zo maar een terugblik Zoneclips, een wereldgebeuren en dat in Ned.-Indië! Volgens de geleerden moest de verduistering goed te zien zijn in een baan, die over Zuid-Sumatra liep van Benkoelen oyer Palembang, Straat Banka en Banka naar Borneo. Allerwegen werden op dit gebeuren gerichte activiteiten ontplooid, internationaal, nationaal, interlokaal en lokaal. DE ZONAANBIDDERS VAN DE GOUV. MARINE (I) Een Zonsverduistering in Ned. Indië in 1926 door F. C. BACKER DIRKS Vanuit Engeland werd een expeditie uitgezonden onder leiding van Mr. Miller, waarbij zich voegde de wereld beroemde dr. Aston uit Cambridge. Deze expeditie richtte een waarne mingspost in, in de buurt van Benkoe len. Daar in de omgeving nestelde zich ook een Amerikaanse expeditie onder leiding van dr. H. T. Stetson van het observatorium van de Harvard univer siteit; hij was vergezeld van dr. W. W. Coblentz uit San Francisco. En om er heel zeker van te zijn dat niets maar dan ook niets van het gebeuren on opgemerkt zou blijven trok er ook nog op uit een Amerikaanse Navy-expedi- tie, die plaats koos in de buurt van Benkoelen bij kampong Kepajang. Nabij Benkoelen kwam ook nog een Hollands-Duitse expeditie, waarbij zich voegde dr. Voute vhn het Ned-lndische observatorium te Lembang nabij Ban dung. In de omgeving van Benkoelen en Kepajang lagen dus eventjes vijf Duitse, vijf Hollandse, 30 Amerikaanse, zes Engelse en twee Australische ge leerden op de loer naar de komende zonsverduistering. Natuurlijk maakte ook Nederland zich op voor waarnemingen. Deze expeditie werd mogelijk gemaakt door royale particuliere bijdragen, o.a. 30.000, van een Amsterdams oud-Indisch gast. Diverse grote op Indië handeldrijven de handelshuizen hadden hun steentje bijgedragen en de stoomvaartmijen Nederland, Rotterdamsche Lloyd en K.P.M. gaven 50% reductie op de pas- sageprijs 1ste klasse met vrij vervoer van expeditie-uitrusting en privé-baga- ge van de expeditie-leden. De Hollandse astronomen besloten een waarnemingspost te plaatsen in de buurt van Palembang, nabij kam pong Talang Betoetoe. De B.P.M. nam op zich; logies te Pladjoe, bos open- kappen waar het kamp zou worden gevestigd met de aanleg/verzorging van een ook voor vrachtvervoer berijd bare weg daarheen, de bouw van de nodige opstallen (kadjangwanden, a- tappen dak), het metselen van de no dige instrument-peilers, de levering en exploitatie van een motordynamo, als mede de verzorging van het personeel- en vrachtvervoer vanuit Pladjoe naar de waarnemingspost v.v. De Ned.-Indische Regering stelde het s.s. "Wega" van de Gouvernements Marine met bemanning en uitrusting ter volledige beschikking voor zover en zo lang als nodig mocht blijken te zijn. Er waren er natuurlijk ook, die direkt inzagen dat uit dit gebeuren een slagje geslagen kon worden. De K.P.M. stelde het s.s. "van der Wijck" beschikbaar voor degenen, die - natuurlijk tegen betaling van een lief sommetje - de gehele zonsverduiste ring wilden meemaken; 20 gegadigden maakten hiervan gebruik. De "van der Wijck" vertrok zaterdag 12 januari 1926 vanuit Tg. Priok om ligplaats te kiezen in Straat Banka in de baan van de zoneclips. In een aantal bladen verscheen de vol gende advertentie: "Nog een paar dagen en dan zal het gebeuren. Juist tegen de middag als Aan de expeditie namen de volgende sterrekundigen deel (namen in alfa betische volgorde): Dr. J. van der Bilt, observator aan de sterrewacht rijksuniversiteit Utrecht; Dr. M. Minnaert, observator aan de heliophysische afdeling van het phy- sisch laboratorium, Utrecht; Dr. J. H. Moll, lector natuurkunde, Utrecht; Prof. Dr. Pannekoek, docent sterrekunde aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam; en Mej. J. C. Thoden van Velzen, dra. wis- en natuurkunde, Am sterdam. Zij arriveerden 2 december 1925 per s.s. "Tabanan" te Singapore en wer den met expeditie-uitrusting en privé- De "Wega" van de Gouvernements Marine. de meesten onzer voor de lekkere rijsttafel zullen zitten gaat de zon schuilevinkje spelen. Denk erom, kijk niet met het blote oog naar de zon. Blindheid kan het gevolg daarvan zijn. Neem derhalve even de moeite om naar J. H. Goldberg te gaan op de hoek van Petjanongan." De Nederlandse expeditie had zich ten doel gesteld het fotografisch vast leggen van de tijdens de totaliteit en de beide flitsen (binnencontact van zon's en maan's rand) uitgezonden en in kleuren uitgeschifte (spectrum) zon nestralen. Indien voldoende leken- waarnemers beschikbaar zouden zijn, dan zou(den) de kleur(en) van de co rona worden vastgelegd zoals die zich aan het blote oog voordoen. bagage per motorboot en lichters overgebracht naar het, op de reede reeds op stootgarens gereedliggende s.s. "van Swoll" van de K.P.M., met welk schip zij 4 december d.a.v. te Palembang kwamen. Nauwkeurig volgens schema was de dag tevoren te Palembang gearriveerd het s.s. "Wega" van de Gouverne ments Marine met de etat major: Ge zaghebber J. M. P. Voorn, 1ste officier A. H. Alfrink, 2de officier A. J. Louët Feisser, 3de officier Adam, Hoofdwerk tuigkundige J. A. Lastdrager, 2de werk tuigkundige Ridder, 3de werktuigkun dige F. H. Th. Oeschger. De "Wega" koos een ankerplaats tegenover de sloepensteiger voor het Residentiehuis, bovenstrooms van de handelssteiger. 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 12