met een notedop over de oceaan (slot)
Het vlaggeschip "Oranje" van Nederland naar Nieuw Guinea.
door F. C. BACKER DIRKS
Het vertrek uit Vlaardingen had plaats op de dag na de verjaardag van de Goed
Heilig man in 1956. Een kalm zeetje en flauw en stil wat de wind betreft gaf de
eerste dagen een behoud van 8 mijl. Aan dek liepen stuurman Schoonderwoerd
en kapitein Hengeveld ieder met één matroos zes op, zes af; kapitein Hengeveld
een streepje voor hebbend nam de 6 - 12, een wacht, die hem op de vele sche
pen, welke hij met één stuurman had uitgebracht, het beste beviel.
Na het passeren van Quessant be
gon een goede N.W.-deining door te
staan, waardoor het notedopje flink
ging slingeren. Echter slingeren en
slingeren is twee; zo rustig van de
ene kant naar de andere kant is ac
ceptabel, doch dit vaartuigje was zo
danig wreed, dat het met schokken
van 38° over S.B. naar 38° over B.B.
en terug slingerde. De oorzaak lag
waarschijnlijk in de lading van 40 ton
cement voor het Gouvernement van
Nieuw Guinea plus de vaten brandstof
en dan de vrij hoge opbouw voor zo'n
klein scheepje. Het was in ieder geval
maar een matig genoegen naar kooi
te gaan, waar je jezelf moest vaststu-
wen met zwemvesten anders rolde je
van de ene zij op de andere. Zou hier
aan het werk zijn de "Vliegende Hol
lander", hij, die alleen maar genoegen
vindt in het kwellen van zeelui en hen
door stormen op een verkeerde koers
zet? Kapitein Hengeveld was voor
geen kleintje vervaard en zette rustig
door vertrouwend op zijn gunstig ge
sternte. En hij had gelijk. Naarmate
de Caraïbische Zee werd genaderd
werd weer handzamer en hetgeen de
stemming aan boord ook zeer verhoog
de was de warmte, die steeds meer
voelbaar werd. In de Europese wateren
werkten de elektrische straalkacheltjes
op volle toeren; die konden nu ingepakt
worden om in Cristobal teruggezonden
te worden. Met een behoud van 200
tot 215 mijl per etmaal was op 1ste
Kerstdag 3800 mijl afgelegd en voer de
"Oranje" op de 2de Kerstdag de Ca
raïbische Zee binnen. Dankzij een rus
tig zeetje en de goede kookkunst van
de kok kon een prima kerstdiner ge
serveerd worden; ook daardoor was de
stemming aan boord uitstekend. Inmid
dels keerde kapitein Hengeveld naar
zijn hobby terug; het vissen met een
lange lijn achter 't schip. Een grote vis
haak, waaromheen een witte lap beves
tigd aan een nylon lijn (de schietlijn van
een Whippertoestel is ideaal daar
voor), deze lijn zo'n 150 tot 200 meter
achter het schip uitvieren, in ieder ge
val zodanig ver, dat geen invloed van
het schroefwater wordt ondervonden.
De lijn aan boord vastzetten, een
bocht van een twee meter naar binnen
halen, die met een breeklijntje vast
zetten; vanuit de bocht een zeilgaren
naar de brug en aan het einde een
leeg koffieblik (een groentenblik is
ook goed!) en de pret kan beginnen.
Hapt een vis in de lap dan knapt het
breeklijntje, de bocht vliegt strak en
OD de brug slaat het blik met een klap
tegen 't plafond. "Alarm", de telegraaf
op "langzaam" en een ieder weet het:
"vis aan de haak", waarop op het
achterschip enkele opvarenden met
groot enthousiasme de lijn beginnen
binnen te halen.
Aldus werd gedurende de reis regel
matig in verse vis voorzien. In de Ca
raïbische Zee papegaai-vissen en ko
ningsmakrelen, naderhand in de Stille
Oceaan makreel, tonijn en twee maal
Een koningsmakreel, gevangen bij de Gala-
pagos-eilanden, toen het m.s. "Oranje" deze
eilandengroep passeerde.
een haai; laatstgenoemde is echter
niet te eten. Een reuze leuke sport om
de eentonigheid te verdrijven. De
meest geschikte snelheid van het
schip voor deze sport ligt onder de
9 mijl, bij voorkeur 7 mijl. Wordt bij
"vis aan de haak" niet direkt gestopt
dan is de kans groot dat slechts een
stuk kaak of een vissenkop binnen
wordt gehaald.
Dinsdag 1 januari 1957 werd Cristobal
binnen gelopen; een Panama-meetbrief
werd na meting verstrekt, daarna was
het bunkeren en water laden; de brand-
stofvaten in het ruim waren nog niet
aangesproken; met bunkeren kon dus
worden volstaan. De nauwe vulpijpen
bezorgden wel enkele "overflows", wat
weer een heleboel werk met caustic
soda veroorzaakte om de houten dek
ken weer in de oude staat te brengen.
De volgende dag om 15.30 u. kwam de
Panama-loods aan boord en werd
koers gezet op Balbao. Net als zijn
grotere en grootste broers werd het
vaartuigje op het vereiste traject van
het kanaal door twee locomotieven
voortgesleept; twee locomotieven, ie
der op zichzelf groter dan het scheep
je. De "Oranje" trilde dan ook door
het gevoel van machtigheid en waar
digheid. Zonder verdere wederwaar
digheden werd in de nacht Balbao be
reikt en toen begon de grote oversteek
van 8.400 mijl naar Hollandia.
Vrijdag 4 januari de laatste peiling op
het Amerikaanse continent en het zou
zondag 27 januari worden eer weer
land verkend zou worden, namelijk
Jarvis eiland, W.Z.W. van Christmas
Islands.
In die 23 dagen varen op astrono
mische plaatsbepalingen was het een
kwestie van zo nauwkeurig mogelijk
bestek bijhouden om zo goed mogelijk
in de geschikte equatoriale stroom
te blijven; hier kwam kennelijk Thor
Heyerdahl om het hoekje kijken. Er
werden dagen met een behoud van
230 mijl gemaakt. De te volgen koers
lag praktisch op de evenaar, die daar
bij zo'n 20 maal werd gepasseerd; een
weiniq noorderbreedte en dan weer
een weinig zuiderbreedte. De "Oran
je" voer geen passagiers; God Neptu-
nus met zijn drietand behoefde dus
niet aan boord te komen voor de doop
plechtigheid. Trouwens al waren er
wel passagiers, dan nog zouden die
20 overgangen van de equator geen
groot bezwaar zijn, omdat slechts de
passagiers, die voor het eerst de eve
naar passeren, ten doop worden ge
houden.
Het weer was voortreffelijk met een
O.Z.O. tot O.N.O. wind, kracht 2 tot
3; het slingeren werd steeds minder
ook dankzij het zelf-bunkeren, waar
door steeds meer vaten geledigd wer
den.
Zaterdag 2 februari eindelijk een ver
zetje; de datumgrens werd gepasseerd
en de klokken werden 24 uur vooruit
gezet. Een ander evenement op deze
eentonige langdurige reis was de
vangst van een knaap van een haai. Bij
het binnenhalen, hetgeen met veel
moeite gepaard ging, bleek de haai
zeker wel een 12 loodsmannetjes bij
zich te hebben, die zich prompt aan
het dek vastzogen en nauwelijks los te
krijgen waren. De haai werd openge
sneden en ziet, tot onze grote verba
zing kwamen er zes levende haaien-
kinderen uit, die in een grote ton nog
een paar dagen in leven gehouden
konden worden. In de buurt van de
Galapagos-eilanden werd een grote
schildpad verschalkt; tientallen schild
padden dreven zonnebadend op het
water. Heel voorzichtig werd langszij
gemanoeuvreerd en toen was het de
kunst om een touw met een lus om
het dier heen te leggen. Dit lukte
slechts één maal. Resultaat: schild
padsoep, biefstuk en lapjes, een lu
cullisch maal
Het mooie weer nodigde uit tot het
opnieuw in de verf zetten van het ge
hele schip; het is ongelooflijk hoe
snel er bij een nieuw schip roestplek-
ken doorkomen. Zo'n 10 dagen vóór
aankomst werd met man en macht ge
verfd, zodat voldaan kon worden aan
(lees verder volgende pagina)
30