G.H. von Faber, zijn stad, zijn werk Godfried, Hariowald von Faber werd 1 december 1899 in Soerabaja geboren. Zijn vader was Officier van Justitie, zijn grootvader was in 1867 als eerste Chinese tolk naar Indië gekomen. Drie generaties von Faber, van Duitse afkomst, hebben het Koninkrijk der Nederlanden als Nederlander gediend in de ruimste zin vap het woord. Godfried (Bob) von Faber heeft van dit dienen zijn levens werk en ideaal gemaakt, dat hij tot zijn dood toe nastreefde. Zoals bij vele idea listen brandde ook zijn kaars te snel, te vroeg op. 28 September 1955 overleed hij in zijn geboortestad Soerabaja. Hij had nergens anders willen en kunnen sterven. Ogenschijnlijk maakte hij de indruk van een gemoedelijke, zorgeloze kantoor- zitter met vriendelijke belangstelling voor alles en iedereen. Wie hem van nabij leerde kennen, maakte kennis met een man die "bezeten" was van wat hij als bijdrage zag, tot de ont wikkeling, welvaart, vrede van het land dat hij zo lief had. Hij is een van de weinigen geweest - en dat is toen en zeker in Nederland, door niemand be grepen - die ervan overtuigd was dat de vele bevolkingsgroepen die in Ne- derlands-lndië leefden tot elkaar ge bracht konden worden wanneer zij el- kaars cultuur en historie leerden ken nen. Met zijn boeken en de oprichting van het Stedelijk Historisch Museum heeft hij zijn ideaal waar proberen te maken. Von Faber is een lange, moei lijke en meestal eenzame weg gegaan, maar die enkele jaren dat ik hem van nabij heb leren kennen - en dat waren de moeilijkste jaren tijdens en vlak na de oorlog - ben ik niemand tegenge komen die met zoveel opgewekte moed het vuur aan wist te houden. Zoveel goed bleef doen voor zijn medemen sen. Bob von Faber studeerde in Indië en in Nederland. Ging op de HBS in Soerabaja, toen naar Nederland met de bedoeling in de handel te gaan. Maar daar zag hij al spoedig van af, hij leerde muziek en volgde, terug in Soerabaja zijn eerste ambitie: hij werd journalist bij het Soerabaiasch Nieuws blad, waar hij ook hoofdredacteur van werd. Later ging hij over naar de Nieuwe Soerabaia Courant en werd medewerker van de Indische Courant. In die tijd begon hij enthousiast met het verzamelen van gegevens en materi aal uit oude annalen, archieven en fa miliepapieren. Hieruit ontstond het eerste werk waardoor von Faber er kenning kreeg. Bij het 25-jarig bestaan van de Gemeente Soerabaia kwam "Oud Soerabaia" van de pers. Dat was in 1931. "A short history of journalism in the Dutch East Indies" het boekje dat hij in het Engels schreef om een groter lezerskring te kunnen bereiken, werd behalve in Nederland ook buiten de grenzen goed ontvangen. .r, In 1934 trouwde hij met de even char mante als knappe Jeanne Breedveldt Boer, die hem sindsdien in alles steun de, praktisch en moreel. Ze woonden in Embong Woenggoe, kregen een zoon, Ruud. "Ik kan me geen zondag herinneren die we rustig samen thuis konden doorbrengen," vertelt zijn vrouw. "Bob trok er elk weekend op uit. Er was zoveel te ontdekken in de natuur, op historische plaatsen en bij de mensen in verre desa's. Hij was constant bezig gegevens op papier te zetten, gelukkig kon ik hem daarbij helpen." Met eigen middelen had von Faber in 1933 een stuk grond gekocht en iets opgezet, dat het begin van zijn "mu seum" moest worden. Kunstvoorwer pen, oudheidkundige vondsten werden zorgvuldig geregistreerd en bewaard. Hij kocht veel van oud-regenten, Chi nezen, maar tikte ook wel iets zeld zaams op de kop op de rommelpasars. Beetje bij beetje vulde hij zijn collec tie. In 1937 werd het Museum geopend, dankzij financiële steun van gegoede ingezetenen die hem bewonderden, dank zij de kosteloze medewerking van het architectenbureau Job en Sprey, Ir. Tideman en G. Hazenberg die hem in alle opzichten met raad en daad bij sprongen. Voor von Faber was een hartewens vervuld: hij had Soerabaia haar belangrijkste geschiedenis terug gegeven in een monument dat nog vele generaties zou blijven bestaan. En het Museum bleef bestaan, ook tij dens de bezetting. Zelfs de Japanners hadden gelukkig respect voor dit stuk je cultuur. Misschien zouden ze t.z.t. alles wel meenemen, maar voorlopig bleef het Museum geopend en werd de ruimte ook gebruikt voor het geven van lessen in de Indonesische en Ja panse taal. Praktisch als altijd stelde von Faber direct een leerboekje Kata- kana samen. Hij bleef trouw aan zijn (lees verder volgende pagina) Jeanne en Bob von Faber voor het Stedelijk Historisch Museum dat nu "Museum Pendidikan Umum" aan de jalan Pemuda (Sim pang) heet. Bij zijn dood in 1955 schonk von Faber het museum aan de stad Soerabaia. Onder hoge schaduwbomen de fraaie entree van het zij-paviljoen, waar destijds een schitterende collectie Javaanse maskers, wajang poppen en krissen te zien waren. 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 3