De Maidmans van Embong Kemirie Louis Maidman was geboren in Padang. Vader Engels, moeder meisje van Nias. Als jongeman van negentien vertrok Louis naar Batavia om de cursus voor ambtenaar bij de in- en uitvoerrechten te volgen. Niet wetend, dat hij ondanks verscheidene overplaatsingen later, Padang en veel wat hem toen zo dierbaar was, nooit meer zou terugzien. Na de cursus naar Celebes en in piepkleine gehuchten als Parepare, Madjene, Palopo, deed hij zijn eerste Douane ervaringen op. In Makassar ontmoette hij tijdens een gekostumeerd bal een charmante "Italiaanse" met een leuk hoog opgestoken kapsel. De volgende dag bleek tot Louis verbijstering de vrolijke Italiaanse Toeti Schulz, een schoolmeisje met vlechten te zijn, nauwelijks vijftien en het zusje van zijn beste vriend! Vier jaar na deze Courths-Mahler ontmoeting (zoals wij dat noemden), trouwden Louis en Toetie. Haar vader was Duitser, haar moeder meisje van Makassar. Hun huwelijk zou veertig jaar duren, met de gebruikelijke ups en downs, maar vooral met onnoemelijk veel geluk. Vlak na de oorlog, in de chaos van onze "bevrijding" leerde je eigenlijk de meeste mensen kennen, maakte je vrienden voor het leven. In het zwaar geteisterde Soerabaja, begin '46 maakte ik kennis met "de Maidmans" van Embong Kemirie, via Joy met wie ik bij de afdeling Publiciteit van Amacab werkte. Het is een vriend schap die na 35 jaar ups en downs en ook al zitten we niet boven op eikaars lip, voortduurt. De oude heer Maidman was bij de douane, een stille, vriendelijke man, met wie ik eigenlijk nooit veel gepraat heb. Maar waar ik ook zat, Borneo, Java, Bali, als ik iets te doen had bij de douane, in elke havenplaats, kende men de naam Maidman, sprak men met veel waardering over hem. Enkele maan den geleden overleed mevrouw Maid man. Zij liet een schat van herinne ringen na aan haar dochters die ik hier aan het woord laat. Zomaar een gezin uit Soerabaja en een goed be steed leven. L.D. De oudste dochter werd geboren in Makassar, de historische havenstad van Celebes en bezongen in Makas- saarse liederen. Na drie overplaatsin gen en bijna drie jaar later werd de jongste dochter geboren in Banda- Naira, één van de "specerij-eilandjes" in de Molukken. Mam vertelde graag over Banda: de heldere zee, de be toverende zeetuinen, de perkeniers. We gingen weer naar Makassar terug voor twee jaar, daarna volgde Boele- leng bij Singaradja op Bali. Vier jaar hebben we op Bali gewoond het pa radijs-eiland uit onze jeugd. Altijd ging Mam's moeder met ons mee. Oma leerde ons bikkelen en spelletjes met pitjes en steentjes. Wat vonden wij het fijn om 's avonds na het eten met Mam en Oma liedjes te zingen uit het zangboekje "Kun je nog zingen, zing dan mee!" In 1932 zouden wij weer overgeplaatst worden en Pap vroeg om een stad met voortgezet onderwijs. Het werd Soerabaja en het is Soerabaja gebleven tot we in 1955 naar Holland gingen. In die 23 jaren zijn we in veel opzichten Soerabajanen geworden. Alleen de rijstmaaltijd bleef voor een goed deel Padangs, we zijn opgegroeid met rendang, dendeng- en kentang belado en kalio. Voor ons was Soerabaja een wereld stad. Wat een kantoorgebouwen, ker ken, scholen, winkels, bioscopen, sportvelden enz. Wij zagen voor het eerst de tram en winkelétalages met étalagepoppen. Dan die bioscoopre clames: vooraf gegaan door een soort ronzebons trok Tarzan temidden van zijn Wazirikrijgers door de straten. Op een Romeinse strijdwagen Ben Hur, zo nu en dan niet helemaal stabiel, wat volgens sommigen niet alleen kwam door het deinen van het wagentje, maar ook door een versterkende slok! De bioscopen gaven sprekende films. In Boeleleng hadden we dit nieuwtje nog niet gezien. Wel de wervelende stamboel show van Miss Riboet, die volgens ingewijden niet onder deed voor de Folies Bergère. Het grote ver schil was, dat voor de oogverblinden de kostuums van Miss Riboet en haar pittige schonen véél meer textiel werd gebruikt dan voor de Folies kledij! Wij gingen in Darmo wonen. Mam ge wend aan overplaatsingen heeft ons in vijf jaar tijd vijf keer doen verhuizen, steeds in Darmo. Onze lagere school was in de Altingstraat. 1937 was een belangrijk jaar voor ons, wij verhuisden naar Embong Kemirie. Mam vond, dat je in de Embongs zo dicht bij "alles" was. Dicht bij onze school, de tram, de Palmenlaan, waar altijd de optochten, de bloemencorso's en de wandelmarsen langs kwamen, dicht bij artsen en tandartsen, de ten- De heer en mevrouw Maidman met dochter Joy en Peggy, schoonzoon Herman Mayer en tjoetjoek Jerry. nisbanen, zwembad Tegalsarie en Bran- tas, de Kunstkring en natuurlijk de stad. Door een foutje in Mam's organisatie was onze inboedel zo grondig overge bracht, dat Pap, die nog gauw een bad had genomen, in pyama naar het nieu we huis moest rijden. De entree van onze vader was dus niet zoals hij zich dat had voorgesteld. In de tuin van ons Embong Kemirie huis verklaarde hij licht dramatisch - boven ons onderdrukt gelach uit - dat hij niet meer wenste te verhuizen. Wij zijn daar 18 gelukkige jaren blijven wo nen! Trouwens men verhuisde niet zo maar uit Embong Kemirie. In ons huis had vóór ons, de in de Krokodillenstad be slist niet onbekende familie Coomans, eveneens lang en gezellig gewoond. Ook onze toenmalige overburen, de familie Jan en Wies v.d. Linden en kinderen (wie kunnen er Soerabajaan- ser zijn!) waren zeer verknocht aan hun huis en Embong. Ons leven had een rustig patroon. Als eerste ging Pap 's morgens met de tram naar zijn kantoor op Tandjong Perak. Pap hield van zijn werk, dat hij altijd nauwgezet en onkreukbaar heeft verricht. Om kwart voor zeven repten wij ons naar school, de bekende weg langs de Palmenlaan, de Dijkerman- straat, over de Japanse brug, de Se- dapmalamweg naar het Gouvernements Lyceum aan de H.B.S. straat, meer dan eens de Ketabang H.B.S. of de Jon gens H.B.S. genoemd. Soms fietsten wij langs Kajoon, over de Goebeng brug, langs de Marinekazerne naar school. Wij hebben een onvergetelijke fijne schooltijd gehad, zowel op de lagere school als op de H.B.S. De sportevenementen, de toneeluitvoerin gen en de feesten van onze goede H.B.S. waren hoogtepunten in ons le ven. Hoe anders zagen de schoolwe- gen er 's avonds na die feesten uit! En wie herinnert zich niet de weg naar Perak en het groene licht? Wanneer wij uit school kwamen, wacht te Mam ons altijd op. Had zij iets in de stad gekocht, dan liet zij opgetogen haar inkopen zien, wat niet zonder ge vaar was, want op onnaspeurlijke wijze kwam een aardig stofje wel eens bij een dochter terecht. Ondanks al het huiswerk en de proefwerken, hadden we 's middags toch even tijd om met de hondjes langs Kajoon te wandelen en naar het roeien op de Brantas te kijken. En voor het bezoekuurtje tus sen 5 en 6 maakten we gewoon tijd. Wat is er in onze voorgalerij niet af- gekletst en gelachen, waarbij de stoep als zitplaats zeer in trek was. Men ge noot van de lekkernijtjes, die Mam zelf had gebakken en de stroop, ranja en Greenspot vloeiden rijkelijk. Onze ou ders waren erg gastvrij en we hadden 32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 32