Tong 'Tong TraveL
Vlieg er eens uit met
MOESSON is géén Tong-Tong
STICHTING TONG TONG
CELEBESSTRAAT 62, 2585 TM DEN HAAG
TELEFOON 070-55 77 77
Vliegretour Amsterdam-Jakarta (of Medan)f 1.925
(rechtstreeks of met overstappen in Singapore)
Stopovermogelijkheden in Singapore vanaf f 24,— p.p. per nacht, incl. ontbijt,
transfer vliegveld-hotel en terug, sightseeing.
Hotelarrangementen in Jakarta vanaf f 43,— p.p. per nacht, incl. ontbijt, transfer
vliegveld-hotel en terug, sightseeing.
mogenjk°UrS L°S An9e,es' New York en andere bestemmingen ook
NADERE INLICHTINGEN EN/OF FOLDERS: TELEFOON 070-55 77 77
Op zondag 16 december 1979 starten twee Tong Tonq reizen in
samenwerking met de ANWB:
TT-1: TONG TONG "KER.STREIS", een 24 daagse reis naar
Java, Bali, Sumatra en Singapore, inclusief logies/ontbijt,
excursies, reisbegeleiding, plaatselijke gidsen, etc. 3.534,
TT-2: TONG TONG 'AMBONREIS", Amsterdam-Jakarta-
Ambon en terug, met zowel op de heen- als op de terug
reis één overnachting in Jakarta (Hotel Sahid Jaya)-
aankomst op Ambon: 18 december 1979, terugkomst in
Amsterdam: 15 januari 1980;
totaalprijs inclusief hotel Sahid Jaya2 750
kers. Bovendien zijn zij het enige volk
ter wereld, dat op zijn vingers ver
menigvuldigingen kan uitvoeren tot
aan het getal 100. Men mag hier ge
voeglijk spreken van een bepaalde
wiskundige aanleg.
Het animo van de Samosir-Bataks om
op de onderneming Sidamanik te wer
ken nam nog steeds toe, een tweede
afdeling werd langzaam aan geheel
bevolkt met Tobanezen. In 1936 waren
op de onderneming rond 1600 Toba
nezen werkzaam, waartegen een ge
lijk aantal als arbeidsreserve op Sa-
mosir aanwezig was. Een maatschap
pelijke scheve toestand was, dat ge
durende de eerste jaren uitsluitend
mannen en jongens te werk waren ge
steld. Vrouwen en meisjes waren een
voudig niet van Samosir los te weken.
Aan de overzijde van de weg van Sim
pang Raja naar Tigaras, langs welke
weg de onderneming Sidamanik zich
uitstrekte, laq een onafzienbare alang-
alang vlakte. In latere jaren vóór de
tweede wereldoorlog begonnen enke
le Samosir-Bataks daar schoorvoetend
huizen te bouwen. Zij verlieten hun
woonplaats op Samosir en bonden zich
geheel en al aan de onderneming, ver
huisden hun vrouwen en kinderen naar
Sidamanik. Langzaam aan ontstond zo
aan de grens van de onderneming een
kampong met werkvolk, dat permanent
beschikbaar was en niet meer veel
vuldig naar Samosir terugkeerde.
Halfmaandelijks ontvingen zij een rijst-
rantsoen voor het gehele gezin, zoals
dat altijd al gebruikelijk was geweest
voor het Javaanse werkvolk.
Teneinde ook de geestelijke verzor
ging tot haar recht te laten komen,
26
werd een pendita (inheemse dominee)
in dienst genomen. Wij hoopten op die
wijze ook de hygiëne te kunnen ver
beteren, doch dit werd een fiasco.
En zo was vóór het uitbreken der oor
log een normale toestand ontstaan.
Alle betrokken partijen waren tevreden
met de gang van zaken.
Vanzelfsprekend ontging dit niet aan
de beheerders van naburige onderne
mingen, toebehorend aan andere maat
schappijen. Een ruim verbreid vóór
oordeel moest eerst overwonnen wor
den. Toch was van verloop naar ande
re ondernemingen weinig te bemerken.
Sidamanik was de eerste geweest,
had het vertrouwen van de Tobanezen
gewonnen; zij hadden zich op Sida
manik gevestigd en hadden geen be
hoefte aan nieuwe experimenten.
Door de Japanse bezetting stortte het
gehele ondernemingsbedrijf als een
kaartenhuis inéén. Gedurende vele
jaren groeiden de thee-heesters on
gestoord uit tot een gemiddelde hoog
te van rond 16 meter, de gehele on
derneming was thee-oerbos geworden.
In november 1947 was op Sumatra's
Oostkust de rust en orde dusdanig
door het Nederlandse leger hersteld,
dat met de wederopbouw van de on
dernemingen kon worden begonnen.
Achtereenvolgens brachten wij dag na
dag een bezoek aan één der acht af
delingen om de schade te beoordelen
en de situatie te verkennen.
Zo kwam ook op een dag de afdeling
langs de weg Simpang Raja-Tiga Ras
aan de beurt, de afdeling waar dus
vóór de oorlog de Batak-invasie be
gonnen was. Met ons drieën namen wij
het woonemplacement in ogenschouw
Nog steeds willen velen de naam
Tong-Tong verbinden aan Moesson of
omgekeerd. Of u het nu betreurt of
niet, het blijft een realiteit, dat alles
wat onder de naam "Tong-Tong" ge
beurt, NIETS meer te maken heeft met
de activiteiten van Moesson of de
Tjalie Robinson B.V.
Met "Tong-Tong Travel" hebben wij
geen enkele bemoeienis, het is een
neven-bedrijf van de Stichting Tong-
Tong, die de pasar malam in Den Haag
organiseert.
Zo zult u de naam Tong-Tong wel meer
zien opduiken. In Zuid-Australië noemt
een Verenigingsblad zich ook Tong-
Tong. Compleet onze naam, plus em
bleem, motto, het wajang-popje "over
genomen" (net woord) zonder dat het
ook maar iets te maken heeft met onze
oude Tong-Tong. In Amsterdam ver
schijnt een buurtblaadje onder de naam
"Tong-Tong". Een 100% Hollands kran
tje, dat zich alleen bezig houdt met
buurtbelangen, huren, prijsstijgingen,
etc. etc.
Misschien komen er nog patatkramen,
saunabaden, dansscholen, judoclubs
onder de naam Tong-Tong, denkt u
alstublieft niet, dat Moesson er iets
mee te maken heeft. "Moesson" is
Moesson en Tong-Tong is al gerui
me tijd "zomaar een naam", die overal
op past. Dat is ook de reden, dat wij
er afstand van deden. q
en kwamen uiteindelijk bij de kampong,
die vóór de oorlog door de Tobanezen
zelf was gebouwd.
Vanuit de huizen kwamen vrouwen en
kinderen aansnellen om ons te begroe
ten en de vreugde van het weerzien
was dermate uitbundig, dat ik de in
druk kreeg, dat een enkeling aanstal
ten maakte om me te omhelzen. Maar
voorzichtig hield ik de boot af, want
de meesten hadden een siripruim in
hun mond, gedeeltelijk naar buiten
stekend tussen de tanden en de lippen.
Een teleurstelling was het bericht, dat
onze vroegere leider, Palatang, de be
langrijke figuur in het Batak-gebeuren,
gedurende de Japanse bezetting was
vermoord. Hem werd verweten, dat hij
met de Nederlanders had samenge
werkt. (kaki-tangan-belanda)
Vrijwel terstond kon begonnen worden
met het op dreef brengen van het
ondernemingswerk, nagenoeg het ge
hele vóóroorlogse werkvolkbestand
meldde zich aan en was blij met de
hervatting van het werk. Er werd weer
rijst verstrekt aan alle gezinnen, loon
was weer in uitzicht en er bestond een
schreeuwende behoefte aan kleding.
In dit alles konden wij voorzien.
Als experiment begonnen, was het
werken met Tobanezen in de loop der
jaren uitgegroeid tot een hechte or
ganisatie, waarin alle jaren van Japan
se bezetting en alle extremistische ac
tiviteiten nauwelijks hiaten hadden
kunnen slaan. Het geeft veel voldoe
ning dat te constateren. De Tobanees:
hij kwam, hij zag en hij overwon.