Van een krijtje, een leitje en nog meer. Op het station van Bangil splitst de trein van Surabaya zich in tweeën. Eén deel gaat naar Malang en het andere gaat Oosthoekwaarts. Door de verschillende handelingen, die het stationspersoneel moet uitvoeren om deze treinsplitsing tot stand te brengen, blijft deze trein langer op Bangil, dan overeenkomt met de belangrijkheid van dit plaatsje. Toch zullen we hieronder duidelijk aantekenen, hoe belangrijk Bangil wel is. Wie van deze lange stop profiteren, zijn wel de ventertjes, die op vragen de, toch overredende toon zingen: "Lemper, lemper, lemperrrr", of "Kè- reket? Kèrreket?" langs de raampjes of in de wagons. Zo werden de lem- pers en croquetjes van Bangil wereld beroemd bij de Surabayanen en in het bijzonder de forensen. Toch heeft Bangil nog iets anders, dat niet weinig heeft bijgedragen tot de faam van dit pretentieloze plaatsje. Dit is nl. de SATEE KAMBING Bangil (satee van geiten of lamsvlees). Eén van de bekendste warongs aldaar heet "BEDJO UNTUNG". Bedjo en untung zijn eikaars synonie men en deze twee woorden hebben nog veel meer synoniemen. Alle goe de dingen schijnen veel synoniemen te hebben, maar ook slechte dingen; bv. hoeveel synoniemen heeft b.v. het woord stelen. BEDJO (Jav.) betekent o.a. geluk, voordeel, profijt, winst, baat, enz., enz. UNTUNG (Jav., Indon.) betekent hetzelfde. Ook kan hiermee bedoeld worden: een buitenkansje, of een mazzeltje. De "sales promotion" geschiedt bij deze warong op de volgende wijze: Als de satee geroosterd wordt dan ge beurt dat op een zeer opvallende plaats en liefst zo dicht mogelijk bij de straat. Dus een soort "aan de weg timmeren". De rook van het houts koolvuurtje wordt met een "bamboe zen kipas" in de richting van de voor bijgangers gewaaid, en verder de wijde wereld in. Bij gunstige wind kan in een radius van wel honderd meter, het aroma van vlees dat geroosterd wordt (gemengd met de specifieke muscus- geur van de kambing) goed waarge nomen worden. Hoe dichter men bij de warong komt, hoe dwingender deze "reclamelucht" wordt. Komt de warong binnen gezichtskring, dan ziet men eem jonge man bij een rooster staan, bezig satee te bakarren, met de ene hand de stokjes verschik kende en met de andere hand de geu rige rook weg wapperend. Naast hem, binnen handbereik hangt de achterste helft van een vet schaap, gevild en wel. Van dit stuk beest wordt bij tijden een stuk vlees, een stuk vet of een stuk lever afgesneden, om tot satee te worden. Sommigen vinden dit stuk rauw dier griezelig, maar bij de fer vente sateevreter veroorzaakt dit een heftige reactie in de klieren van mond en maag, vooral als hij gezorgd heeft, dat hij juist tegen lunchtijd langs komt. Als in trance stopt en parkeert hij de wagen, wetende, dat de andere inzittenden geen principiële bezwaren zullen opperen, want ook voor hen is het lunchtijd. Allen stappen uit en "mampirren" even bij de afdeling "ba- kar satee", bewonderen het stuk vet schaap (vooral de staart) en bestelt meteen, wat men graag wil hebben. De "gulé special" is niet te versmaden, dus ieder bestelt een portie satee, één portie gulé en een bord witte rijst. In een open ruim vertrek staan vele ta fels met grote stopflessen, gevuld met allerlei heerlijkheden, o.a. verschillen de kroepoeksoorten en droge gebak jes. Zowel op tafel als langs alle wan den, zijn honderden flessen met meer kleuren dandemooisteregenboog. Het geeft een feestelijke indruk en voor de voorbijganger is het een echte blikvanger. De wereldbekende merken van dranken zijn hier vertegenwoor digd zoals Fraser Neave, Pepsicola, Fanta, Greenspot, Heinekens, Anker, etc., etc. ES TEH is er ook, maar ge bottelde zoete thee is ook verkrijgbaar als nieuwigheidje. In afwachting van het bestelde, opent men de stopflessen en neemt wat van zijn gading is, bij wijze van "hors d'ouvres". De kuwé semprong is hier erg lekker en smaakt naar pisang. Dan komt het eten. Wie "compleet" besteld heeft, krijgt drie bordjes toe geschoven, een bord rijst, een bord dampende gulé en tenslotte een bordje met satee, ook dampend in zijn zwarte sausje met er bij gevoegd een beetje gesneden sjalotjes, een schijfje ci troen en een klein hoopje fijngewreven lombok tjempling op de rand van het bord. De goedgetrainde sateegenieter perst wat citroensap op de satee, mengt naar smaak een deel of alles van de lombok in de sateesaus. Hij neemt vervolgens een paar lepels gu lé en giet dat op een plekje van de rijst, mengt er wat sateesaus in en neemt een paar happen. Al kauwende grijpt hij een sateestokje en schuift één of twee stukjes in zijn mond. Zo gaat het verder. LEKKERRRR! Een satee heeft aan het stokje een vleesje, een vetje, een stukje lever en tenslotte weer een vleesje. En groot, dat de stukjes zijnl De doorsnee-eter eet 5 satee's, de krachtpatsers, die er wel tien aan kun nen, wordt toch geadviseerd om eerst vijf te bestellen, want dan krijgen ze de volgende vijf weer warm. Na gevoed en gelaafd te zijn, vraagt men om de rekening. Een vriendelijk glimlachende jonge man komt met een krijtje en een leitje in zijn handen, waarop al de verteringen van eten en drinken vermeld staat. Maar, men heeft ook een aanval ondernomen op de in houd van de grote stopflessen. Deze vertering mag men zelf naar waarheid opgeven en blijkbaar wordt er van dit (lees verder volgende pagina onderaan) "Sales promotion"een krijtje en een leitje llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllHIIIIIIIIIIIIM 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 16