roehoe roekoe
Nogmaals vriendelijk dank aan allen, die mij wegwijs heb
ben geholpen. Zou ik haar niet kennen, de plant van welke
de meest bekende naam - Kemangi me al een warm
gevoel geeft van binnen? Ze heeft nog vele andere:
Selasih, Amping, Koekoeroe, Klampes, Loefé loefé En wie
haar beleefd wil aanspreken, zegt: "Ocimum Basilicum
Linn", tegen haar.
De botanicus Rumphius beschreef haar als: "een kruid
van welke de bladeren zoet en een weinig scherp of zalf
achtig zijn. t Wordt zowel door Europeanen als door de
inlanders bij vlees en vis gekookt, doch veel Europeanen
zijn vies van den zalfachtigen reuk." Wat hij bedoelt met
zalfachtig' is mij niet duidelijk, maar ik ben er in elk geval
niet vies van. U wel? De één noemt de geur citroenachtig,
anderen spreken van kruidnagel, venkel, kamfer. Ze ruikt
alleen maar naar kemangi.
Voor de parfum-industrie werd er ooit
een etherische olie uit getrokken. Maar
de bladopbrengst bleek te gering, dan
dat er een belegd broodje mee te
verdienen was. Bovendien, ook reuk
jes zijn onderhevig aan mode. Toen
naar 't eens zo geliefde product in
eens weinig vraag meer was, werd
de cultuur helemaal stop gezet. Maar
op de meeste kampongerfjes blijft ze
welig tieren. De blaadjes worden niet
alleen als "lalap" gegeten, maar ook
toegevoegd aan veel gerechten. Breng-
kesans, petjel santen en trantjams. En,
in tegenstelling tot wat Rumphius er
over zegt, slaat ze ook in de westerse
keuken als aromatisch smaakje geen
kwaad figuur. Ze wordt o.a. gebruikt bij
de bereiding van kruidenazijn en mos
terd, de etherische olie voor de likeur
Chartreuse. En kreeg dit kostelijke
kruid van Mellie Uyldert al 't stempel
tje "koninklijk" opgeplakt, op Java
werd (wordt?) ze goed genoeg geacht,
om aan goden en heiligen te worden
opgedragen. (Nasi koening.)
Behalve als culinair- heeft ze ook als
geneeskruid grote waarden. Verkoe
lend, bloedzuiverend, genezend... toe
maar.
"Wie haar kindje zelf voedt", zei mijn
moeder", moet veel rauwe kemangi
eten. 't Is niet alleen zogverwekkend,
het maakt dat 't kindje altijd 'sedep'
ruikt, npoit 'amies'." (Mama had on
telbare middeltjes tegen allerlei ziek
ten _en kwalen en andere euvels).
En denk maar niet dat hiermee alles
is gezegd over onze kemangi. Ik lees
dat haar ook magische eigenschappen
worden toegeschreven. Op Java is ze
nodig bij rituele lijkwassingen, ze
wordt bij de doden in 't graf gelegd en
op de graven geplant. In andere lan
den vormt ze een belangrijk ingrediënt
in liefdesdrankjes. (Zinnenprikkelend).
Op Kreta leggen verliefde jongeman
nen bosjes basilicum neer bij hun uit
verkorenen in de vensterbank. In som
mige delen van Italië heet ze "Amo-
rino"; wat voor zich zelf spreekt.
Uit alle informatie maak ik op dat met
"roekoe roekoe" de wilde variëteit
wordt bedoeld. De plant die mijn moe
der mij leerde kennen als: lampes. On-
14
misbaar in haar reinigingsdrank, haar
wedjah".
Ze is grover van structuur, de blaad
jes ronder en hariger, de geur brutaal,
uitdagend. Vraag onze jagers maar.
Wie in de wildernis op 't "uitkomen"
van tjèlengs had zitten wachten, bij 't
zwakke getwinkel van de eerste bleke
sterren hóór, wat is dat? krsk-
krsk... in de groemboelan... Tsk.ze
ker een landah. Djangkrih's hebben
hun monotone avondzang ingezet, ver-
weg roept de boeboet: tjloeloet... tjloe-
loet... boetboetboet.Hij wordt over
stemd door snerpende gangsirs en
tongèrets...' bracht niet alleen aan 't
afgeschoten wild de lampesgeuren
mee naar huis, maar ook in zijn kleren.
Van af zijn oude gerafelde bamboe-
hoed tot in de puntjes van zijn afge
trapte schoenen.
"Niet aangenaam" zegt Rumphius "hij
bezwaart bij velen 't hoofd en veroor
zaakt duizeligheid." Hèh, hoe komt de
goeie man er toch bij; 't is een geur
voor een weldadige, rustgevende slaap
met mooie dromen...
Mijn moeder noemde lampes in één
adem met siemboeh'an, ofwel "da'on
kentoet" poepjesblad. Een slinger
plant die zich door paggers worstelt
en tot hoog in struiken klimt. Beide
hebben een zuiverende werking en in
mama's frisdrank hief de kruidige geur
van lampes, de penetrante van 't poep
jesblad helemaal op. Haar gezond
heidszorg strekte zich niet alleen uit
over 't gezin, ook over al haar dieren.
Een koortsige kip kreeg compressen
op de kop van kèlor en sirih-kalk. Kè-
lor is 't blad van de klentangboom. Die
kent u wel, de moeder van die lange
peulen, waarvan de vruchtwand een
beetje doet denken aan asperges,
(sajoer assem).
Als een koe gekalfd had, zocht ze de
"tuin" zoals 'n klein perceel in de wan
deling heette - af op genezende, ver
sterkende bladeren en takjes, bast en
wortelen, die ze met la'os, temoe lawah
en andere temoe's tot een prut stamp
te. Een zuiveringskost die de jonge
moeder werd voorgezet. En óf die wist
wat goed voor haar wasl Ze slobber
de 't weg tot de laatste kruimel. Een
enkele weerspannige, kreeg de djamoe
toegediend door een holle schuin-
afgesneden bamboe, die ze in de on
willige keel geschoven kreeg. Geen
consideratie met eigenwijze meisjes!
Een papje van lampesblaadjes en azijn
zou een probaat middel zijn tegen
rheumatiek. Is dat niet om te onthou
den in ons onbestendige klimaat? De
zaadjes zijn, evenals die van kemangi,
verkoelend bij koorts en ingewand
stoornissen. Ze zwellen in water gla
zig op en lijken op kikkerdril. Javanen
brengen, als zij een vuiltje in 't oog
hebben, er een paar zaden in. Mét de
gezwollen pitjes wrijven ze de hard
nekkige ongerechtigheden naar buiten,
't Gezicht wordt er tevens door ver
helderd. (Wie sprak er eigenlijk van
"domme" Javanen?)
In mijn moestuin heb ik een hoekje in
geruimd voor tuinkruiden. Niet alleen
dat de verschillende aroma's mijn
doorgaans saaie, eenpersoonsmaal
tijden verlevendigen, ze zijn ook nuttig
voor andere doeleinden. Met alle
muntsoorten bv. houd ik aardig de
veld-tikoesjes uit mijn keuken. Want
hóe, blijft een raadsel, maar ze komen
binnen. Vindingrijker dan Javanen.
Ik houd zo van geuren in de tuin. 't Is
zo te betreuren, dat bloemen tegen
woordig alleen op schoonheid ge
kweekt worden. Als ze maar naar geld
ruiken, dan is 't goed. Beeldige rozen,
roze... rode, witte en gele...
Geef mij maar een bosje lelietjes van
dalen uit het bos
Ik hoop dat u een prettig ogenblikje
heeft gehad met roekoe roekoe; wel
riekend. Ik wel, dank zij velen onder
u, mijn lieve moeder en "De nuttige
planten van Ned. Indië" van K. Heyne.
Nog altijd blijven ze boeien, al ga ik
er niet dagelijks meer mee om. Trou
wens, alles wat mij terugbrengt naar
vroeger tijden. Vogelgeluiden in het
vroege voorjaar achter in mijn bosje.
Merels en tortels (djalah kotjie en poe-
ter).
't Vrolijke liedje van 't winterkoninkje.
Al net zo parelend als 't drukke ge
kwetter van de prindjaks in de loen-
(lees verder volgende pagina onderaan)