Gedachten in de Nacht 13 Dit is een foto van een feestavond van het IEV in Den Haag, die plaats had op Oudejaarsavond 1933. Eregast was de man die wij ons allen herinneren als de onvermoeibare voorvechter van het Indo-belang in Indië, F. H. de Hoog, die zich, met zijn vrouw, ook letterlijk in het middelpunt van de bijeenkomst bevindt! De lezeres, die ons deze foto afstond weet niet meer waar de bijeenkomst plaats vond. In de Dierentuin misschien, jaren lang, ook nog in recenter tijden, meestal de plaats waar de Haagse Indische gemeenschap zich verzamelde? Zij herinnert zich ook maar enkele namen van deelnemers aan deze bijeenkomst - voornamelijk de leden van de band Eurasia die de eerste rij op de foto grotendeels innemen. Dat waren voornamelijk Indische studenten. Misschien herkennen oudere lezers nog vrienden en kennissen of zelfs zichzelf op de foto Het blijft een interessante herinnering aan de toen reeds uitgebreide Indische kolonie in het Haagje I (inzending Mevr. M. Snollaerts) De mensen zijn moe Moe van het moeten Moe van het denken aan iedere dag: Is het zoeken naar Communicatie in de wereld van het daaglijks bestaan Misschien pas mogelijk, wanneer ik Die Confrontatie heb verstaan. Wat verlangt men van mij Wat is hun verwachten En waar vind ik nog ruimte voor eigen gedachten Ja, de mensen zijn moe Maar ze laten 't niet blijken Want ze moeten toch immers in de wereld blijven kijken. Enwaarom is dit zo dat altijd maar moeten Doe ik dan iemand te kort Wat is het, waaraan 't mij schort Zo heeft ieder mens zijn eigen Geheim, zijn eigen verdriet Diep verborgen in zich zelve En een ander kent dat niet. Of is het beter te zwijgen en dat mijn mond verstomt. En geen vragen meer te stellen naar een antwoord dat niet komt Het is dat wat ons scheidt Maar ook dat wat ons bindt Want in Wezen zijn wij allen toch Datzelfde Kind of is er misschien toch een antwoord, dat verborgen in mij zelf bestaat en Dat ik slechts kan vinden op de Weg, Die naar Binnen gaat Dat op aarde geboren onwetend verdwaalde op 't Pad, waarop Het eenmaal begon en toen. zijn Afkomst vergat. Moet ik 't de mensen niet verwijten die mij moe maken en onvoldaan, maar de vraag naar Binnen richten En het Antwoord Daar verstaan Wie ben ik en wat zoek ik En wat doe ik toch verkeerd Welke Les heb ik in mijn leven nog niet begrepen, niet geleerd Nog heb ik het antwoord niet gevonden, maar een glimp ervan bespeurd Er is in deze nacht in mij Iets Wonderlijks gebeurd. SAGITTA Juni 1979

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 13