De "Hongaarse Krul99 (I) "Ja, Nasution kon mooi zingen. Hij was spits, opgewekt en had een goede stem De gewezen reserve-officier van het voormalig KNIL keek dromerig voor zich heen. De lang vervlogen dagen, met herinneringen uit het verre Java, kwamen niet zo gemakkelijk meer boven. "Ja," herhaalde hij, "en ook Simatupang heb ik gekend. Die was, wat ze hier in Holland een gifkikker noemen. Klein en gedrongen van stuk, fanaat en niet op zijn mondje gevallen. En dan mijn vriend Sutirto. Of Tirto zoals ik hem noemde. Een donkere, slanke jongen, die ook goed zong. Zeer beschaafd en vriendschappelijk. Met wie ik veel heb beleefd, maar die ik, helaas, ongeveer in mei 1942, kwijt raakte en niet meer heb ontmoet." "Nasution en Simatupang lagen bij de adspirant-reserveofficieren goed. Van zelfsprekend de één wat beter dan de ander. De opleiding tot reserve-officier in Bandoeng. Maar laat mij bij het begin beginnen... De Duitsers waren op 10 mei 1940 Nederland binnengevallen. De regering was naar Londen overgebracht. Het Nederlands-Indisch gouvernement ging zelf handelen. Onder de energieke lei ding van de Legercommandant, gene raal Berenschot, werd de aanschaf van materieel en personeelssterkten op gevoerd. Zo kwamen, naast het Vrijwil lig Oefen Corps - het V.O.C. - ook land- en stadswachten. Hierbij mocht de encadrering met of ficieren, niet over het hoofd worden gezien. Op het Moederland mocht niet meer worden gerekend. Verwachtbaar was wel dat er nog wat officieren, via het buitenland, zouden komen binnen druppelen. Maar dat was een onge wisse factor. Daarom werd de Koninklijke Militaire Academie naar Bandung "overge bracht". De mogelijkheid om via de Cursus Opleiding Reserve Officieren (CORO) officier te worden, werd ver groot. Door een sterke uitbreiding van het aantal deelnemers kon ook de selectie intensiever worden. Algemeen kon worden gesteld dat voor toelating 5-jarige HBS, of daaraan ge lijkwaardig het diploma AMS, kweek school e.d., vereist was. Op maat schappelijke "komaf" werd minder ge let. Karaktereigenschappen, capacitei ten en ambitie waren belangrijker. De meeste jongelui behoorden tot de jaar klasse 1920. De opzet was bovendien dat, voor zover de 23-jarige leeftijd nog niet was bereikt, een deel van de adspirant-reserveofficieren tot de KMA zou worden toegelaten. Als cadet sergeant. Maar zover was het nog niet. Nadat de miliciens, met de vereiste voor opleiding enz., na een korte voor selectie tot de CORO, die in juli 1940 van start ging, waren toegelaten, moest er heel wat worden gestudeerd en ge oefend. Men kwam op in het 1e Depot Ba taljon Infanterie, gelegen aan de Kam pementsstraat hoek Noorder-Kampe mentsstraat. Van het 15e Infanterie- Bataljon gescheiden door de Maurits- laan en de Stadhouderslaan. De cur sisten werden ondergebracht in de 3e Compagnie en verdeeld in klassen. Na de Ie selectie en bevordering tot militie-brigadier, bedroeg het aantal klassen: 10. Bataljons- tevens Depot commandant was de luitenant-kolonel der Infanterie Van Altena. Compag niescommandant was kapitein I. Paar- dekooper. Sectiecommandanten waren de 1e Luitenants: Gerth van Wijk, Fris, Veenendaal, De Swert, Den Ouden, Van Helsdingen en de onderluitenants: Van Eykelenburg en Van Altena. Oyen, Levy, Van Haeften, Mantiri, Dümpel, Zevenboom, Catalani, Kragt, Bisschop, Boon van Ochssee, Gitz, Gout, Kampschuur, Lettinga, Liem, Lim, Lucardie, Mooien, Raket, Remmers, Rugebregt, Tan, Walboom, Willemse, Bergers, Hergarden, Mahler, Valken- hoff, Rooze, Boshoven, Tysseling, Pan huizen, Verspoor, Nijon, Bliek, Bach Kolling. Gezien het doel waarvoor de jongelui bij elkaar waren gebracht, nl. het ver krijgen van de 2e luitenantsster, was de individuele inzet groot. Dat was te merken bij de exercities, de sport, het schermen, de gymnastiek, op de schiet baan en wat dies meer zij Toch bleef de "concurrentie" eerlijk en sportief. Men hielp elkaar zoveel mo gelijk. De theorie werd in de lesloka len met aandacht gevolgd. Al moet ik toegeven dat er tijdens de behandeling van de tactische en strategische stof vaak gedommeld werd. Dat kwam niet alleen door de middaguren, maar in hoofdzaak door de monotone stem van de leraar, de overste Van Altena. De inhoud van Gevechtsvoorschrift Infan terie werd dan verdrongen door pret tiger onderwerpen als fuiven, sporten enz. Het dagdromen was er echter niet bij als de lessen in de praktijk werden Linkerfoto: Lt.-Kol. v. Altena. Rechterfoto, v.l.n.r.: 1e Lt. v. Helsdingen, Kapt. I. Paarde- kooper, 1e Lt. Den Ouden, 1e Lt. de Swert. Van de niet-sectiecommandanten heb ik nog onthouden de kapitein-adjudant H. Kramer, onze leraar voor munitie en explosieven, de 1e luitenant der artillerie P. S. Yoe en voor de E.H.B. O.-lessen en medische verzorging de officier van gezondheid Hilfman. Van de klasse onderofficieren de sergeant van Eekelen. Schermlessen werden ge geven door de sergeant Paimin. Alhoewel de meeste namen van mijn klasgenoten mij het best zijn bijge bleven weet ik er nog wel andere te noemen, die met mij militiesergeant werden. Willekeurig te noemen - zoals ze bij mij opkomen - Abell, Closier, Verkuil, Sanders, de Hazewinkelman, Hazewinkel, Barneveld Binkhuizen, Reemer, Theelen, Brabander, Andries- se, Weiter, de Jong, Soetirto, Span genberg, Kawilarang, Reissner, Van Otterloo, Sayers, Valette, Siebers, Broer, De Graaf, Semmelink, Van gebracht. En de cursisten eikaars te genstanders werden. Of, nog erger, wanneer de CORO de Ambonnese compagnie tegenover zich kreeg. Dan was het uitkijken geblazen! De "ooms" waren zelfbewuste, ervaren en ge duchte realiteiten tijdens de oefenin gen en manoeuvres. Van de 1e Luitenant Veenendaal weet ik nog dat zijn commando's onduide lijk doorkwamen en soms aan gekwaak deden denken. B.v. klonk het "Geeft Acht" als "kwek kwek". Dat gaf nog al eens verwarring als hij "Rechts-om" beval en een deel van de cursisten "linksom" maakte. Bij toerbeurt werd er één uit de klas, voor een week, de"oudste". Deze was verantwoordelijk voor de gang van zaken. Indien er niet werd uitgerukt begonnen de kazernediensten met de ochtendgymnastiek. Een ieder nam dan zijn tikartje mee en deden de oefenin- 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 12