ZO IS MAGELANG NU! Wie eenmaal zijn jeugd in Magelang heeft doorgebracht, zoals ondergetekende, zal deze stad in de Kedoe niet licht meer vergeten. Voor de tweede maal heb ik weer alles opgezocht, wat me aan vroeger deed denken. Zo ook de paar Oud- Steurtjes, die er nog verblijven en die tot mijn vriendenkring behoren En dan denk ik weer aan hun pleegvader en pleegmoeder en de kleine juffrouw Otto en aan oom Closier, de vroegere ordebewaker bij pa. Weer heb ik de kali Progo opgezocht met het schitterende uitzicht op de Soembing, dat is om nooit te vergeten. Ook nu weer heb ik gewandeld vanaf de driesprong waar vroeger de Alham- bra bioscoop stond - nu verdwenen - de weg naar Botton tot aan de tweede plengkoeng met daarboven de dijk met het aquaduct. Vanaf die dijk heb ik een uitzicht op Botton en heb ik neergeblikt op onze oude Mulo. On willekeurig dacht ik aan onze oude le raren, zoals Jacometti, Jonkman, Bijlo, Hovink, Baart, juffrouw van Mens en mevrouw van Griethuizen en aan Pille, die toen onze Directeur was. Dat was allemaal in de eerste helft der twinti ger jaren. Aan de andere kant van de dijk keek ik op de hoofdweg die door Magelang loopt. Gemakkelijk herkenbaar waren het huis van fietsenhandelaar van Oordt, toko Hesselink, de officiers woningen aan de overkant, alle weer door militairen bewoond. Iets verder het vroegere hotel Centrum, waar eens moeder Elenbaas het beheer voerde. Vlak daarnaast staat nu het nieuwe gebouw van de bank Negara Indonesia. Verderop het klooster, waar men bezig was met restauratie-werk zaamheden. Vlak daarnaast toko van Eijck, ook in de steigers. Ik herkende hotel Loze, erg verwaar loosd. Het postkantoor was opnieuw in de verf gezet en dan begint de oude "Chinese kamp", nog altijd even druk als vroeger. Het verkeer in Magelang is éénrich tingsverkeer, waar door de politie streng de hand aan wordt gehouden. De politie heeft haar hoofdbureau in hotel Montagne, dat dus niet meer als hotel fungeert. Daarnaast het vroege re boekhandelshuis Maresch, kortweg toko Maresch. Het bestaat nog, doch heeft nu een andere naam. Langs de hoofdweg telde ik bij mijn laatste bezoek meerdere Travelbu reau s, waar men van tevoren kaartjes kan kopen voor overdag- en nacht bussen naar elders in het land. In de Chinese kamp links en rechts op de trottoirs vele verkopers van aller hande artikelen, zoals kalenders met de beeltenis van de president en van Adam Malik, de minister van buiten landse zaken van Indonesië en wat direct opviel, ook kalenders met de beeltenis van wijlen president Soe- karno. Volgens ingewijden is dit feit te be schouwen als rehabilitatie van de eer ste president van Indonesië. Opzij van de Chinese kamp vele wegen naar Bajeman. Deze grote rijweg met nog alle huizen van vroeger is nog steeds 30 dezelfde Bajeman van vroeger. Op de aloon-aloon schuin tegenover de nog steeds bestaande watertoren uit 1923, staat thans het meer dan le vensgrote beeld van Diponegoro te paard. Het staat midden in de stad. In het nog steeds bestaande residents huis werd de Pangéran door generaal de Koek in 1830 gevangen genomen, waarmede een einde kwam aan de Java-oorlog (1825-1830), Als ik dit residentshuis zie en alle ge bouwen van vroeger er voor en het magnifique uitzicht op de Soembing, dan komt resident van der Jagt in mijn gedachten terug. Dat was in die twinti ger jaren. Later werd van der Jagt gou verneur te Solo, dat was in de dertiger p "V: De nog steeds bestaande watertoren uit 1923 jaren. Te Solo is hij opgevolgd door Orie, die onder hem in Kedoe ge westelijk secretaris is geweest. Een andere resident van Kedoe was de heer Linck, tot kort voor de oorlog. Alle drie genoemde bestuursambte naren behoorden tot de beste, die het B.B. in die jaren had. Een ander standbeeld aan de voet van de Tidar op het terrein van de Alkabri (Militaire Academie), eenvou diger van opzet, zoals ook de man, die dit beeld moet voorstellen, is dat van generaal Oerip Soemohardjo. Hij was de man, die de T.N.I. - het Indo nesische leger - gemaakt heeft tot wat het nu is geworden. De inwijding heeft zijn weduwe Romah Oerip Soemohar djo geb. Soebroto nog verricht. Zij heeft het levensverhaal van haar man te boek gesteld. De generaal is in Djocja gestorven in 1948 en aldaar be graven. Zijn weduwe heeft hem nog lang overleefd en is in 1977 te Sema- rang gestorven. Ik heb ook nog vaak gewandeld langs de oude residentielaan, nu Jalan Ve teran, waar in die twintiger jaren ons ouderlijk huis heeft gestaan, nu de S.M.P. Door het klooster, dat er achter lag, hoorde je vaak de stemmen van de kloostermeisjes aan de andere kant van de muur en dan was het hup! on ze voetbal over het muurtje tussen klooster en ons huis. Dan zelf de bal ophalen, wat met plezier werd gedaan, want er waren onder die klooster kippetjes heel wat aardige bij. Dat snapt u wel! Wat een herinneringen allemaal! Bla- bak en Kalibening, bij de eerste alles nog als vroeger, Kalibening totaal ge moderniseerd, zodat van het vroegere landelijke aanschijn niets meer over is. Kon je vroeger staande op een gètèk in het grote zwembad gemak kelijk door de bomen er om heen de sawah's met de Soembing zien, nu kan je nauwelijks de top van deze berg zien door de stenen muur rondom. Ik weet nog goed, dat we vroeger dik wijls op de fiets naar Kalibening gin gen of met de trein tot Pajaman en dan verder bepakt en gezakt met boeng- koesans vol eterij van thuis te voet naar de zwemplaats. Wat een jool had den wij aan die beide badplaatsen! Wat mij schokte tijdens mijn tweede bezoek aan Magelang was, dat het vroegere zo mooie gemeentehuis to taal was verdwenen en dat men op de zelfde plaats een ander gebouw aan het neerzetten was. Het huis van de familie Niet bestaat nog wel. Bij de Progo heb ik weer gestaan op de nog even gammele noodbrug uit de tijd van de politionele acties en ik heb weer gekeken naar dat snelvlie tende water, waarover wij jongens in ons nakie meestal op gedebok-pisang voorbij gleden. Kwam er toevallig vrouwvolk, dan vlogen wij roets! het water in. Ja, ja, zo ging dat in die tijd. Alles dooreengenomen is er te Mage lang niet veel veranderd, ook het oude Europese kerkhof staat er nog, maar met veel verwaarloosde graven. Op vele daarvan vond ik bedelaars, die er hun tenten hadden opgeslagen. De best verzorgde graven bleken die van Pa en Moe van der Steur te zijn en van juffrouw Otto, daar zorgden en zorgen nog de te Magelang wonende Oud-Steurtjes voor. Neen, Magelang is niet veel veranderd. Ook nog gebleven is de hartelijkheid, waarmee men ontvangen wordt, zowel door rijk als door arm. Hóe arm ook, er wordt nog altijd een stoel of bank aangeschoven, of schikt men op de balé-balé een eindje op, een kopi toe broek staat al gauw voor je te dampen met de nodige kwé-kwé. Zoiets is al- tijd hartverwarmend en je voelt je weer thuis. Ik heb beide keren dat ik er was, vaak met nachtbus en nachttrein gereisd en wel op de langere trajecten, zoals van Jakarta via Cheribon naar Semarang en van Semarang via Magelang naar Djocja en verder naar Malang en Soe- rabaya en altijd bleek alles ei- en ei-

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 30