POIRRIÉ De commissie voor het ontvangen van de sterrekundigen bestond uit het Hpb, de adjudant van de P.M.C., een ver tegenwoordiger van de B.P.M., Ggm Voorn met als hekkensluiter en manus je van alles Ogm Louët Feisser. Prof. Pannekoek, op deze reis verge zeld van zijn echtgenote en mej. Tho- den van Velzen begaven zich naar Pladjoe; Ggm Voorn, dr. Minnaert en Ogm Louët Feisser, beladen met drie stilstaande chronometers, twee univer- saalinstrumenten en een hondenhok met twee mandflessen (salpeter?) zuur togen naar de "Wega". Na een kop koffie hield dr. Minnaert, geassisteerd door Ogm Louët Feisser toezicht op het lossen van de expedi tie-uitrusting 26 kisten, ca. 4000 kg) en opslag daarvan in de douane loods. De heren Moll en van der Bilt waren intussen met de B.P.M.-vertegenwoor diger naar het door de B.P.M. reeds grotendeels opengekapte bosperceel voor de waarnemingspost gereden. Zij moesten jammer genoeg vaststellen, dat de ligging van het uitgezochte terrein onjuist was; al het verrichte werk was vergeefs geweest. Een nieuw terrein werd gevonden nabij het woon huis (toch ook nog in het bos) van de afdelingscontroleur van Talang Betoe- toe, vlak bij de weg naar Pg. Benteng, ruim 25 km NNW van Palembang. Hier werd direct een gebied voor de waar nemingspost, de militaire bivak (be waking) en het motorhuisje met piket ten uitgezet. Door zeer hard en efficiënt werken van de B.P.M.-ploeg was het nieuwe ter rein reeds de volgende dag schoon- gekapt, draadomheining aangebracht, een vlaggemast opgericht en kon wor den overgegaan tot het afpalen van de fundaties bestemd voor de grote barak (donkere kamer, werkplaats met o.a. een instrumenten-draaibank, pakkamer, een instructie-ruimte, garage en ten slotte een toilet). Bijzondere aandacht was nodig voor de fundatie van het motorhuisje, die zodanig moest zijn dat de motortrillin gen door de slappe bodem de waar nemingen niet zouden verstoren. De motordynamo was nodig voor stroom- leverantie aan de diverse instrument- aandrijfmotoren, ijzerbooglampen, ver lichting van donkere kamer en werk plaats, de verlichting van de instru menten tijdens de verduisteringspe riode en last but not least stroom voor het electrische koelkastje. De nacht verlichting van het kampterrein ge schiedde door in palen gehesen petro- maxlampen. Onderwijl werd de sterkte van de waarnemers van de Nederlandse ex peditie opgevoerd. Met de kerstdagen en de jaarwisseling 1925/26 voor de boeg kreeg het s.s. "Sirius" van de Gouvernements Marine na afloop van zijn aflossingsreis langs de Oostkust van Sumatra telegrafisch opdracht het loodslichtschip Palembang aan te doen om de officieren J. J. Neesen, E. K. van Melle en R. Troost af te zetten i.v.m. voorlopige detachering aan boord van de "Wega". Het be hoeft geen betoog, dat deze opdracht niet bepaald met een hoera-stemming werd ontvangen, maar ja, het woord "inspraak" was destijds nog niet uit gevonden en dus voeren genoemde officieren met een gewestelijk vaartuig de Moesi op. Wie schetst hun verbazing toen zij bij aankomst aan boord van de "Wega" een voor dit type schip complete etat- major van 3 dekofficieren aantroffen. Dus togen zij naar de brug om zich te melden bij de Gezaghebber en met de vraag waarvoor zij nu eigenlijk nodig waren. Gezaghebber Voorn, evenals de drie officieren in een niet al te beste stemming vanwege de verpeste december-feestdagen nam de vraag stelling niet in dank af. Met de nodige krachttermen werd hun duidelijk ge maakt dat zij het bevel hadden op te volgen zich iedere morgen te melden bij de leider van de expeditie. Uit Holland arriveerden nog vader en zoon Van Leeuwen Boomkamp; vader was tabaksplanter in ruste en naar gefluisterd werd, de schenker van de bovengenoemde grote bijdrage. Zij prefereerden logies aan boord van de "Wega". Gemakshalve hadden zij hun eigen auto uit Holland meegenomen. Door de Topografische Dienst werd nog ter beschikking gesteld hr. Mie- dema, instrumentmaker. Naast de vele werkzaamheden voor de uitrusting en legering van de waar nemingspost te Talang Betoetoe zorg de de B.P.M. nog voor een motorboot en een 7-zits auto voor het transport tussen Pladjoe en Talang Betoetoe en voor een electriciën voor de lichtin stallatie. B.O.W. droeg zorg voor de omrastering van het terrein. De Land macht stationeerde te Talang Betoetoe een brigade inheemse militairen onder commando van een Europese sergeant om gedurende de werkzaamheden als tijdens het transport zich de "matjans" (tijgers) van het lijf te houden. Natuur lijk waren aan genoemd detachement enkele dwangarbeiders toegevoegd. Naast dag- en nachtbewaking van het kampcomplex werd door de militairen gejaagd en menigmaal werden de ex peditie-leden getracteerd op een for se zwijnen- of herten-saté. Het uitpakken van het instrumentarium geschiedde door de heren geleerden persoonlijk, daarbij voorzichtig gehol pen door de officieren van de "Wega"; het monteren op de peilers was het werk van alle leken-assistenten onder nauwlettend toezicht van de professio nals. Nadat ook de universaalinstru- menten, de tijdmeters en de beide mandflessen met zuur van boord naar het kamp waren overgebracht, kon in ernst alles worden gereedgemaakt voor oefeningen. Het instrumentarium bestond uit vier gebruiksgroepen (-combinaties) zoals men ze eenvoudigheidshalve noemt. Elke groep bestond uit een stel draai bare spiegels, een toestel waarmede de opgevangen lichtstralen volgens Dat we dit nog mogen meemaken, onze zoon met z'n eigen mobiele wegrestaurant! kleur werden uitgeschift (spectrum) alsmede een bijzondere soort foto camera (spectograaf). Tegelijkertijd werd door een spiegel-prisma-stelsel het spectrum van een ijzerbooglampen- straal op dezelfde plaat geprojecteerd en vastgelegd. Op de foto's kon zelfs het lekenoog in het spectrum lijnen zien, waaruit de terzake deskundigen konden opmaken uit welke materialen de lichtbron be stond. Teneinde van de zich verplaat sende zon een stationair beeld op de gevoelige plaat te verkrijgen (belich tingsduur van de gehele verduistering, d.i. minstens zes seconden) moest een compensatie-constructie worden toe gepast; dit bestond uit een stel rond sels e.d. met de hand bijstelbaar en voortgedreven door een kleine motor, gemonteerd op één der peilers van de instrumenten-groep, waardoor of wel het stel spiegels dan wel het occulair van de spectograaf werd bijgesteld. Om redenen, ons toen wel medege deeld maar nu te lang geleden om uit de herinnering op te diepen moesten de horizontale as van de hoofdspiegel en de denkbeeldige verbindingsas spectograaf - lichtuitschiftingstoestel evenwijdig lopen aan de aardas. Hier voor was een astronomische peiling onontbeerlijk. De eerste veertien da gen bleef de zon onpeilbaar en werd volstaan met een provisorisch kompas richting verkregen met een landmeters- boussole. Na het nemen van een as tronomische peiling bleek de provi sorisch aangenomen richting zo veel van de werkelijke af te wijken, dat de diverse instrumentjusteervoetjes maar nog net op het randje van de reeds ingemetselde voetplaatjes konden rus ten; een dubbeltje op z'n kant dus. Van de drie chronometers werden de met krukjes vastgezette balansjes vrij gemaakt, de wijzers met de hand zo dicht mogelijk bij MTG gedraaid (heus nautici, zo gebeurde het), een forse horizontale draai en ze liepen weer. De dagelijkse stand werd bepaald met behulp van een van de meegenomen waarnemings-horloges. (wordt vervolgd) 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 13