SRI MULAT
Het grappigste cabaret in Surabya.
Wie nooit de Taman Hiburan Rakyat in Surabaya bezocht
heeft zal de naam Sri Mulat onbekend zijn. Op die grote,
enorm gezellige permanente pasar malam, (gebouwd op de
oude Jaarmarkt aan de Cannalaan), vindt u achter op
het terrein een vrij groot theater met de naam Sri Mulat in
neon-letters. Er is welhaast niemand in Indonesië die de
naam niet kent, zoals destijds de naam Miss Riboet een
begrip was voor show-cabaret-toneel.
Voor Rp. 450,of Rp. 300,(misschien nu iets meer)
koopt u respectievelijk een kaartje eerste of tweede klas.
Dat betekent dat u voor 1,50 of 1,ruim twee uur
lang door een uitgelezen gezelschap artisten beziggehou
den wordt met kostelijke schetsjes, muziek en dans in een
non-stop tempo dat niet onderdoet voor een Amerikaanse
showgroep.
Afwijkend van de meeste schetsjes die een Javaans thema
hebben, zijn die van Sri Mulat gebaseerd op het moderne
Indonesische leven. Het programma van dit cabaret wijkt
geheel af van "Dagalan Mataram" bijvoorbeeld, dat meestal
gaat over vorsten en hun familie. Het moderne cabaret
speelt in het leven van de Indonesiër nu, tussen b.v. "be
dienden" als katjong, baboe en meester om het nu maar
eens ouderwets uit te drukken. Maar het thema is modern,
het zijn satires over de verhoudingen, ook in de kampong.
Er zit veel humor in, lering en vermaak, en kwetsend wordt
het nooit. De spelers zijn natuurtalenten, komen niet van
een toneelschool af.
De regisseur gebruikt geen script. Hij vertelt het verhaal aan
de spelers een paar uur voor de voorstelling en de acteurs
en actrices improviseren er lustig op los. Het klinkt onge
looflijk, maar het is waar en wie zo'n voorstelling van Sri
Mulat gezien heeft, gelooft het direct! Er is zoveel actie,
het spel is zo levendig, dat wie de Bahasa Indonesia maar
heel weinig kent, toch geboeid en vooral geamuseerd kan
blijven kijken en luisteren. Er is sinds de oprichting van
dit cabaret in 1961 nog geen twee keer hetzelfde gespeeld!
Amusement voor de toekang betja tot de hoogste generaal,
want de toegangsprijs hoeft geen onoverkomelijk bezwaar
te zijn.
Wie was Sri Mulat?
Sri Mulat werd in 1915 in Solo geboren uit goede huize.
Ze gebruikte nooit haar titel van Raden Adjeng, haar vader
was regent. Ze ging naar de Holl. Inl. School, de Koningin
Emma School en de Mulo, maar verder studeren wilde ze
niet. Ze begon haar toneelcarrière als hulpje in de keto-
prak-groep "Mardi Oetomo" in Magelang. Na een paar jaar
verliet zij het gezelschap en ging over naar de Wajang Irang
groep van Sri Kuncoro in Semarang. Plotseling, tot groot
verdriet van haar bewonderaars, gaf zij haar carrière als
toneelspeelster op en werd krontjong-zangeres bij het "Or-
kes Kerontjong Boeng Mawar". Maar het duurde niet
lang of ze kwam terug als een "anak wajang" actrice.
Haar volgende groep werd "Bintang Soerabaja" onder lei
ding van Fred Young. Tijdens de Japanse bezetting speelde
ze in de groep "Nusantara" en werd ze beroemd door de
rollen met haar partner Pak Koentjoeng, de beroemde
clown uit tempo doeloe.
In 1949 begon Sri Mulat haar carrière als filmster. Haar
eerste film was "Saputangan", in 1951 "Bintang Soerabaia",
in 1953 volgde "Putri Solo", in 1954 "Sebatang Kara" en
in 1956 "Radja Karet die Singapore".
In 1961 richtte ze, samen met haar tweede man, Pak Teguh,
haar cabaret in Soerabaja op.
Op 1 december 1968 stierf ze in Soerabaia aan een hart
aanval .Omdat ze erg dik was, was haar bijnaam "Bomber
29". Net als haar voorgangster Miss Riboet zal haar naam
onsterfelijk zijn. Zeker zolang haar man Pak Teguh onder
de naam Sri Mulat dit uitmuntende gezelschap blijft leiden
zoals zijn vrouw het bedoeld had. Veel Indonesische film
sterren en komieken zijn hun carrière begonnen bij het
cabaret van Sri Mulat.
(voor Moesson geschreven door WIWIEK WAHJUDI)
op bezoek en handjes drukken. Onge
veer 11 uur terug. Daar reed de taxi
het erf op. Pak Ardjo gaf het teken
voor een pittige mars. Tafels en stoe
len werden onder de manggaboom
gezet en ook los tussen de banken in.
Een hele kambing hing bloot te schom
melen aan de bamboe stellage. Mbok
Ardjo sneed zo stukjes af en verdeel
de steeds de porties, en de helpsters
regen ontelbare saté kambing. Er was
goelé met lontong en er was ook erw
tensoep, met heerlijk goudgebakken
soldaatjes en knapperige uitjes. Oom
Platt, de beste vriend van mijn vader,
moest er altijd sambel bij eten, dat
hoorde zo. Op tafel prijkte een groot
speenvarken met een takje groen in
zijn bek. En als het beest in mootjes
getjintjangd werd, werd er om het
staartje en de oortjes gevochten door
de kinderen. Er was natuurlijk spek
koek, koningskroon, ananastaartjes.
Er werd wat afgeproost en gedronken,
maar als de bioscoop draaide, was
alles opgeruimd en piekfijn in orde.
Toen het bericht kwam van strenge
controle voor nog geen 18 jaar werd
er inderdaad druk uitgeoefend. Dat
was het prille begin. Men begreep er
niets van. Even moest uitgelegd wor
den dat in het park uitsluitend voor
stellingen werden gegeven voor Indo
nesiërs. Dat was de z.g. klas kambing.
Waren er tóch toeschouwers die b.v.
de Tarzan-serie niet wilden missen, dan
zaten ze in de loge. Het werden oude
vrienden, we noemen hier de fam. v.
Rixtel, Weijnschenk e.a.
Piano- en vioollessen volgden we
thuis van Herr Martin Grobe, onze pia
nist en orkestleider en de heer K. van
Ede van de Pais. Als we moesten stu
deren deden we dat op de grote bios
cooppiano in het theater zelf. Veel la
ter kregen we er zelf één. Aan die pia
no stierf onze pianist, de heer Helms,-
terwijl hij speelde. Hij deed het goed
en legde er zelfs zijn hart in. Een
tragische dood.
Frau en Herr Grobe woonden in het
park naast ons, waar vroeger de fam.
H. Muller woonde. Het waren lieve
mensen die het oneindig moeilijk heb
ben gehad. Als ik daaraan denk moet
ik er echt om lachen, want tjientjang
babie spelen op de piano was er niet
biji dat mocht nooit en ik kreeg het
steevast te horen. Mutti Grobe had
het altijd warm en liep graag in huis
rond in een sarong die ze onder haar
boezem knoopte, bevangen door de
warmte.
Ik zie in onze voorgalerij nog de
krossi males van mijn oma (Oma Pèt-
Pèt). Dat was mijn Chin. Oma van
Vaders kant, die aan één kant ver
lamd was en elke avond haar rokok
krètèk rookte in haar krossi males,
terwijl ze ook van de film genoot.
Baboe Djah
Meestal zat ik op het ouderwetse dja
tihouten bankstel samen met mijn zus
jes, maar als we door slaap overmand
werden en niet alleen durfden te sla-
(lees verder volgende pagina)
25