^Poinóettia Bloemisten zeggen wel Kerstster of Kerstroos. Tegen het eerste heb ik weinig bezwaar, zolang ik het niet tien keer hoef te schrijven, of aan een En gelsman moet leren uitspreken zonder vocht. Het laatste is botanisch zondig, want de erkende Kerstroos in Nederland is een Helleborus. Deze bloeit inderdaad buiten omstreeks Kerstmis in onze tuinen (indien niet te modern) met wit achtige bloemen. Die kleur klopt niet met onze voor keur voor Kerst-rood. Die hing inder tijd in een kale, kleurloze winterwe- reld, samen met rode hulstbessen en blijvend-groene bladeren uitdrukking van hoop, dat het leven zal voortduren en de fleurigheid zal terugkeren. We zagen daarbij egoïstisch, maar over het hoofd, dat dit rood in feite gericht was op vogels, zoals merels, die geen wormen meer vonden en hun levenshoop op bessen moesten ba seren. Nu ja, we waren nog heidenen. De term "roos" is hier wat zot (ook voor vele andere zo betitelde bloe men) tenzij je "roos" als algemener bloemterm beschouwt. Ik lach dus wat om het beroemde "a rose is a rose, is a rose". Poinsettia is aan iedereen in de tro pen bekend als een rood-vlammende, daar hoge, heester. Op Java werd (er zal nu wel een nieuw amerikanisme voor zijn) deze Mexicaan o.a. als "kastoeba" aangeduid. Ze levert de (geleende) achtergrond voor vele kleu rige foto's uit Indonesië. Nu ja, onze molens stammen van de Arabieren! Poinsettia bezit enigszins giftige latex of melksap (pas op voor de ogen) en behoort dan ook tot de Euphorbiaceae of Wolfsmelkachtigen (de wolf staat in het oud-Europees, behalve in Rome, voor het sinistere). Het bekendste ge slacht is Wolfsmelk of Euphorbia. Allesetende schapen en geiten mijden dus de Wolfmelksoorten, ook de Poin settia. Je aanschouwt het listige spel van het leven - enerzijds uiterlijk lok kend werven, anderzijds afstotend, in dien voorkeur gevaarlijk, verterend wordt. Een nieuwe schoolmeester zou er als dichter een moraliserend versje voor wichtjes aan kunnen wijden. Ik kom er straks nuchter en zonder mo raal op terug bij het nectar snoepen door kolibri's. Onze plant wordt ook wel (en terecht) aangeduid als Euphorbia pulcherrima, de zeer fraaie wolfsmelk. Nu, dat klopt wel. Vele andere Euphorbia's zijn wel als plant zonderling, maar bescheiden in hun bloei. Denk maar aan de ge- stekelde, bladloze vetplanten uit al lerlei woestijngebieden gekomen, die in Indonesië gebruikt worden als af schrikkende pagger, zoals de drie kantige soesoeroe (bij prikken soe- soe). In het Engels milk-hedge! Ook aan de "potloodplant" of patah toe- lang. Op de droge as of lava van Tenerife groeien beide vergelijkbare soorten, van welke de soesoeroe- achtige distel wordt genoemd. Pas op in onnette Nederlandse bloe- menzaken. Daar worden beide als cactus getolereerd. Prik dus eerst in zo'n "cactus" - natuurlijk, tenzij de bloemist prikkelbaar is. De "bloem" van onze Poinsettia is wat zonderling bladachtig. Het fraaie ge heel is dan ook een apart eindproduct van een ingewikkelde ontwikkeling in een takkensysteem. Bij de voorouders van het geslacht Wolfsmelk werden de echte bloemen minuscuul klein en gescheiden in a- partheid van naakte mannetjes, ge reduceerd tot één meeldraad, en idem wijfjes zonder bekleding. Misschien werden ze windbestuivers, die geen attractie meer nodig hebben en waar de wind toch wel stuifmeel op de verre vrouwtjes bracht. Later gingen recentere soorten weer terug naar de insecten, vormden een soort collectief of commune van man nelijke bloemen veelal rondom één centraal wijfje. Daaromheen integreer de zich een soort bekertje van ver groeide blaadjes. Zolang stuifmeel het lokmiddel bleef, hadden aparte vrouw tjes geen kans op bezoek en bestui ving. De spijtoptant had nog geen nectar te bieden. Nu hebben bladeren van wolfsmelk achtigen dikwijls kleine nectarkliertjes. En de bekerschubjes vergrootten toen naar verhouding hun buiten-bloemige nectarien voor aanlokking. Het geheel, wetenschappelijk cyathium genaamd, bleef klein en onaanzienlijk, maar juist voldoende en mooi open voor kleine vliegen - soms mieren. Zo bleef het in de regel in Europa. Een omgekeerde gang van zaken - eerst colletief - vorming en daarna reductie van het individuele - is bo tanisch ook aanvaardbaar (zie Jatro- pha). Dit concept lijkt, naar de vorm gesproken, zelfs eenvoudiger, maar heeft functionele bezwaren, o.a. de attractie in de tussenfase. Een soort uit Madagascar, Euphorbia splendens of meer populair "Christus doorn" zoekt het sexueel wat hoger op. Ze solliciteert zelfs naar vogels, heeft wat meer nectar en maakt twee kleine, rode schutblaadjes rondom de pseudobloem. In Centraal-Amerika met zijn kolibri's is vogelbestuiving veel beter ontwik keld. Onze "zeer fraaie" evolueerde daar sterk in deze richting. De man nelijke meeldraden - bloemen werden rood gekleurd, van de randklieren groeide er één sterk uit tot een gele beker, waaruit bij rijpheid duidelijk een nectardruppel puilt - veel meer dan een portie voor bijen. Van de gewone bladeren zijn ze hier ondertussen ver dwenen. Een handicap is echter ge bleven, namelijk de aanwezigheid van latex. Als ik met een fijn glazen buisje De tropische Poinsettia zoals we die o.a. in Indonesië kennen, een uitbundige heester. probeer de nectar uit de bekertjes te zuigen en het weefsel aanstoot, dan wordt de nectar gauw melkachtig. De vogel moet dus voorzichtig alleen de tong gebruiken. Een landingsplaats of zitvlak is afwezig, maar dat is voor een zwevende kolibri geen bezwaar. Geur is afwezig, maar ook dat is geen bezwaar, want de kolibri is als vogel een zuiver visueel wezen en erg attent op felle kleuren, vooral op rood. Er moest dus visueel geadverteerd worden en zo werd het bladgroen in de bovenste loofbladeren vervangen door rode kleurstof. Zij produceren geen voedsel, zijn kostbare reclame bladen. Houd er een brandende sigaret onder en ze worden ter plaatse blauw. Die lokbladeren zijn taai van leven. Zelfs als in de droge tijd de gewone bladeren in de tropen verdrogen en afvallen, blijven de lokkertjes funge ren. Ze houden taai hun water vast. Probeer dit maar met losse bladeren! Zelfs na de bloei blijven ze mooi. Blijk baar kan de plant de niet-productieve artiesten onderhouden. Alles voor sex en voortbestaan! Bloemisten propageren somt verlies- mutanten met rose of witte lokblade ren - biologische ondingen. Hoe kun je de bloemist controleren, of hij wel een jonge plant levert, die nog lang zal bloeien? Wel, in een jonge zijn de jongste nectar-bekertjes nog niet open, de oudere gevuld, terwijl in (lees verder volgende pagina onderaan) 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 16