Reisbureau Holwerda
AMSTERDAM - JAKARTA v.v.
17
rechtstreekse verbinding
1975,per persoon (inclusief de laatste olieverhoging)
Wij verzorgen uiteraard ook al uw andere vakantie- en zakenreizen
naar diverse bestemmingen.
De nieuwe zomerprogramma's voor 1980 zijn nu uit.
Vraag deze en alle overige informaties geheel vrijblijvend bij:
Loosduinsekade 497, 2571 CM Den Haag
Tel. 070 - 46 89 50 of 46 89 51. Telex Holwé 32743.
houten vissersvaartuig voorzien van
een latijns zeil, dus met een spriet
boven en onder, natuurlijk van bambu.
Deze zeilen zijn van zo'n lichte stof
gemaakt, dat men ter bevestiging strik
jes van hetzelfde goed gebruikt, wat
weer een aanwijzing geeft voor de
zeer lichte winden, die daar gewoonlijk
heersen. Op de dag van mijn vertrek
scheen de weersvoorspelling niet zo
goed, daar lieden op het strand aan
wezig, door middel van gebaren zeer
dramatisch schenen aan te duiden wat
mij stond te wachten: een plotselinge
windstoot door middel van bolle wan
gen en een proest, gevolgd door om
slaan en een jammerlijke dood, ver
tolkt door met gesloten ogen en
slappe handjes een rollende beweging
over het zand te maken.
Enfin, het roer omgooiend en het zeil
aanhalend, begaf ik mij op weg naar
het eerste doel: een paar eilandjes
voor de kust, ongeveer een drie uur
zeilens, wel met enig wenkbrauw-fron
sen, niet alleen om de weersvoorspel
ling, maar ook om de haaien, die, naar
een visser mij met een zorgelijke blik
aanduidde, daar buiten rondzwommen
en zo dik waren als - en hij wees met
zijn vinger naar een dikke klapperstam.
En inderdaad, na een paar uren ge
varen te hebben, begon de wind op
te steken en al spoedig regende het,
dat het kletterde, gepaard gaande met
- zoals uit Indonesië ook bekend -
plotselinge windstoten. De nacht viel,
de wind werd tegen, en tezamen met
de heftige regenvlagen, bliksemschich
ten, een bijna kantelende boot, ver
langde ik toch wel naar een rustig
plekje. Bovendien kwam ik met het
zeil in grote moeilijkheden - de boven
ste spriet raakte verward in de tuigage
en er kon dus niet meer gereefd wor
den - en er verschenen al spoedig
scheuren in het zeil, wat aan de an
dere kant natuurlijk wel hielp de wind
er doorheen te laten blazen in plaats
van erop. Al met al, een roerige
avond en het was pas om een uur of
10, dat ik met behulp van de roei
spaan het anker kon laten vallen op
een beschutte plaats. Eerst warme
koffie zetten en wat kwee-kwee eten
en dan slapen, onder de tent, die ik op
de boot kon opzetten, alles bij elkaar
zo gek nog niet.
Op die manier reisde ik de hele kust
af tot bijna Cambodja toe.
Deze streek lijkt veel op Indonesië:
dezelfde blauwe en heldere zee, de
zelfde zon, des ochtends heerlijk ver
warmend na een koude nacht en tegen
12 uur van een prikkende hitte, maar
toch altijd nog te verkiezen boven kou
en het is merkwaardig, hoe vlug men
daaraan gewend raakt.
Als ik hier in Holland, voor de schrijf
machine gezeten, zo terug denk aan
die reis, dan vraag ik me af, wat ik de
lezers van Moesson over die reis moet
vertellen. Aan de ene kant zijn de be
levenissen talrijk geweest, aan de an
dere kant zijn mijn eigen gevoelens
daarover gemengd: het was geen va
kantiereis - vaak heb ik gedacht als ik
op een bijzonder fraai plekje aange
komen was: als dit nu maar een on
bezorgde vakantiereis was geweest,
wat had ik dan kunnen genieten. Nu
ging voortdurend de gedachte door
mijn hoofd, dat ik een doel te berei
ken had en dat elk verblijf efficiënt
benut moest worden. Tevens had ik
mij vast voorgenomen, dat ik op de
een of andere wijze mij weerbaar
moest maken! Het zijn daar allemaal
militaire regimes, waar willekeur en
machts-misbruik - zo mag ik het toch
wel noemen - dicht om de hoek liggen.
Tevens houdt dat niet in, dat grote
groepen van de bevolking niet over
wapens zouden beschikken. Enig idee
van de gevaren, die er heersen, levert
bv. de opmerking, dat alle vissers,
met de grootste spoed vanuit de bo
dem van hun boot een geweer of re
volver kunnen opduiken. Al zijn het
gewoonlijk oudere wapens. Ik ben mijn
boot - en bijna mijn leven - aan der
gelijke vissers-piraten kwijt geraakt,
die de beschikking hadden over een
tommygun. De recentste berichten
over piraterij van Vietnam-bootvluchte-
lingen verbaast mij dan ook niets.
De hele kuststreek daar wordt, zoals
ik al eerder aanhaalde, bewoond door
een maleis ras, oospronkelijk verove
raars en piraten. Je hebt er waarlijk
klassieke roversgezichten onder met
toch ook een duidelijke aristocratie.
Het is merkwaardig - in een bepaald
geval - een "baboe" op je af te zien
lopen in een vuile sarong en kabaja,
maar met de gang en houding van een
onvervalste lady: het haar kort geknipt
in een pony. De man, even vuil - ze
waren uit een middagdutje op een stof
fige baleh-baleh overeind gekomen,
wees mef een trots gebaar met zijn
duim op zijn borst en kondigde aan:
"Me - Thai!", daarbij zijn tanden ont
blotend in een soort grijns, dat waar
schijnlijk een lach moest voorstellen.
Ik kende die grijns maar al te goed:
van Engelse douaniers, ook een ver
overaarsvolk in deze periode van de
geschiedenis. Maar goed, zo kan ik
nog even doorgaan, maar dit is een
reisverslag van hoofdzakelijk land
schappen en niet van psychologische
factoren.
De kust van Thailand is onbeschrijflijk
mooi. Tal van eilandjes vóór de kust
die zelf op talrijke plaatsen toegang
verschaft tot soms reusachtige baaien,
die gekartelde zijden hebben, uitlopend
in kreekjes, beschutte hoekjes met
zandstrookjes e.d., een dorado voor
de jachts-man. Het enige bezwaar is
de grote droogte, wat de plantengroei
op die rotsen beperkt tot doorngewas,
waar het moeilijk doorheen komen is,
afgewisseld met kuststreken met klap
perbomen en mangrovebossen. Op elk
van die plekjes heb ik wel een nacht
of paar nachten doorgebracht, elk met
zijn/haar eigen bekoring, maar ook ge
varen. In een mangrovebos logerend
- ik had een klambu - stond ik de vol
gende morgen vroeg op, immers de
ochtendstond heeft juist daar goud in
de mond, zag ik aan de rand van de
boot in het water een grote slang -
nou ja groot, voor iemand, die na jaren
weer een slang ziet, wordt dit al gauw
zo ervaren - die een grote vis in zijn
bek had. Daar had je het al. Bij de
aanvang van mijn reis had ik wel wat
informatie ingewonnen en als ik het
over slangen had, antwoordden ze al
tijd ontkennend, wat mij bevreemde,
daar Thailand een deel is van het vas
teland - een waarheid als een koe -
en daar zijn de cobra's natuurlijk be
kend. Mijn boot voortduwend door het
ondiepe water, trapte ik binnen een
uur bijna op weer een (kleinere) slang
- zodat men gerust mag zeggen, dat
het daar van de slangen wemelde.
Als mij iets van de zee in die gebieden
trof, in vergelijking bv. met de Noord
zee, die ik ook in een bootje bevaren
heb, dan is het, behalve natuurlijk die
overheerlijke warmte, waarbij zwem
men op elk uur van de dag een genot
is en het erdoorheen waden een hele
dag geen bezwaar, de heerlijke hel
derheid van het water, wat je een
goed zicht op de bodem en koraal
partijen oplevert en de levendigheid
en rijkdom - hoewel dit laatste ook
voor de Noordzee geld - van het vis
ieven. De hele dag zie je er rondom je
en ook beneden je, de voorbeelden
vanfonteinen van spierinkjes, die
voor een of andere vijand of voor puur
plezier, uit het water opspuiten als de
"hanenstaart" van een speedboat; een
rog, die een halve meter boven het
water uitspringt met een verwaande
houding van "kijk, ik kan vliegen"; of
een van de spectaculairste vissen, die
(lees verder volgende pagina onderaan)