De kleine Soenda-Eilanden (II) Een reisverslag uit 1937 door C. J. Hasselbach Koepang wordt s ochtends heel vroeg bereikt en hier valt weer een buitenge woon mooie maansondergang en zonsopkomst te genieten. Nauwelijk is het licht genoeg om iets te kunnen zien, of de aandacht wordt van de zonsopgang afgetrokken door het buitengewoon interessante plaatsje, dat nu vanuit de reede zichtbaar wordt. Het is geheel van steen gebouwd en doet sterk aan een Hollands stadje denkeh. Langs zee is een keermuur gebouwd en vlak daarachter aan een smalle straat liggen reeds de eerste huisjes. In de westmoesson slaan de zeeën dan ook over de daken van deze huizen uit. Gelukkig is het nu Oostmoesson zodat het debarkeren zonder enig be zwaar kan geschieden. Een half uur wordt besteed om het stadje met zijn echt Hollandse straatjes en zijn als gracht gekanaliseerd riviertje te be kijken en dan is het langzamerhand De "Van Riebeeck" zou op Java aan komen tegen dat de scholen weer be gonnen en zodoende ging er een groot aantal kinderen mee, dat na de vakan tie thuis te hebben doorgebracht, weer naar school moest. De meer gefortu- neerden reisden tweede klas, maar ook zeer velen, zowel jongens als meisjes, reisden als dekpassagiers. Dat de reis een week zou duren en het aan dek zeer fris kan zijn, werd blijkbaar geen bezwaar gevonden. Alles kampeert Mannen van het eiland Roti met hun tradition hoeden die zijn gemaakt van lontarblad naar tijd geworden om zaken te gaan doen. Dit houdt ook in een bezoek aan het Kantoor der Protestantse Kerk, die Timor, Roti en Savoe als arbeidsveld aangewezen heeft gekregen en er is even tijd om het buitengewoon stem mige interieur van het kerkgebouwtje te Koepang te bezichtigen. De Timorezen, alsook de bewoners van de eilanden Roti en Savoe, waarheen ik U straks meeneem, verdienen bijzon dere belangstelling. Onder invloed van de arbeid der Kerk en door het onder wijs, dat vooral wat betreft het meer gevorderde onderwijs als Mulo en H.B.S. door vrij velen op Java wordt genoten, is de bevolking anders dan elders in deze streken. Koepang is een historische plaats: het was in de tijd der Oost-Indische Com pagnie een factorij van grote beteke nis en ook een tijdlang de zetel van een Gouverneur. 12 Ble, voor feestelijke gelegenheden bestemde model van de Portugese baret. (foto Tanah Air Kita) door elkaar en men verkleedt zich in de badkamers. Vervelen doet men zich niet, want al spoedig komen guitaren en mandolines te voorschijn en wordt er gezongen, dat het een lust is. Om half tien vertrekken wij en nu gaat het naar Roti, waar wij om drie uur 's middags aankomen. Roti is het Zui delijkste eiland van de Archipel en vanuit de hoofdstad Baa, gaan wij per auto nog verder naar het Zuiden. Op dit eiland ligt 600 km voor auto's be rijdbare weg. Weliswaar voldoen deze wegen niet aan al te hoge eisen, doch daar er slechts 5 auto's op het hele eiland zijn, wordt er aan deze wegen met minimale verharding weinig schade toegebracht. Deze auto's zijn het ei gendom van de Hoofdradja (er zijn er meerdere) doch kunnen van hem ook gehuurd worden. Roti is een vlak ei land met lage heuvelen. De grond be staat uit kalksteen met een dun laagje humus, waarop gras groeit. Veeteelt is dan ook hoofdzaak. Het landschap is vriendelijk en als wij aan het doel van onze tocht komen (een eigenaar dige verzameling stenen, die op mine ralen worden onderzocht) is het zelfs een volmaakt met gras begroeid heu velland. De taal, die de bevolking spreekt, moet grammaticaal een der moeilijkste zijn: het aantal verbuigin gen is legio. De bevolking is schilderachtig ge kleed. De mannen dragen een vierkan te hoed uit biezen gemaakt naar het model van de Portugese baret. De kle ding bestaat uit kaïns, weefwerk, dat om het lichaam wordt gedrapeerd, waarbij zeer fraaie effecten worden be reikt. Trouwens vanaf Timor naar het Westen reizende, vindt men op alle eilanden een bloeiende weefnijverheid. De doe ken kan men veelal kopen, maar als het de bevolking goedgaat en de be lastingen regelmatig binnenkomen, is de lust tot verkopen gering. De Rotinees houdt er een eigen mening op na en als het Bestuur een bepaalde maatregel wil doorvoeren, geschiedt dit meestal door middel van overre ding. Zo was er een ambtenaar van het Boswezen aan boord, die speciaal geïnteresseerd was in de bebossing van Roti. Dit houdt verband met de arme bodem, die door het aanplanten van bossen zeer zou winnen. Hij ver kreeg de medewerking der bevolking echter niet, dan nadat hij er op had gewezen, dat als er eenmaal bossen waren, er óók herten zouden komen, waarop dan zou kunnen worden ge jaagd. Maar toen was de bevolking dan ook enthousiast. Op het gehele eiland is geen garnizoen of veldpolitie, alles wordt gedaan met een paar man po litie. Toch marcheert alles goed met dien verstande alleen, dat er méér dief stallen voorkomen, dan men kan op helderen. De autotocht duurde maar al te kort en tegen 5 uur moesten wij van onze gastheer de Gezaghebber, afscheid nemen om ons weer aan boord te be geven. Spoedig daarna lichtte het schip het anker en ging het naar Sa voe, waar om 1 uur 's nachts werd ge ankerd. Het was nu volle maan en alles baad de in een zee van zacht licht. Het was niet warm en een wandeling door het knusse dorpje was een en al roman tiek. De hoofdweg was keurig met schelpen bestrooid en boompjes aan weerszijden vormden een bladerdak, waardoor het maanlicht aardige pa tronen van licht en donker weefde. Het strand was van mooi wit zand, dat verderop zelfs duinen vormde. De hele bevolking was uitgelopen en stond, hurkte, zat of lag op het zand. Verder stond het vol met vee, dat met het schip mee moest naar Java en dat op buitengewoon handige wijze met vlotten, gemaakt uit twee laadboten en loopplanken naar boord werd gebracht. (lees verder volgende pagina)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 12