DE TABARIN KIDS
evenó Cirkelgang
ledereen die in de jaren 1945-1950 in Soerabaja woonde en tot het uitgaande
publiek behoorde zal bekend zijn met de toen aanwezige etablissementen waar
gezellig kon worden gedanst.
Eén daarvan was Tabarin op Simpang, behorende tot het Concern Ten Wolde
(chocoladefabriek). Wie Tabarin uit die dagen kent, zal het leuk vinden bijgaande
foto te zien, welke aldaar is genomen van de combo van Wally de Fisser, de
Tabarin Kids, die daar toen speelde.
Op de foto ziet U van links naar rechts: Eddy Boelhouwer, bas; Wally de Fisser,
piano en accordeon (ook drums en bas); Ruud Swart, guitaar en zang (ook
piano, drums, bas en later alt-sax); Dick van der Erlen, alt-sax en clarinet, en
Ponkie Breukers, drums.
Nadat Boelhouwer in 1948 of 1949 op zeer jeugdige leeftijd was overleden,
werd hij vervangen door Joop Lefèvre, toen marinier bij de Mariniersbrigade en
thans K.L.-er bij de Nato in West-Duitsland. Als Lefèvre vanwege de dienst
verhinderd was, werd hij vervangen door Max van Daim, thans wonende in
Waalwijk.
In die tijd was Tabarin vanwege de avondklok door de week geopend tot 11.30
uur en in de week-ends tot 12.30 uur. Weet U het nog? Er zijn vele hoogtepunten
geweest, waarvan ik er één wil noemen. Tijdens een toernee van het Miller
Sextet door Indonesië, bezocht Pia Beek eens Tabarin. Toen wij haar vroegen
een rondje met ons mee te spelen, nam zij spontaan achter de piano plaats!
De combo speelde niet alleen in Tabarin, maar af en toe ook in Royal en Hel-
lendoorn (beide ook van Ten Wolde), de Marinierskantine PX en in de officiers
mess van de K.M. Modderlust (Oedjoeng).
Af en toe werd het kwintet versterkt door een voortreffelijke Indonesische alt
saxofonist, genaamd Kasan, van wie ik niets meer heb vernomen. Het was een
oergezellige tijd, waaraan ik nog heel vaak terug denk. Bedrijfsleider van Tabarin
was toen de heer Groenewoud, die ergens in het Gooi schijnt te wonen. In de
vijftiger jaren is Ponkie Breukers in Rotterdam overleden en Dick van der Erlen
is, naar ik mij herinner, in 1977 te Ede overleden. Ruud Swart woont in Alkmaar
en speelt zo nu en dan nog eens piano. Laatstelijk heeft hij nog met een aantal
oud-Soerabajanen gespeeld op de Soerabaja-reünie in Avifauna op 7 okt. 1978.
Enige jaren geleden heb ik bij toeval Ten Wolde Jr. in Bergen N.H. ontmoet, waar
hij een prachtige villa had. Ook hij had nog vele foto's van Tabarin, Royal en
Hellendoorn. Zijn vader is jaren geleden in de Kongo overleden. Ten Wolde Jr.
is, kort nadat ik hem had ontmoet, naar Argentinië vertrokken waar hij zich
blijvend zou vestigen niet om in de cacao maar om in de koffie te gaan.
RUUD SWART
Op mijn 9de jaar werd ik door mijn
ouders, die op een Cultuuronderneming
woonden, "in de kost" (zoals dat vroe
ger heette) gedaan in het Internaat
"van Loghem" te Soerabaia.
In mijn ogen toen, was het een groot
gebouw. Twee verdiepingen en een
grote tuin. Op zij van het gebouw
waren de schoollokalen: Lagere en
Fröbelschool. In het gebouw beneden
de hogere klassen en boven de slaap
zalen.
Ik vond het vréselijk en op een middag,
dat iedereen zijn siësta deed, klom ik
heel stil uit mijn bed en ging naar de
voorkant van het gebouw. Daar liet ik
mij langs de regenpijp naar beneden
glijden. Ik wilde weg. Ik had er na
tuurlijk niet op gerekend, of misschien
wist ik het toen niet, dat er altijd een
onderwijzeres "op wacht" zat en mij
dus zag rennen, de tuin door naar de
straat: Genteng Kali. Voordat ik bij het
hoge hek was aangekomen (op slot,
wat ik ook niet wist) werd ik al inge
haald door een baboe en djongos.
Jaren later, de oorlog was achter de
rug, de evacuatie was in volle gang.
Vóór ons (mijn man en ik) vertrek naar
Holland waren we ondergebracht in
H.B.S.-kamp te Soerabaia. Na een
paar dagen werden we "opgeladen" in
vrachtauto's en door Soerabaia ge
reden naar het kamp "Genteng Kali".
Toen we het grote hek binnenreden,
stonden wij voor: "Van Loghem"-
school
Slaapplaatsen, per zestien man, waren
in de Lagere- en Fröbelscholen en ook
in de vroegere leslokalen binnen. De
grote eetzaal was er nog; op lange
tafels stonden op etenstijd (een bel
ging dan) teilen met ons eten. Na dat
eten gingen mijn man en ik naar de
voorkant van het gebouw en wees ik
hem op de regenpijp, waarlangs ik
jaren geleden gegleden was. De grote
waringinboom stond er ook nog in de
voortuin. De cirkelgang, schoolmeisje
eerst en dan évacué, in hetzelfde
schoolgebouw!
MARGUERITE
ken. De centenkwestie was ook iets.
Er waren er nl. veel te weinig. Als wij
de baboes nu een bonnetje gaven,
"goed voor 3 cent", en ze kregen er
de volgende dag 3 centen voor, snap
ten ze er niets van.
Overigens hebben we nooit eerder of
later zo veel gesneden vleeswaren ge
geten. Als het vlees een blauwige
glans kreeg moest het op. De finan
ciële toestand was rooskleurig want
we hadden iedere maand zo'n f 100,
over. Dat ging dan naar de huisvrou
wenvereniging en daar werden weer
andere vrouwen mee geholpen.
Toen we tenslotte de wijk in moesten
omdat onze vaders in Holland geboren
waren, is het mij gelukt een opvolger
in de toko te krijgen. Ik ben toen met
hem, een Indische jongen, als ik het
goed heb, heette hij Chevalier, naar de
Chinese kamp gefietst en in het kan
toor van onze huisbaas het huis over
gedragen. Hij was er heel blij mee,
want dan pikten de Jappen het niet in.
Ik vond het wel eng, maar al gauw zag
ik in z'n kantoor alle verboden boeken
staan en het wapen nog op de brand
kast.
In 1978 ben ik weer in het huis geweest
en was het nog een toko. Ook woonden
daar zeer veel mensen, allemaal van
Chinese afkomst. Op de blakang kreeg
ik van een oude kokkie een standje
dat er zo'n kleine keuken was. Ja maar
ik woonde er normaal met man en drie
kinders.
H. J. DE HAAN-WEIDE
35