<~lÜelkom thuió in jimahi
1
h«L
Ik ken Bandoeng niet. Ik ben er vóór
de oorlog een paar keer geweest en
dat is alles. Toch roept deze stad,
maar vooral het nabij gelegen Tjimahi
(Cimahi), garnizoens-plaatsje van het
voormalige K.N.I.L. bij mij herinnerin
gen op aan mijn diensttijd en daar
wilde ik, alvorens verder te gaan,
eerst iets over vertellen. Bestaat er
wel één plaats in dat grote Indonesia,
waar deze of gene van ons, géén her
inneringen aan heeft?
In de jaren 1934 en 1937 moest ik er
voor herhalingsoefeningen zijn. Ons
wapen was het kleine, maar venijnige
7,5 cm Bofors-kanon, (de Boffers, dat
waren wij!) dat je binnen de zoveel
minuten uit elkaar moest plukken, de
onderdelen vervolgens op 8 paarden
laden, natuurlijk weer afladen en in
elkaar zetten. Als je dat een paar maal
achter elkaar gedaan had, was je vol
komen kierewiet. M.i. was de slijtage
van het materieel veroorzaakt door dit
telkens maar weer uit elkaar halen en
in elkaar zetten, het overmatige en
vaak nodeloze poetsen, groter dan
door het eigenlijke schieten. Je leerde
dat dit kanon geen wielen maar raden
had; geen loop, maar een kern of
schietbuis. „En wee je gebeente, als
je de schietbuis laat vallen of op de
een of andere manier beschadigt. Man,
je krijgt 'm op schuld, nou dan zijn je
achterkleinkinderen er nog niet mee
klaar"! zei een beroepswachtmeester
op dreigende toon. Ik heb in mijn leven
nog nooit iemand ontmoet, die in staat
was de gehele dag door zó te vloeken
en godslasterlijke taal uit te kramen,
als deze knaap. Als je het mij vraagt
leed hij aan een ongeneeslijke vorm
van „tropenkolder" (ik denk dat het
juiste woord „tropenkoller" is, afgeleid
van het Franse woord „colère", dat
woede, drift, razernij betekent). In feite
was hij het die in de tangsi de dienst
uitmaakte. En de baas van de arme
reserve 1ste luitenant, die evenals wij
op herhaling moest.
Op de geweerschietbaan, de luitenant:
„Er wordt met de karabijn geschoten
ZONDER bajonet".
De wachtmeester: „Halt. Er wordt met
de karabijn geschoten MET de bajonet
op het geweer".
Wat moest het nou zijn? Met of zonder
de bajonet? De wachtmeester won het
pleit. Er werd geschoten MET de bajo
net op het geweer!
Maar als de batterij uitrukte en door
het zeer zware, maar schitterende
bergterrein van de Preanger trok, dan
vergat je al gauw de bokkige paarden,
de raden, de schilden, de schietbuis
het affuit, het loodzware kulasstuk en
de G.V.D.-wachtmeester en keek je
alleen maar naar de verre blauwe ber
gen, met witte wolken omkranst.
De batterijcommandanten, alle be
roepskapiteins, hadden stuk voor stuk
bijnamen. Een was blondgelokt en
heette „Het Blanke Opperhoofd". Een
tweede sprak met levendige handgeba
ren, waarbij telkens met de vingers
prikbewegingen in de ijle lucht werden
gemaakt. DUS: „Toekang Pentjak!"
Ik hoor nog, wij stonden in het gelid,
een vent achter mij zeggen: Kijk uit
lohl De kapitein, hij ken „spelen".
„Tot goed begrip: men zei vroeger in
het oude Indië, dat iemand kon „spe
len", als hij een of andere Indone
sisch vechtmethode, meestal pentjak,
ietwat lijkend op karate, beheerste.
En dan was er nog een derde, een
kapitein van Indonesische nationali
teit, die het steeds over „Samsoe"
had. Duidelijk nietwaar? Dat was kapi
tein Samsoe!
Eens stond onze batterij in stelling
ergens bij Tjikampek op een veldje
hoge, kurkdroge pollen sereh. En dan
sta je daar maar te staan in die kol
kende hite. En toen het donker werd
stonden wij daar nog en ging je maar
pitten op de grond naast het stuk met
boven je een blauwe hemel, waaraan
sterretjes flonkerden. Zo simpel was
dat. En om tien uur kwam de keuken
wagen en werd onder luid hoera snert
verstrekt. Eindelijk kwam pagi-pagi
het lang verwachte commando! „Eerste
stuk!! Vuurrr". De gehoorzame Bofors
reageerde prompt met een nijdig
.WLADAMM" en spuwde meteen een
Het parkje met de prachtige Koningspalmen
in het hartje van Tjimahi. Schoolkinderen
spelen er in de uitspanning.
meterslange, gloeiende mondingsvlam
in de kurkdroge sereh. Die meteen in
de fik stondl We hebben zelden zo
hard gelopen, om de granaten „ge
zwind" en,,met bekwame spoed" in
veiligheid te brengen
's Middags na de dienst, pakte ik een
gehuurde fiets en trapte naar Ban
doeng, waar een getrouwde zuster
van me woonde, 's Avonds peddelde
ik weer naar de tangsi van Tjimahi
terug. En wat deed je zoal in de stad?
Een paar vrienden opzoeken, een
keertje naar de bios of ergens op
Braga een biertje Tjap Koentjie pak
ken... Ik hoop u niet verveeld te
hebben met mijn herinneringen, die
boven kwamen, toen de trein naar
Bandoeng naderde.
G.H.B.
■s» t i\
Straat voor het oude raceterrein dat geen raceterrein meer isHet Militaire Hospitaal Tjimahi
8
(foto's: Poirrié)