I SURflBflVfl - 5KVÜNE INiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin Even piekeren, kent u ai deze moderne gebouwen in Surabaya? Ze staan niet zo op een rij, we maakten er een collage van, weet u de juiste plaatsen? (zie oplossing pag. 38) niet met de algemene inhoud van de verhalen? "Maar heeft u dan in uw hele leven nog nooit wat ondervonden, waarvan u zou kunnen zeggen: hé, wat vréémd, daar klopt iets niet?informeerde de assistent-resident-in-ruste belang stellend, En de bekende reporter voeg de daaraan toe: "Ja, zo iets, waarover men een verslag uitbrengt onder het kopje van: "Een duister zaakje" "Nu u het mij op-de-man-af vraagt", antwoordde de zee-officier, "ja, één maal. En nég geloof ik steeds, dat er toen iets met mij niet in orde was Het gebeurde op een avond, jaren ge leden, in Soerabaja. Het was toen om streeks dezelfde tijd van het jaar als nu. Het liep tegen Kerstmis. Het was miezerig, triestig weer. Op de natte, gladde asfaltwegen glimmerden de re flexen van de lichtreclames. Ik had juist een zware dienst achter de rug en moest precies om half één 's nachts weer in de kazerne aan de Oedjoeng terug zijn. Ik hoopte - zij het maar voor een paar uurtjes - eens wat afleiding te kunnen genieten en reed daarom met mijn auto naar "La Gaieté". Daar was het altijd modern en mondain, daar had ik de meeste kans om kennissen te ontmoeten. En zo gebeurde het dan ook. Ik kwam spoedig in een kring van ge zellige kennissen terecht. Wij zaten om en om, dat wil zeggen iedere heer zat naast een dame en omgekeerd. Welke dame die avond aan mijn linkerzijde heeft gezeten, weet ik heus niet meer. Voor mijn verhaal doet 't er niet toe, want ik werd geheel in beslag genomen door mijn rechterbuurdame. Van de eerste kennismaking af voelden wij ons tot elkaar aangetrokken. Wij hadden zó contact met elkaar. Maar als u me vraagt, of het "liefde op het eerste gezicht" was, dan moet ik dit ten stel ligste ontkennen. Liefde, althans sexu- ele liefde, was bij ons persé niet in het spel, wél een onverklaarbare gren zeloze sympathie". "Ik zou het gevoel, dat toen bij me opkwam, willen vergelijken met de sterke band, die tussen man en vrouw kan ontstaan tijdens een veeljarig ge lukkig huwelijksleven. Het was of wij elkaar reeds lang, zéér lang gekend hadden. Zij reageerde, hoewel ik 'r bij mijn weten nooit eerder ontmoet had, op de minste mijner attenties en ik... ik las letterlijk haar gedachten. Wilde ik een dansje maken, dan voelde zij dat aan en stond reeds op vóórdat ik 'r goed en wel gevraagd had en wilde zij bijvoorbeeld wat drinken, dan stond het verlangde drankje al op tafel nog vóórdat zij d'r bij wijze van spreken om gekikt had" Van Kranenburg pauzeerde even, leun de achterover in zijn stoel om het tafe reel van jaren her weer dieper in zijn geest te prentenBuiten viel een motregen, zacht en fijnDe stapel denneblokken in de haard was inge zakt, doch niemand dacht er over 'm aan te vullen. "Zij had" - zo vatte de verteller de draad van zijn verhaal weer op - "een charmant figuurtje. Zij was even in de twintig en heette Yvonne de Falla. Dat had ze mij verteld. Zij zag er ietwat bleekjes, maar zeker niet ongezond uit. Het was - hoe zal ik u dat trachten dui delijk te maken - alsof zij er was en toch ook weer niet was. Maar,dat zij niet alleen in mijn verbeelding bestond, dus een soort van hallucinatie was, blijkt wel het best uit het feit, dat later ook anderen uit de kring zich duidelijk herinnerden haar gezien met haar ge sproken, zelfs met haar gedanst te hebben. Zij zat er vóórdat ik kwam. Dat staat vast, doch niemand kon zich later precies meer herinneren, hoé zij er was gekomen. De één dacht, dat zij met een ander was meegekomen. Hoe gaat dat, nietwaar?" Van Kranenburg stak nonchalant een sigaret aan, die even later weer uit doofde. Buiten was de mist opgetrok ken en het hield op met motregenen. Het meer ontplooide zich nu weer in al zijn nachtelijke schoonheid. De eer ste kikkers begonnen te kwaken Binnen in de blokhuit was het fris en duister geworden. Het haardvuur smeulde nog wat na, af en toe een knetterregen van vonken veroorzakend. De bijna opgebrande kaarsen flakker den en wierpen grillige, spichtige scha duwen door het grote vertrek "Er is nog één kleine bijzonderheid, die ik u even moet vertellen", begon Van Kranenburg weer. "Eigenlijk niets be langrijks, want zo iets kan iedereen overkomenIk was met Yvonne in gesprek, legde haar, geloof ik, iets uit. Zij nipte van haar glaasje. Ik gesticu leerde misschien wat te druk. Enfin, hoe gaat dat, ik raakte het glaasje per ongeluk aan en het ongeval was ge beurd. Een lelijke bruine vlek was op haar overigens smetteloos witzijden ja ponnetje ontstaan. Ik putte me natuur lijk uit in verontschuldigingen, bood haar aan om het japonnetje te vergoe den maar daar wilde ze niets van we ten"Ik mag het maar éénmaal dragen", verzekerde ze mij. "Even later legde zij haar ijskoud hand je op de mijne - zij had zich het on gelukje blijkbaar méér aangetrokken, dan ze mij had laten blijken - en vroeg hoe laat het was. Ik keek op mijn gou den precisie-horloge, een geschenk van de bemanning van mijn onderzeeër, drukte op 't knopje en liet het uurwerk slaan: kwart voor twaalf. Eerst keek zij vrolijk naar het klokje en luisterde ge ïnteresseerd naar het belgetingel, maar toen het tot haar doordrong hoe laat het al was, werd zij plotseling zeer ner veus. Zij stond op, had nauwelijks tijd om de anderen te groeten, wilde weg gaan, toen ik vriendelijk aanbood om haar met m'n auto thuis te brengen. Zij weifelde een ogenblik, heel kort maar, 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 20