Zwerverstocht langs de Thaise hast
In de greep van een verre horizon.
Het was op zoek naar de hier geschetste vergezichten, dat ik me hoog in de
lucht liet vervoeren. En dan Gg. Tangah, Jakarta, waar mijn gedachten het meest
naar terug keerden, als ik herinneringen opriep naar het moederland Indonesië.
Al de factoren voor een gelukkig leven lagen daar: jezelf zijn, vrienden en een
vertrouwde omgeving, een toekomst vol beloften - en dan - als blikseminslag
de verwoestende oorlog. Wèg gelukkig leven, wèg zeker uitzicht op een be
vredigende toekomst, die alleen nog maar bestond uit een rokende puinhoop.
Met die gedachten bevond ik mij op weg naar Tempo Doeloe.
Voor de andere passagiers had ik niet
veel aandacht: dikke, behaarde armen
uit korte mouwen stekend - vakantie
gangers op "reis", het doet er niet
toe waarheen, dit keer naar het Verre
Oosten. Je vraagt je soms wel af
- als er wat gebeurt - opeengepakt
de stewardessen wèl lief, maar in een
spannings-moment? Bahrein is de vol
gende landingsplaats. Door de raamp
jes blikkend: talrijke lichtjes - nou ja -
olie, veel geld, dus het kan er af. Tot
dat je met een schok rechtop gaat
zitten: dat zijn geen lichtjes, maar
sterren! En als een vloed dringen de
herinneringen en gevoelens bij je bin
nen, totdat je opzwelt: dat is ook zo -
die heldere tropennachten! Dat was
een van de kenmerken van Indonesië,
waarom je het zo lief had: als kind, in
een hansop - blote voeten op de stoep
- in de voorgalerij zittend, een half
uurtje voor het naar bed gaan; en maar
naar de zwarte hemel kijken en je ver
wonderen over de karbonkels van ster
ren en dan ineens: vallende sterren als
bliksemschichten tegen het zwerk.
Het borrelde in mij op en opgewekt en
lichtvoetig schaarde ik mij in de rij
voor een uitstapje van een uur naar
het luchthavengebouw. Met belang
stelling bekeek ik de mensen van dit.
voor mij, nieuwe land. Een soldaat op
wacht, slapende - in burnousen ge
klede Arabieren - op rustbanken. Voor
mij begonnen de tropen hier en nu!
De volgende stop zal Bangkok zijn.
Over het verblijf daar valt weinig te
zeggen, alléén: uitkijken voor taxi
chauffeurs met donkere brillen. Ook
in de omgang met ambtenaren is het
geboden zéér op je hoede te zijn. Wie
Bangkok uitgebreid wil bezoeken zal
zeker dingen en plaatsen vinden die
aan zijn smaak voldoen. Goedkoop en
goed en snel kleren laten maken. Voor
mij was Bangkok echter niets, behalve
de koningsstad, een groot gedeelte in
het midden, waar nog de sfeer van de
middeleeuwen heerst, beleefd op een
Thaise wijze. De hoge muren met
daarachter de gouden koepels er bo
ven uit stekend en buiten deze muren
als het ware als dwergen afstekend:
het gewone volk, met talloze kraamp
jes met lintjes en anderssoortige ver
sierselen: een bont en vrolijk gekrioel.
Het was van Bangkok uit, dat mijn
eigenlijke (boot)-reis zou aanvangen.
Daarom besteedde ik wat meer aan
dacht aan het volk, dat zoals bekend
voor een deel uit Indonesië afkomstig
moet zijn, naar men zegt Buginezen.
16
Zij zien er ook vaak typisch, bv. Ja
vaans uit en de vrouwen dragen sa
rong en kabaja. Het zijn meest land
bouwers, vissers e.d., maar ook amb
tenaren. Ze zijn hier soms als verove
raars gekomen en dat willen ze heden
nog wel weten. Ze zijn vaak arrogant
en verwaand en op zijn minst ge
reserveerd. Toch kon ik op den duur
wel kontakt met ze krijgen en dan
bleken ze eigenlijk niet te verschillen
van bv. Indische mensen. Een ander
deel van het volk wordt gevormd door
- natuurlijk - Chinezen, die naar het
zich laat aanzien nogal wat te verdra
gen hebben van dit Maleise ras. Ze
verkeren in een niet-aangename posi
tie, ondanks het feit dat (of misschien
juist doordat) zij veel middelhandel
beheersen.
Natuurlijk is er ook nog een groot ge
mengd ras, waartoe zo gezien de ko
ninklijke familie ook behoort. Deze
wordt vaak afgebeeld met een zwaard
half uit de schede en dat symboliseert
dan de houding van het Thaise volk:
martiaal. Ze hebben dan ook een Spar
taanse levenswijze: gelachen wordt er
niet, maar in plaats daarvan wel vaak
zeer gemeen gekeken. Toen ik bij een
bezoek aan een familie, een baby in
handen geduwd kreeg en ik deze door
wat friemelen aan het lachen wist te
krijgen, was de verbazing van de aan
wezigen duidelijk merkbaar.
Spartaans is ook de inrichting van het
huis, dat op palen is gebouwd en wel
zo hoog, dat de ruimte onderin als
dagelijks verblijf wordt benut, waar
de wind van alle kanten doorgang kan
vinden, de planken van de leefruimte
boven zijn met opzet van spleten voor
zien, wat wel heerlijk koel is, maar
het nadeel heeft, dat als je een lepeltje
laat vallen, je wel de trap af moet om
het beneden weer op te halen. De
meeste huizen zijn van mooi Thais-
teak gebouwd, maar desondanks leu
nen ze vaak scheef door het ontbre
ken van de "heilige" driehoek in de
konstruktie. Hoewel men over het al
gemeen wèl voorzien is van Honda's
buiten de deur, T.L.-verlichting en
soms air-conditioning, is het meubilair
schaars en slaapt men op een kleedje
op de harde planken, welke met de
koude wind, die daar doorheen waait
en de gedachte aan mogelijke insecten,
enz., een merkwaardig slaapgebruik
oolevert.
De familie, waar ik op bezoek was, be
schikte nog over een groot erf met
klapperbomen, ongeveer zo groot als
een voetbalveld, maar een broer woon
de daar met zijn familie ook nog op in
een apart huis. Je vraagt je wel af:
een motorfiets, radio en een soort
speedboat met een stevige buitenboord
motor. Waar is die armoede, waar men
zo veel over hoort, waar zij ook altijd
over klagen; de taxi-chauffeurs heb
ben of bloedjes van kinderen, die hun
een onwaarschijnlijk groot bedrag aan
schoolgeld kosten, of de chauffeur
heeft een zoon, die ten einde raad en
om zijn oude moedertje in het Noor
den des lands te kunnen onderhouden,
uit wanhoop maar Thais bokser is ge
worden, wat hem elke dag een doods-
klap kan bezorgen, alles om je beurs
wat gemakkelijker open te doen gaan.
Wat men hier, maar ook overal elders
in de Oost tegenkomt, is de onbe
schrijfelijke vervuiling, van zowel mens
als have met dien verstande, dat er in
deze streek van Thailand - nl. de kust -
bijna geen regen valt en water een
schaars artikel is, dat aangevoerd moet
worden met tankauto's of verzameld in
rijen martavanen of in vierduizend liter
stalen of betonnen tanks op het erf.
Converseren gaat heel wat hulpmidde
len kosten - een weinig Engels - veel
gebaren. Enige woorden uit het Maleis
zijn nog overgebleven, zoals laut,
ngang-grang, die de gehele kuststreek
als woonverblijf gekozen hebben, tot in
Bali toe, waar zij zelfs de tjitjaks de
buit ontnemen en er ook geen been in
zien om grote wespen aan te pakken
en te overmeesteren. Veel gebruikte
Thaise woorden, welke men hoort zijn
zoiets als "papaja" voor vreemdeling
of europeaan en "kap", dat ja betekent.
Als men een meerdere tegen een min
dere hoort spreken, dan komt uit de
mond van deze laatste voortdurend:
kap - kapkapkap - kapkap.
Na enig zoeken en onderhandelen, be
schikte ik dan over een boot - een