3£erInnerincjen 3<£etjil
WIE
WAT
WAAR
WANNEER
(XX)
Oude brieven en een nieuwe djatihouten kist
Op één van die dagen dat ik "vol pension" genoot (dat betekent voor mij
een vrije dag met alles er op en er aan. Een dag dat er geen klusjes in en om
het huis te doen zijn en dat moeder de vrouw me aan alle kanten verwent door
me op m'n wenken te bedienen) bladerde ik gedachteloos in wat oude nummers
van Moesson. Ik had een vrije dag en waarom zou ik het me dan moeilijk maken
met denken, nietwaar.
Opeens blijven m'n ogen hangen aan
de toch al veel door mij gelezen zin
"Brieven uit een oude djatihouten kist"
en weg was m'n makkelijke dag. Ik
raakte weer aan het denken en zelfs
aan het nadenken. Ik herinnerde me
(en dat is het toppunt van nadenken)
dat ik in m'n diensttijd in Indië ook
brieven naar huis had geschreven en
dat ik ook nog de trotse bezitter van
een djatihouten kist ben geweest.
"Hee", dacht ik. "Toch eens aan m'n
ouders vragen of ze mijn brieven soms
bewaard hebben". Je kan nooit weten.
M'n ouders hebben tenslotte ook een
zolder. Alleen de oude djatihouten kist
zal wel een oude schoenendoos zijn.
Nu ging het me niet zo zeer om de in
houd van de brieven. Die kende ik nog
wel na jaren hetzelfde geschreven te
hebben. Dat kwam zo: Omdat het rijk
onze porto betaalde, haalde ik er uit
wat er te halen viel en schreef m'n
brieven in het dure telegramtarief. De
duidelijkste verschillen tussen de eer
ste en de laatste brief waren de plaats
namen en de data van verzending.
En daar ging het me om. Aan de hand
daarvan had ik m'n verleden in het
heden op de voet kunnen volgen. Nu
zwerf ik maar zo'n beetje rond in m'n
verleden.
M'n ouders keken zeer verbaasd bij
m'n vraag naar de brieven. "Kom je
daar nou mee aan", was het antwoord.
"Nee, die brieven hebben we al lang
niet meer. Toen je uit Indië terug was
hebben we ze weggedaan".
Ergens begrijpelijk natuurlijk want als
een zoon levend en gezond uit de
strijd terugkeert hebben brieven niets
meer te zeggen.
En m'n djatihouten kist? Ik zal het u
vertellen.
Met het bij elkaar houden van onze
spulletjes en het opbergen daarvan
waren we in het begin, bij gebrek aan
wat anders, gebonden aan de door het
leger verstrekte plunjezakken. Hard
nekkig door iedereen kitbag genoemd
omdat wij, mannen van de 7 dec. div.,
in een Engels jasje gestoken waren en
dat jasje uit een kitbag kwam. Zo aten
we ook nooit uit een blikje maar uit
een messtin. Het klonk niet onaardig
dus liet je het maar zo.
Na de eerste politionele actie toen we
heel wat van ons kruit hadden ver
schoten, bleven ons de lege munitie-
kisten. De kitbags met wat onnodige
kleding en spulletjes er in verdwenen
uit het oog onder de veldbedden en
de voor alle doeleinden geschikte mu-
nitiekisten prijkten naast de veldbed
den om uitgebuit te worden als nacht
kastje, tafel, stoel en nog vele me niet
te binnen schietende mogelijkheden.
En dan komt er op een goeie dag
iemand met een djatihouten kist aan
zetten. En als die iemand je dan ook
nog even vertelt dat die "mooie kis-
sies" voor een prikkie te koop zijn bij
de toekang kajoe in de kampong, dan
zie je in de munitiekist alleen nog maar
een onding en hol je, omdat de drang
naar meer welvaart over je gekomen
is, naar de toekang kajoe om er een
te kopen. Ik tikte een mooie kist op
de kop en even later stond het eerlijk
ste hout naast m'n veldbed.
Een pracht kist. Ontegenzeggelijk.
Maar natuurlijk lang zo mooi niet als
de kist waar Johan Fabricius de brie
ven uit heeft gekregen, want geloof
me, dat zal wel een kist geweest zijn
waar het meesterschap van de hout-
snijkunstenaar dik boven op gesneden
lag.
Nee, mijn kist was er een van gladge
schaafd hout met insteekdeksel. Meer
een luxe verhuiskist. "Zeer handig ook
nog", mompelde ik in me zelf. "Kun
nen straks al m'n souveniertjes mooi
in verscheept worden als de grote ver-
scheepdag voor mij is aangebroken".
Gek he, toen keek je met verlangen
naar die dag uit en nu vind Je het spij
tig dat die dag toch nog zo vlug ge
komen was.
Op die grote dag stond ik voor het
inpakken van m'n souvenirs voor de
kist en dan pakt het heel anders uit
dan je ooit had gedacht. Zes lepeltjes,
een paar manchetknopen en een das
speld liggen zielig in een hoekje op de
bodem van de kist. Meer had ik niet
om de geliefden in het vaderland te
verrassen. Je ziet dan in dat een zo
goed als lege kist verzenden onzinnig
is en pakt dan het handje souvenirs
maar weer uit de kist en stopt ze bij
de andere bezittingen in de kitbag.
De kist laat je achter.
Vlak voor m'n vertrek naar Priok liep
ik nog even het leslokaal van de KWIII-
school binnen waar ik m'n kist had
achtergelaten. Hij stond er nog. Een
zaam in de kale ruimte. Het was mis
schien de beste oplossing zo. Hij bleef
in het land van herkomst en ik vertrok
naar het land van herkomst. Want wat
zit er nog meer in voor zo'n djatihouten
kist op een koude tochtige hollandse
zolder dan alleen maar vermolmen van
heimwee? Niets toch.
J. BLOKKER
Wie kan mij inlichtingen verschaffen over:
JOHANNES VAN KRIEKEN, kapitein infan
terie KNIL, geboren Tiel, (Gelderland) 21
dec. 1828, overleden BATAVIA 25-6-1883 en
zijn echtgenote SOPHIA BLAIR, geboren
SOERABAJA 10 juni 1839, overleden SA-
LATIGA 30 dec. 1902. Zij woonden 1873
op het erf van de fabriek JOSOWILAN-
GOAN, district GEMPENG. Mevr. J. Kuin-
dersma, Weth. Robaardstr. 123, Hoogeveen.
Wie kan mij aan het adres of verblijfplaats
helpen van Pauline Eiselin. In 1941 laatste
woonachtig in Gg. Kedawoeng in Malang.
Inlichtingen gaarne aan Mevrouw A. L. Ran-
ty-Veldhuis, Nieuwenhuyzenstraat 4hs, 1063
JD Amsterdam, tel. 020 - 11 23 26.
In verband met een genealogisch onderzoek
in Zweden graag alle eventuele data over
de Nederlands-Indische familie LOWEN-
STROM (oorspronkelijk 'n Zweedse naam).
Persoondata die mij via het Indisch Familie
archief opgestuurd werden zijn: Johann Lö-
wenström, gevangeniscipier te Soerabaja
begin 1800, en diens zoon Henri Gustaaf
Karei Löwenström, geboren 1849. Een voor
vader denkelijk in dienst van de V.O.C.
Ev. brieven aan: Sonja Berg Pleijel, Kastan-
jegatan 72 B, 223 56, LUND, ZWEDEN.
REÜNIE van oud militairen en Burgerperso
neel v. 51e Hoveba en Mil. Hospitaal Tjima-
hi op 24 november 1979. Opgave bij:
J. Masseiink, Vastenow 224, 7885 AS Nieuw
Dordrecht. Tel. 05913-2515.
Wie kent het adres van MAYANI? Met haar
volwassen naam MAYA MALUYA. Geboren
in Tegal in 1940. Naar Holland gegaan in
1953. Laatste bekend adres in Holland is
bij Neesye ofwel Mw. A. van den Broeke,
Ch. de Bourbonhof 33, Leiden. Haar juiste
adres wordt gezocht door: AHMAD BASA-
Nl, Gg. Sosial Rt. 006 RW 07 Pasar Ming-
gu, Jakarta Selatan, Indonesia. (Adv. ge
plaatst door F. Knooren, V. W. Poelman-
str. 164, 6417 ES Heerlen, tel. 045-41 06 46).
Wie, van de vroegere Marine - Vendel te
Batavia, kan mij helpen aan een groeps
foto van de M.V.? Inl.: H. L. E. A. v.d. Bergh,
Diephuisstr. 72, 3053 TC Rotterdam. Tel.:
010-18 20 32.
Wie kan mij helpen aan gegevens over J. L.
Schrikker geh. met Jet de Graaf. Mevr. E.
Nijkamp, Goudvinklaan 14, 3722 VD Bilt-
hoven.
Wie heeft nog herinneringen aan mijn oud
tantes Nelly van Leeuwen-Kortland, dokters
vrouw, jong en kinderloos overleden ±1915
te Batavia (Buitenzorg?) en Zr. A. W. Kort
land, hoofdverpleegster in het Tjikini zie
kenhuis, later particulier verpleegster en
toen wonend Tanah Abang West 42, ten
huize van de heer Galestin (Totty) - die zij
verpleegde, 1930. Annie Dekker-de Baan,
Burg. van Rijnsingel 18, 5913 AN Venlo.
Wim Veltman en Mart van der Leij zoeken
naar hun jeugdvriend Huite (Huib) Prins. Het
laatste wat ze weten, is, dat Huib Prins in
Apeldoorn een opleiding volgde. Wim Velt
man is een kamp-genoot van Huib geweest
en Mart v.d. Leij heeft hem direct na de
kamptijd leren kennen. De vader van Huib
Prins was hoofdwerktuigkundige bij de
K.P.M. Inl.: tel. 072-33 11 85.
17