v r de stenen spreken Pij ons ook ff U hebt allemaal gehoord van het destijds druk besproken boek "De stenen spreken", waarin de schrijver, Davidson, zijn best doet op een wiskundige manier aan te tonen, dat de Egyptische pyramiden via hun constructie voorspel lingen doen, die ten dele bereids zijn uitgekomen en ten dele nog bewaarheid zullen moeten worden. Bij ons is ook een sprekende steen, die veel gemakke lijker te begrijpen is, hij laat zich namelijk wel of niet optillen, naar gelang zijn antwoord op een gestelde vraag: "Ja" of "Neen" is. Maar laat ik beginnen bij het begin. Ik heb in Moesson al eens verteld van onze stichting "Dewi Sri", die met NOVIB-hulp een ontwikkelingsproject uitvoert. Het project komt in het kort hierop neer, dat we kleine grondbezit- tertjes in staat stellen om naast hun eeuwige djagoeng en ketala een tuin tje met hoogwaardige meerjarige ge wassen aan te leggen, tw. door ver strekking van kapitaal, plaatmateriaal, insecticiden, voorlichting, etc. Zo heb ben we op de gunung Buring vlakbij Malang 60 planters elk een tuintje van 40 koffiebonnen laten aanleggen. Eén van hen, zekere Lasidan, hebben we als "stootplanter" uitgezocht, om dat hij en zijn schoonzoon zo prima voor hun tuintje zorgden, dat wij hen ten voorbeeld stelden aan de anderen. Op een goede - liever gezegd kwade - dag komt nu deze Lasidan vertellen: "Mijn jonge boompjes zijn allemaal vlak boven de grond afgesneden". Het was toen al avond, dus de volgende dag heel vroeg ging ik met onze rech terhand Sukabul de berg op om de zaak in ogenschouw te nemen. Inder daad waren er 83 boompjes vlak boven de grond afgesneden en er vlak naast weer in de grond gestoken, om de misdaad niet te snel te laten opvallen. Natuurlijk hebben we de zaak onmid dellijk bij de Desa, de Camat en de Politie van Kedungkandang gerappor teerd en kort daarna ging ik met va kantie naar Bali. Teruggekomen, was mijn eerste gang natuurlijk naar Kedpngkandang en Lasidan om te informeren hoe het er mee stond. Triomfantelijk werd mij medegedeeld: "Ja we hebben de schul dige al, hij is door de politie opge haald en heeft een volledige bekente nis afgelegd." Het bleek een geval van persoonlijke nijd en wraakneming te zijn. De man In kwestie had een standje gehad, om dat hij minder goed voor zijn tuintje torgde en hem was de tuin van Lasi dan, sinds lang zijn persoonlijke vijand, :en voorbeeld gesteld. Dit had hem zo ooos gemaakt - het zijn Madoerezen in deze streek - dat hij nog diezelfde avond de tuin van Lasidan had ver nield. Eigenlijk had hij Lasidan zelf een haal met de arit willen geven. Ik was blij te horen, dat het hier om eep geval van persoonlijke wraakneming ging en dat het niet gericht was tegen onze stichting. Vervolgens wilde ik wel graag weten hoe de politie hier zo snel achtergekomen was. Triomfante lijk werd mij door Lasidan en Sukabul geantwoord: "Wij hebben de man ge vonden en toen gerapporteerd". Bij verzoek om nadere toelichting werd het volgende gerapporteerd: Het twee tal was naar de steen van Lok Suru gegaan, die zich op het heilige graf van Mbah Tugu bevindt, in een desa ten Zuiden van Mendit. Dit is een steen, aldus de berichtgevers, die vragen met "Ja" of "Neen" beant woordt door zich te laten optillen, dan wel ontilbaar zwaar te worden. Het tweetal had na de gebruikelijke offers te hebben gebracht, aan de steen het volgende voorgelegd: "Wij zullen ach tereenvolgens verschillende namen op noemen. Als de naam die we noemen van een onschuldige is, wordt dan zwaar en ontilbaar, en als we de naam van de schuldige noemen, wordt dan licht en laat U optillen. Aldus waren ze er achter gekomen wie de schuldige was, ze hadden de man aan de politie gerapporteerd en de man had na te zijn gevat - als een echte Madoerees - volledig bekend. Ja, hij had het gedaan, hij wou die verwaande kwast van een Lasidan eens een lesje leren, dat was zijn bedoeling. Ik wou die steen toch ook wel eens van nabij bekijken en zo ben ik er op 31 juli jl. heengegaan met een heel gezelschap, allemaal achter in de pick up hobbelende over een desaweg, die in de regentijd onberijdbaar is. Lasi dan met vrouw en schoonzoon, ik zelf met vrouw en zoon, twee vrienden van mijn zoon, medestudenten, Sukabul met zijn jongere broer en een foto graaf. Aangekomen bij de steen en dadelijk omringd door een grote schare kinde ren, gingen we eerst de djoeroe koen- tji ophalen, vervolgens werden de of fers gebracht en daarna gingen we de steen aan het spreken krijgen door beurtelings zwaar of licht te worden, naar gelang van het antwoord. Het resulaat? Ik moet sterke dingen gaan zeggen en hoop alleen, dat U me niet voor een fantast houdt. Ik heb moeten constateren, dat ik zelf en zes sterke mannen vlak voor mijn ogen, de steen als die het vertikte niet van de grond konden krijgen, hoe hard ze zich ook beurtelings inspanden. Maar als de steen het goed vond, ging hij wel van de grond. Of de kampioengewichthef- fer van de Soviet-Unie - hoe heet ie ook weer - hem ook niet van de grond zou kunnen krijgen, weet ik natuurlijk niet, Ik weet alleen, dat wij het geen van allen konden, tenzij de steen zelf het goed vond. U mag het noemen zoals U wilt, een bovennatuurlijk verschijnsel, een ge- (lees verder volgende pagina onderaan) Boven: Lasidan bidt op het heilige graf en biedt de offers aan. Op de achtergrond aan het voeteneinde van het graf, de schrijver en zijn vrouw, vlak voor haar staat de grijze steen. Midden: de heer Maijor Polak pro beert de steen, die zich zwaar maakt, op te tillen, tweemaal vergeefs. Links van hem Lasidan, rechts de djoeri koentji met zijn zoontje. Onder: Zijn zoon, een sterke jonge man van 22 jaar probeert het nu met in spanning van alle krachten, de steen kantelt wat, maar gaat niet omhoog. 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 18