EEN EIGEN HERDENKINGSDAG In het weekblad De Tijd van 10 aug. j.l. geeft prof. N. Beets een uitstekend resumé over de oorlog in de Pacific, de bezettingstijd en de rol die Nederlanders en Indische Nederlanders hebben gespeeld in dit hoofdstuk van de Tweede Wereldoorlog. Een hoofdstuk dat door Nederland gemakshalve overgeslagen wordt. Goed gedocumentarieerd weet de schrijver van het artikel feiten en gebeurtenissen te rangschikken tot een boeiend relaas dat iedere Nederlander zou kunnen en willen onthouden. In het tweede gedeelte van zijn bijdrage komt Prof. Beets tot het menselijke aspect van deze, onze, oorlog en dan meteen over het Grote Onbegrip en de Onverschilligheid die "de mensen uit Indië" in Nederland ten deel valt. Een voor ons fatale houding, want draagt deze onwil om te begrijpen er niet toe bij de schulden aan het KNIL en andere oorlogs slachtoffers te ontkennen? Dit nu al 30 jaar durende drama van onbetaalde ereschulden wordt maar door een klein deel van de publiciteits media naar voren gebracht. Het zijn altijd weer Willem Brandt, Lulofs in de Telegraaf en Jaap van Meekren (Avro) die voor de benadeelden op de bres springen. Voor de rest kun je eigenlijk alleen blij zijn als ze niets schrijven, beter dan verdraaiing van feiten. Ir. Vrijburg (Stichting Ned. Ereschul den) en andere organisaties stellen alles in het werk om recht te verkrij gen, de manier waarop ze worden af gepoeierd doet je bloed nog meer koken, ik vraag me af hoe lang dit nog door moet gaan. Bij elke Kabinets wisseling pogen we een politiek gokje: wie aan onze kant staat krijgt onze stem. Vergeet het maar, zoveel in vloed hebben we nooit en geen Kamer lid kan individueel overredingskracht genoeg opbrengen (STEL dat hij ons recht erkent) om de Kamers tot een standpunt t.g.v. onze zaak te brengen. En ieder jaar weer staan we te smeken, eisen, mopperen en klagen om wat meer aandacht voor onze oorlog op de officiële herdenkingsdag 5 mei. Jaar in, jaar uit opnieuw hartzeer, ge kwetstheid over een achteloos nege ren. Doorgaan. Hoe lang nog en ten koste waarvan? Steeds maar weer opnieuw verhalen aandragen over afschuwelijk oorlogs leed, het ene kampboek na het andere, het ene schokkende relaas na het andere. WIE LEEST DIE VERHALEN EN HOE WORDEN ZE BEGREPEN? Ik ben allang tot het inzicht gekomen dat het al veel te laat is voor mede leven en begrip. Medeleven doe je spontaan, direct en ter plaatse. Niet na 35 jaar. Stelt u zich even in de plaats voor van een Nederlander hier: zoudt u warm lopen voor de herden king van een van de veldslagen van Alexander de Grote of het einde van de Hoekse en Kabeljauwse twisten? Ik niet, nee. Nou, ik geloof dat de doorsnee Nederlander net zo weinig piëteit voor ons oorlogsleed kan op brengen. Hij is er niet bij betrokken geweest, het is al te lang geleden en hij heeft er niet direct door geleden, (het verlies van de koloniën is een andere zaak, maar pok daar heeft men geen interesse voor). Bovendien, hij heeft een eigen oorlog te herdenken. Geef hem eens ongelijk! ZELF EEN HERDENKINGSDAG Zouden we, als we van het begin af gehuild, gejammerd en gebedeld had den om sympathie, medeleven, wel aandacht gekregen hebben? Is de dood van 60.000 Indische Nederlanders minder erg dan de dood van die van 6.000.000 joden? En waarom is de be hoefte aan "erkenning" pas de laatste jaren zo hevig geworden? Hadden we het de eerste 25 jaar te druk met het opzetten van een nieuw leven en het afbetalen (tot de laatste cent) van on ze herinrichtings-voorschotten aan de Nederlandse Staat, dat we geen tijd hadden terug te denken, te treuren en ons af te vragen waarom er niemand was om onze smart te delen? Wie vroeg naar onze syndromen? Niemand zag ons als oorlogsslachtoffer, moest je daar nu om huilen of er trots op zijn? Er trots op zijn leek mij de enige troost. De lawine van oorlogsboeken de laat ste tijd is niet te stuiten. Als we Anne- mie van MacGillavry willen geloven die pas na 35 jaar de behoefte heeft ge voeld haar leed van zich af te schrij ven, dan is de toename van dit soort lectuur verklaard. Maar of die boeken nu meer gelezen worden dan vroeger? Ik geloof er niets van. Men zou eens een paar steekproeven moeten nemen, lukraak in een boekenkast van een Nederlands gezin kijken welke boeken er staan. Geen één "Indisch" boek. Indische uitgaven worden nog steeds en uitsluitend gekocht door hen die uit Indië komen of er op de een of andere manier mee te maken hebben gehad. We moeten de kwestie Ereschulden en Herdenkingsdag van elkaar scheiden. Voor een oplossing van de schulden door de Staat der Nederlanden zal een moreel appel NIETS kunnen uit richten. Alleen juridisch zal de Rege ring gedwongen kunnen worden deze schuld te voldoen. De Herdenking ech ter is een emotionele zaak die we in eigen (grote) kring zullen moeten zien te realiseren. Hebben we nu al die sympathie nodig om een eigen Herdenking van de Be vrijding te vieren? Waarom hebben we 14 millioen Nederlanders nodig om iets te doen wat alleen voor ONS van oetekenis is? Moeten we wéér gaan bedelen bij de regering, weer nul op request krijgen, weer hartzeer, weer boos worden? Het is zo minderwaardig, zo oneervol. Toen iemand me van de week opbelde en (waarschijnlijk met de beste bedoe ling) vroeg: "Zeg, kun je nog een ver haal gebruiken over een onthoofding door de Jap?", toen ben ik tot de conclusie gekomen dat dit geleur met onze verliezen, het uitstallen van ons oorlogsleed, het meest vernederende, het mensonterendste is, dat we onze doden kunnen aandoen. Daarmee be smeuren we elke nagedachtenis. Dit stel ik voor: We nemen 15 augustus aan als onze Bevrijdingsherdenking en met "we" bedoel ik iedereen die de Japanse bezetting heeft meegemaakt. Voor een herdenking is geen ver gunning nodig. ledereen die werkt neemt 15 aug. een halve of hele snipperdag. Dit is de enige prijs die U moet betalen om de eer aan uzelf te houden. We kunnen op die dag de vlag half stok hijsen. Als dat in heel Nederland gebeurt zal iedereen gauw genoeg vernemen waaróm dat gebeurt. We brengen die dag rustig door. Verzetten eventueel een feest, doen graf- of familiebezoek. We kunnen een bepaald gerecht verzinnen, het soberste dat er is, en dat ons Herdenkings-gerecht noemen. Door al deze dingen SAMEN te doen, op één dag, zullen we ons één voelen en één met onze ge liefde doden. Natuurljjk realiseer ik me dat er velen onder u kunnen zijn, die mijn stand punt niet delen. Van U die er net zo over denkt als ik zou ik bericht willen hebben. Het zou goed zijn als 300.000 Indische Nederlanders 15 augustus één konden zijn in gedachte. "Moesson" met zijn 7000 abonnees wordt misschien door 20.000 mensen gelezen. Als u onder uw familie en vrienden de boodschap doorgeeft, dan bereiken we misschien toch nog meer dan ik durf hopen. Als er voldoende adhaesie-betuigingen zijn over de in stelling van onze eigen 15 augustus, dan zal ik niet nalaten hierover meer publiciteit te geven. Eén ding staat vanaf vandaag vast: 15 augustus ieder jaar zal ons kantoor gesloten zijn. Lilian Ducelle Wie voor de Herdenking nog andere suggesties heeft, graag! 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 6