De Beste Jaren van Mijn Leven (XVI) SHOE PENDJALOE Wij waren de dag tevoren naar Tasik- malaja gereden, een mooie tocht over de Grote Postweg, waar in een breed dal de Tjitandoej stroomt, als een ver zameling van miniatuur-riviertjes. Staan de kenaribomen nog langs de weg? Tasik was een klein, gezellig plaatsje en na er wat te hebben rondgelopen, stapten we in de vroege morgen op de motor en reden verder de Grote Postweg die hier iets smaller was, maar ook omzoomd door enorme ke naribomen. De weg werd zo weinig bereden, dat de voetgangers een smal paadje had den plat gelopen, dat nu eens rechts dan weer links over de weg liep. Op een enkele pikolandrager en een paar vrouwen, die van de pasar kwamen, was het er doodstil die typische stil te, die de grote wegen op Java eigen liefde voor hun kind of dat van hun mevrouw. Indische mensen die lang geleden met 'Nina bobo' in slaap zijn gezongen kunnen er zeker van zijn dat zij ooit heel bemind zijn geweest. F.VAN DEN BOSCH Literatuur H. Schuchardt, Kreolische Studiën VI: Ueber das Indoportugiesische von Mangalore. Sitzungsberichte d. Wiener Akad., Philos.-Hist. Cl. Bd. 105 (1884?). A. Pinto da Franca, Portuguese influen ce in Indonesia. Djakarta, 1970. L. Santa Maria, I prestiti portoghesi nel malese-indonesiano. Napoli, 1967. A. G. Vorderman: in Notulen van de Algemeene en Directievergaderingen van het Bataviaasch Genootschap, XXXVII (1899), Augustusvergadering gehouden op 25 juli 1899 (pag. 172- 174). E. Hullebroeck, Drie maleische liede ren. Eerste bundel. Amsterdam, Als- bach, z.j. (1918?). Er zijn vier van die bundels, zodat men ook de totaal-titel 'Twaalf maleische liederen' vindt. is - was? De weg voerde langs de aloon aloon van Manondjaja, zonder dat we de plaats zelf zagen - een aloon aloon dus die aan de rand lag. Een witte missigit aan een kant van het helder groene grasveld - er was niemand. Wij ston den aan de rand van het veld te "kij ken" - echt "kijken" naar deze plek van stilte temidden van de hoge, zwa re bomen, toen reden we verder oost waarts en opeens werd het levendiger, er liepen kinderen en mensen op de weg. En dan lag het meer, groot en glanzend voor ons aan onze voeten. Kinderen, die bloemen wilden verkopen verdron gen zich om ons en de motor. Maar wij kochten geen bloemen, die toch verwelken zouden op de urenlange tocht, die wij voor ons hadden en gin gen wat rusten in een prieel-achtig Danny Ruynemann, Krontjongliedjes. Band 2. Amsterdam, Alsbach, z.j. (twin tiger jaren?). Laan Waïlan, Krontjong-liederen. Band 1. Amsterdam, Vennootschap Muziek en Letteren, z.j. (dertiger jaren?). Rosalie Grooss, De krontjong-guitaar. Moesson, Den Haag, 1972. Jaap Kunst, Music in Flores. Internat. Archiv. f. Ethnographie, Suppl. Band XLII (1942). Noot bij Kreoolse Studiën I. (zie Moesson No. 9, pag. 10) Het samengestelde voorzetsel 'met zonder', dat in het kreools-portugese 'ku seng' ('seng' alleen komt ook voor) een voorganger blijkt te hebben ge had, beantwoordt natuurlijk aan ma leis 'dengan tiada'. Volgens de normen van de 'parent language', Nederlands of Portugees, is dit krom en niet cor rect. Om haar eigen normen te ont wikkelen moet een nieuwe taal de tijd krijgen om aan het experimentele sta dium te ontgroeien. Als ze die tijd niet pondokje met uitzicht op het meer. Als een klein berglandje lag de heu vel van het eiland er midden in het water dat rimpelloos de blauwe hemel weerspiegelde. Er voeren prauwen met een tentdak, die hier "rimbo" heetten en toen wij er een huurden werden wij het stille meer opgeroeid. In Holland zou er allerwege gezang, geloei van mensen en kinderen zijn - hier was de stilte. Het meer van Pen- djaloe is voor de Soendanezen heilig; op het eiland waarvan de bodem ge heel met donkergroen mos bedekt was, liggen enige graven, w.o. een paar "heilige" - maar er is ook het graf van een jong gestorven Ass. Resident van Galoeh en Koeningan, Willem Hen drik Andreas Thilo, 31 jaar oud. Een van hen, die hun leven gaven aan het land, dat'hun belangstelling had en hen dierbaar was, en die nu rust, te midden van de stilte op dit prachtige plekje midden in het meer. Ik heb lang bij dit graf gestaan. "Mijn dierbare echtvriend" noemt zijn vrouw hem in het grafschrift. Is hij ziek geweest? Hadden zij kinderen? Wat heeft zijn vrouw gedaan, toen zij zo alleen ach terbleef? Het greep mij hevig aan. Enige jaren later heb ik begrepen waarom. Is dat graf er nog? Verder rijdend naar Koeningan heb ik er voortdurend aan gedacht. Hij was Ass. Resident, hij had dus al enige jaren als Controleur achter zich. En de toekomst die hem gewacht zou heb ben, zou een, wat men noemt "goede" toekomst zijn, maar hij is heengegaan, midden in zijn werk, lang geleden. Het meer van Pendjaloe ligt in een omgeving, die eens behoorde tot een machtig rijk, ouder nog dan dat van Padjadjaran, het rijk van Galoeh. Er wordt wel eens gezegd, dat in dit rijk de eerste bewoners van Java leefden. Maar dat is misschien een van de vele legenden, die deze omgeving rijk is. ADDIE krijgt en de omstandigheden zitten tegen, kan ze jong sterven. Dat is het lot geweest van het Kreools-Portugees. En dat is het lot van ons minachtend zo genoemde Petjoh. U hebt aan de wieg gestaan van een taal die begon te leven. U staat nu aan haar graf, een kindergrafje, waar binnenkort niemand meer bloemen brengt. De 'met zonder'-constructie is vatbaar voor uitbreiding. Als jongens gingen wij in Malang wel postzegels kopen in de Balai Pustaka winkel van de heer Salim. Ik meen dat het was in dezelfde straat als het Hoenkwé-huisje en de bioscoop, op de hoek aan de alun-alun was het museum van de Regent. Bij die oude postzegels van Nederlandsch- Indië had je er met een opdruk van twee strepen, en precies dezelfde zonder strepen. Wij noemden dat: 'met pakai streep' en 'met zonder pakai streep'. Wat de linguist van nu interes seert is niet of zo'n mondjevol taal krom of correct is, maar hoe het in elkaar zit en waar het voor dient. 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1979 | | pagina 25