakzuchtige goden de "vuurbergen" bewonen. 22 Een dodelijke vluchtweg. Indonesië heeft het grootste aantal werkende vulkanen: 128. Japan komt met 72 op de tweede plaats. Jaarlijks barsten er 10 vulkanen uit. Sedert drie mensen in 1969 op de Merapi de dood vonden, zijn er gedurende een tiental jaren geen slachtoffers meer gevallen tot 21 februari jl. Op die datum had er op de Diëng, een nevelachtig berg plateau van 6000 voet hoog dat over dekt is met sissende kraters, in de nacht een eruptie plaats. De dorps bewoners werden wakker en wilden de vlucht nemen, weg van de krater. Sommigen namen een kortere weg door een dal, waar ze echter een wolk De Merapi van dodelijk gas tegemoet liepen ten gevolge waarvan 149 van hen ter plaatse omkwamen. Een paar dagen later begonnen de Merapi en de Kelut zich onheilspellend te roeren, en President Soeharto liet met het oog op de dreigende uitbar stingen een waarschuwing uitgaan. Het dreigende gevaar was het begin van een gespannen periode, die het voorspel was van een van die zenuw slopende gebeurtenissen die Indone sië kent, namelijk "De Grote Offerce remonie aan de Elf Beschermgeesten". Deze ceremonie moet eenmaal per eeuw plaatsvinden op de vulkaan de Agung op Bali. Voor de laatste maal werd ze in 1963 gehouden, maar toen was het tijdstip blijkbaar verkeerd ge kozen. Voordat de ceremonie goed en wel was begonnen, barstte de Agung uit en vonden 2300 mensen de dood. Nog geen twee jaar later kwam de In donesische regering tot "uitbarsting" Dit artikel van de hand van Barry Newman verscheen in The Wall Street Journal van 23 mei 1979 en werd door ons vertaald. Vaak worden onze redactie kranten knipsels met goede artikelen over Indonesië van buitenlandse journalisten toegezonden, waar uit blijkt met hoeveel begrip men kan schrijven over zaken die werkelijk bij het volk leven en dat men ook afstand weet te nemen van politiek-economische problemen. - Red. Moesson. bij een mislukte poging tot een staats greep, waarbij veel bloed werd ver goten. Mystieken op Bali zeiden dat er ver band bestond tussen deze gebeurte nissen: de goden waren nog altijd vertoornd wegens het verkeerd geko zen tijdstip van de ceremonie. Daarom werd de ceremonie op 29 maart jl nogmaals gehouden, vermoedelijk na dat men de kalender beter had ge raadpleegd! President Soeharto en zijn ministers waren daarbij aanwezig. Bij deze ceremonie werden 80 dieren ge offerd. Tot ieders opluchting hielden de goden van de Agung zich nu rustig. Niemand ergert zich meer over zulke gebeurtenissen dan de vulkaanwach ters van Indonesië. Er zijn er 70 en zij wonen op geïsoleerde stations op de hoogste hellingen van 25 dreigende vulkanen. De vulkaanwachters moeten alarm slaan als er erupties op komst zijn. Zij controleren de "tilt meters" en seismografen en dalen gekleed in asbestpakken af in de kraters om de temperatuur van het water en de gas sen te meten. Het is een onvolmaakte wetenschap. "Een kwestie van afwachten", "hoe warmer het wordt, des te meer zorgen maak je je", zegt Johannes Matahelumal, die al een tiental jaren aan het hoofd staat van het corps. "Soms gebeurt er iets, soms ook niets." Het belangrijkste is om be vriend te raken met de berg. Zelfs met instrumenten is een vreemde niet in staat iets te voorspellen. Elke berg heeft zijn stemmingen". Er zijn zes observatieposten op de Merapi. De dichtst bij de krater ge legen post wordt Badadan genoemd. Het is een klein gepleisterd huis even beneden de boomgrens, ongeveer an derhalve kilometer boven Krindjing. Aan het hoofd van de observatiepost staat Sugiyono Himawan Susatyo, een man van 28 jaar met een pen in het zakje van zijn gesteven blauwe over hemd. Terwijl hij het huis uitkomt om de bezoeker te begroeten, trekt de nevel voor een ogenblik op en komt de zwartkleurige top van de berg, die daar recht boven ligt, te voorschijn. Het is rustig", zegt de heer Sugiyono, "we wachten maar af". Een hand-zwengel sirene staat op de (lees verder volgende pagina onderaan)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 22