Levendige herinneringen aan de hand
van een paar oude foto's
Uit eeri door het stof vergrijsd album heb ik twee foto's gehaald, die aan de
achterkant met de datum 26-4-'21 zijn gemarkeerd en de plaatsnaam: S'rang.
Die maand was ik dus net vijf jaar geworden. De details weet ik natuurlijk niet
meer maar wel weet ik, dat vader in die tijd niet alleen een verwoed autolief
hebber was en natuurlijk lid van de Java Motor Club maar ook een auto-atelier
had aan Belakang Kebon in Semarang.
Aanvankelijk woonden wij boven het
atelier maar later verhuisden wij naar
een groot huis aan Pendrikan, met een
ruim erf aan voor. en achterzijde. Voor
degenen die het Semarang uit die tijd
kennen, wij woonden naast de H.B.S.,
die aan Bodjong was gelegen. Geen
wonder dat moeder een aantal jonge
lui van andere plaatsen in huis nam,
die deze school bezochten. Voor zover
ik mij hun namen kan herinneren waren
het Jenny Hansens, die ik in 1940 nog
eens in Malang heb opgezocht, toen
haar jongere broer samen daar met mij
in dienst zat; Piet en Eddy Clignett en
Freddy Anthonijsz. Zij waren een tien
tot twaalf jaar ouder dan ik en hoewel
zij best aardig voor mij waren, bemoei
den zij zich - begrijpelijk - alleen maar
in het voorbijgaan met mij. Het was
een uitbundig stel en aangezien mijn
ouders ook vrolijk van karakter waren,
werd het bij ons thuis, of tijdens een
picknick of een ander uitje vaak een
dolle boel.
Vader was, zoals ik al zei, in de ban
van auto's. Hoewel hij zelf agent of
importeur was van de merken Wolse-
ley en Charron, leek het voor mij wel
of hij elke dag met een andere auto
thuiskwam: nu eens was het een Nor
folk, dan weer een Willy's Overland en
ik vergeet ook niet dat hij op een dag
aan kwam rijden met een twaalfcilinder
Jackson. Door de kostkinderen werd
de nieuwe aanwinst dan van binnen en
buiten bekeken en besproken, terwijl
ik nog een foto van de achtergalerij
heb, waarop een van de auto's staat,
die ter gelegenheid van een of ander
huisfeest door vader naar binnen was
gereden.
Uit
Met een van die auto's waren wij eens
een dagje uit. Ik heb de foto hier voor
me: rechts Freddy Anthonijsz met moe
der en haar beide spruiten. "Aan het
zeestrand" staat op de achterkant. In
derdaad zijn wij daar geweest, want ik
herinner me nog heel goed, dat wij aan
het strand van een visser een grote
kakap hadden gekocht en er die avond
heerlijk van hebben gegeten.
Diezelfde dag, dat moet ook aan de
rede van Semarang zijn geweest, be
zochten wij op uitnodiging van een
kennis de militaire vliegtuighangars
met watervliegtuigen. Wij maakten toen
kennis met luitenant Heringa, die ons
een uitvoerige uiteenzetting gaf van
het militaire vliegbedrijf. Hij ging zelfs
zover dat hij ons een voor een mee in
de cockpits nam en een korte stuurles
gaf. Ik weet nog wel dat deze hele
excursie diepe indruk op mij maakte,
en ik de naam van deze officier nooit
ben vergeten.
Semarang is een stad met een enorme
variatie in de omgeving. De autotoch
ten naar het nabijgelegen Tjandi, het
heuvelterrein boven Semarang, waren
voor mij een sensatie. Daar woonde
o.a. mevrouw Buisman, bij wie we strijk
en zet neerstreken. Zij tracteerde ons
kinderen steevast op allerlei lekker
nijen en heerlijke stroop.
Soms gingen wij in de buurt van Oen-
garan picknicken, met de vier kost-
kinderen. De auto werd dan ergens in
een desa bij een met ons bevriende
bewoner neergezet en wij trokken door
de sawahs en het geboomte naar een
mooi plekje en zongen onderweg het
hoogste lied. Moeder wilde bij het ver
orberen van de boterhammen, de hard
gekookte eieren en de lemper altijd
een mooi uitzicht hebben, zodat we dan
beneden ons de golvende rijstvelden
zagen, met hier en daar een hutje,
waarin een jochie aan de touwtjes met
glinsterende stukjes blik zat te trekken
om de vogels te verjagen, of de ver
schillende schakeringen groen op de
hellingen met heel in de diepte de
bewoonde wereld.
Die ritten naar Oengaran en Ambara-
wa gingen steevast langs de Kleine en
Grote Gombèl, hellingen waarbij vader
altijd zijn auto's wilde beproeven. Moe
der hield dan altijd haar hart - en kor
set - vast, want vader placht dan ook
de grootste snelheid van zijn wagen
op de proef te stellen zodat, als wij
weer op de wat vlakkere weg over
een bruggetje gingen, wij allen bijna
met het hoofd tegen het dak van de
auto kwamen. Meermalen braken bij
zulke ijzingwekkende schokken de ve
ters van moeders korset.
In Ambarawa woonden tante Stien en
oom Hendrik, een oom en tante van
moeder die in een klein huis aan de
rand van de kampong woonden en
daar de prachtigste planten kweekten.
Op een dag kwam vader van zijn werk
thuis en vertelde aan moeder: "Mac
Gillavry heeft me uit Ambarawa opge
beld en verteld dat hij een nieuwe
Ford heeft gekocht. Waarom koopt hij
nou zo'n sardineblik op wielen, terwijl
hij bij mij een goede wagen kan krij
gen".
Hij vertelde verder, dat zij waren uit
genodigd om op de onderneming bij
Ambarawa de nieuwe Ford te komen
bekijken en dat ik ook meemocht. Een
paar dagen later gingen wij naar de
Mac Gillavries. Daar aangekomen za
gen wij de heer Mac Gillavry op ons
toekomen om ons te begroeten. Ik ver
liet gauw de auto en holde op hem af
met de woorden: "Dag mijnheer Mac
Gillavry, hoe gaat het met uw nieuwe
sardineblik op wielen?" Wat er daarna
is besproken weet ik niet meer en ik
geloof dat het verder best een gezelli
ge dag op de onderneming was maar
toen wij weer thuis waren, dat weet ik
nog duidelijk, werd ik streng met va
ders slof gecorrigeerd. Wat later op
de avond zei Vader tegen me: "Weet
je dat er in de gereedschapskist op
de treeplank van die nieuwe Ford maar
één stuk gereedschap zit?" "Wat
dan?", vroeg ik.
"Een blikopener", zei vader.
Magelang
Het werd een droeve geschiedenis
met vaders loopbaan als autohande
laar. Op de plaats waar voordien aan
Belakang Kebon zijn autoatelier had
gestaan had vader een nieuw groot
Bezoek aan het militair vliegkamp Semarang.
Een uitstapje met de auto naar het zeestrand bij Semarang.
16