^zBerretty Een week voor Lebaran en je wandelt op Tunjungan. En natuurlijk zie je na een tijdje ook het gebouw van Berretty (zie Moesson van 15 aug. j.l.)- Even later kom je langs een hele rij stalletjes die prachtige Lebaran-kaarten verkopen. Meestal dubbele kaarten, voorop een fraaie foto van een of andere moskee en binnenin de wens. Udji en ik blijven bij één van die stalletjes staan want Udji wil ook nog wat wensen versturen. Terwijl ik mijn ogen langs al die ui-vormen van de prachtige moskee-foto's laat gaan, valt mijn blik plots op ééntje die anders dan anders is. Het is nl. helemaal geen moskeeplaat. Ik bekijk de foto wat naderverdorie! het is het kasteel van Berretty in Bandung! Waarschijn lijk dacht de maker van deze kaart: het is toch ook een groot, wit, hoog gebouw met rondige vormen? En al is het dan geen moskeeeen knies-oor die daar op let I r Handelsblad-concern. Het was De In dische Courant, onder hoofdredacteur schap van Jansen. Een van de be kendste redacteuren was G. H. von Faber, oprichter van Pendidikan Umum, een instelling die als stichting niet al leen een museum onder haar beheer had maar met bekwame leerkrachten ook leerlingen opleidde voor een aan tal examens, die hen in staat stelden een werkkring in het bedrijfsleven te vinden. Bob von Faber had zich na de oorlog, na onenigheid met Kolling, uit de geregelde journalistiek teruggetrok ken maar bleef af en toe bijdragen aan De Vrije Pers leveren, later ge lukkig ook weer aan het Nieuw Soe- rabaiasch Handelsblad. Medewerker van De Indische Courant was ook Willem Walraven, die voor zijn wekelijkse krantekolom uit Blim- bing bij Malang overkwam, zijn pen in venijn doopte en het overheidsbeleid hekelde of, als hij daar reden toe zag, de samenleving kritiseerde. F. Scham- hardt schreef vrij uitvoerig over hem in het Walravennummer, aug./sept. 1949, van het maandblad Oriëntatie. Walraven was een zeer controversiële figuur, die mij bij mijn korte werkzaam heid bij de Indische Courant evenwel zeer beminnelijk tegemoet was getre den. Een van de naoorlogse redacteuren bij de krant in Soerabaia was Jan Boon, toen al een vrije vogel, die er weinig voor voelde zich lang te schikken in het keurslijf van een verslaggever, die op vaste tijden zijn nieuws binnen brengt. Zijn grote kracht lag in zijn fantasierijke verhalen - ik herinner me de naam Knouff voor die artikelen - die ondanks het messcherpe opmer kingsvermogen en geestigheid van de schrijver door hun lengte soms niet in de krant konden worden opgenomen. De dagelijkse krant telde, krachtens een overheidsoekase, slechts vier pa gina's, waarvan twee met advertenties waren gevuld, terwijl de eerste twee pagina's redactioneel nieuws bevat ten. Papierschaarste of niet, alleen bij hoge uitzondering mocht de krant in de vijftiger jaren meer dan vier pagi na's tellen. Het was dan ook vrijwel onmogelijk al het dagelijkse nieuws in de krant te plaatsen zonder de be richten drastisch in te korten. Jammer genoeg voor het Soerabaiasch Handelsblad ging Jan Boon dus vrij vroeg voor deze krant verloren maar gelukkig heeft hij zich als Tjalie Robin son bij de Nieuwsgier in Jakarta vol ledig kunnen 01 tplooien. Nieuwskleur Hoewel de krant in Soerabaia het internationale en landelijke nieuws bracht, bleek toch steeds meer be langstelling bij de lezers te bestaan voor het nieuws uit de stad zelf en de provincie Oost-Java. Het nieuws uit Nederland werd ook graag gelezen maar de berichtgeving uit ons brave landje aan de Noordzee schommelde te vaak om een parlementaire strijd over een verhoging van de melkprijs met enkele centen. Interessant was de komst van de socialist Suurhoff, die, overigens op uitnodiging van de In donesische regering, de Indonesische vakbonden wel eventjes zou leren hoe zij zich moesten organiseren. Na ver loop van tijd, hij kwam natuurlijk ook naar Soerabaia, was hij geruisloos ver dwenen. Vermoedelijk had de toen vigerende Sobsi hem een koekje van eigen deeg laten proeven. Vooral eigen reportages uit Soerabaia en Oost-Java begonnen steeds meer een plaats te krijgen in het Nieuw Soe rabaiasch Handelsblad en het bleek dat dit goed bij de lezers aansloeg. Tegelijkertijd werd zoveel mogelijk ge tracht de distributie van de krant tot in de verste uithoeken van Oost-Java op dezelfde dag te laten plaatsvinden. De dynamische directeur Melger heeft hiertoe o.m. sterk bijgedragen. Met een soort verwonderde bewonde ring heb ik in die naoorlogse periode vaak gekeken naar de geestdrift, waar mee elke dag opnieuw de krant werd gemaakt en bezorgd, of het nu de In donesische zetters waren die geen Ne derlands spraken of verstonden, om een voorbeeld te noemen, of de Chi nese medewerkers bij de administra tie of de Indonesische, Chinese en Nederlandse leden van de redactie. Het leven van deze landaarden naast elkaar, gericht op één doel, het zo goed mogelijk maken van een krant, heeft mij altijd sterk geboeid. Genoeg nieuws Soerabaia en Oost-Java leverden vol doende nieuws om een gehele krant te vullen. Voorbeelden, afgezien van de gewone korte nieuwsberichten: de manifestaties van de Kunstkring, die vaak verraste met het optreden van toneelgezelschappen uit Nederland en van internationaal bekende kunste naars en ook uit Indonesië zelf; ten toonstellingen van Indonesische kun stenaars, o.a. bij Lo Pik Gan; bijeen komsten en activiteiten van de Wo men's International Club en van andere, Indonesische vrouwenverenigingen, die een breed terrein van sociale werk zaamheid ontgonnen. Dit deed de re dactie de noodzaak inzien van een vrouwenrubriek, als gevolg waarvan het Nieuw Soerabaiasch Handelsblad met een wekelijkse vrouwenpagina kwam. Dan waren er natuurlijk de ver schillende modemanifestaties, plaatse lijk georganiseerd of gebracht door de Soerabaiasche Joyce Mouthaan, die echter te Djakarta woonde. Laatste krant Eigenlijk had ik willen eindigen bij mijn vorige ontboezemng maar het werke lijke slot van de in de Nederlandse taal verschijnende krant in Indonesië, (lees verder volgende pagina) 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 15