mm 1 I J. G.YSSEL DE SCHEPPER I ALLE VERZEKERINGEN I s ..s Bij de vlaggenparade, 1940 De leraren van de K.M.A., 1940 gen, die de klasseoudste aangaf. Los van gein en gekanker gebeurde dat voorbeeldig. Voor de zwemlessen ging de opleiding naar Tjihamplas. De af mars gebeurde, na de oprichting van de "Indische" of "Bandoengse" KMA, onder een cadetvaandrig. Van deze cadetvaandrigs waren wij het meest vertrouwd met Rapagne, Alberti en Revet, die ook vaak het middagappèl afnamen. In tegenstelling tot de on derluitenants hadden de vaandrigs niet de twee zilveren, gebombeerde, kno pen, maar één zilveren en één gouden. Andere verschillen waren het jeugdig uiterlijk van de vaandrig en het groeten van de onderluitenant. Deze laatste was nl. beëdigd en viel onder de offi cieren. En daarvoor moest, in de kazerne worden gesalueerd. Als militiesergeant mochten wij nu het witte tropenuniform dragen. Ik liet het mijne door "Baba gemoek", aan de Residentsweg maken. Bestelde er te gelijk twee, om ze om en om te kunnen dragen. Alhoewel de djas toetoep, waarop de distinctieven, vooral bij warm weer, irriteerde, voelden wij ons er geweldig in. Wij waren nu duidelijk onder-officier. Waarvoor de post voor het geweer het vereiste eerbewijs bracht. Vanzelfsprekend bleven wij onze klasse sergeanten, die nog altijd onze instructeurs bleven, het eerst groeten. Daar hadden zij recht op. Bij de bevordering tot sergeant kwam, voor het eerst, de "Hongaarse Krul" als bijzondere onderscheiding, bij het rangonderscheidingsteken. Volgens de kapitein Paardekooper, die ons de be tekenis ervan uitlegde, was dit bij de vorige opleidingen, nog niet voorge komen. Het was ontleend aan de krul die de Hongaarse officieren op hun mouwen droegen. Maar dan eenvoudi ger. Ir. tekening uitgevoerd in goud draad. Gelijk aan het materiaal van de sergeantsstreep. Met het verkrijgen van wat meer soldij, het eerbewijs van de post voor het geweer en de uitgebreidere maaltijden op porceleinen borden, was ook de eigenwaarde nog meer omhoog ge komen. Dat merkte je, als je, na 6 uur 's middags, langs de sociëteit Con cordia, op de Bragaweg langs kwam. Daar zaten, langs het trottoir, binnen de afscheiding van ijzeren paaltjes, wel enkele CORO-sergeanten en cadet vaandrigs. Elk kennelijk in de ver wachting dat juist hij bij het liefste langskomend meisje of vrouwtje, in de smaak zou vallen. Naast de prettige gebeurtenissen kwa men ook de minder aangename voor. Als men afscheid nam van hen die niet tot de naasthogere rang waren bevor derdOf, zoals dat geval dat er, in één van de leslokalen, een onder legger werd aangetroffen, waarop aan de onderkant hakenkruizen waren ge tekend. Een onderzoek naar de ver vaardiger leverde geen dader op. Maar wel werd er gezocht in de richting van cursisten, van Duitse komaf of van hen, van wie het bekend was dat een familielid NSB-sympathieën had. Hoe wel niet openlijk, ontstond er een ze kere voorzichtigheid in de gesprekken met hen. Gelukkig bleef dit beperkt tot individuele inzichten. Er waren nl. onder de adspirant-re- serveofficieren enkele bestuursambte naren, die met enkele anderen, een oudere groep vormden. Zij stelden zich, tegenover incidenten en leiding wat critischer en bezonkener op, dan hun meeste collega's van even in de twintig. Om enkele van deze personen te noemen: Hazewinkel, Sanders, Abell, Semmelink, De Graaff, Elink Schuur man. De viering van het St. Nicolaasfeest op 5 of 6 december 1940, is een voor beeld van een aangename herinnering. Wie de Goed Heilig Man vertolkte, weet ik niet meer. Wel dat de officier van gezondheid Hilfman en de CORO- sergeant Semmelink in het ontvangst comité zaten. In de gevormde erehaag stonden, onder meer, Simatupang en NasutionDe komst van de Sint met zijn zwarte Pieten werd aange kondigd door het trompetgeschal van de soldaat der eerste klasse, spandri Rei, van het 15e Bataljon Infanterie. Ja en dan het afscheidsfeest dat te vens in overeenstemming was met de traditie van de militiefuiven. Een vlot voordrachtenprogramma, met muziek ervoor, ertussendoor en erna. Gehou den op zaterdag, 5 april 1941, in de sociëteit "Concordia", te Bandoeng. Aanvangende te 20.30 uur vermeldde de uitnodiging. De uitvoering van "De Hongaarse Krul" klonk als een klok. Dr. Hilfman had niet alleen de regie van het geheel, maar schreef ook, naar ik meen, de tekst en de muziek voor de diverse stukken. In het orkest za ten, naast de leden van de militaire kapel ook de CORO-sergeanten Ree- mer en Souweine, als violisten. Van de draagmelodie zijn mij bijgebleven de eerste regels: "Hongaarse Krul ik zal jou nooit vergeten, Om jou te krijgen moet je zoveel weten' enz., enz. Gezongen door een koor van adspi- rant-reserveofficieren, waarvan Gerie Gout opviel door zijn enthousiasme. Natuurlijk ontbraken de vrolijke en de satirische noten niet. Daarbij werd voorzichtig een officier, of een in structeur, op de korrel genomen. Voor insiders duidelijk, zodat die ervan ge noten. Meer voor een ieder was het bal na. Dat was voel- en merkbaar op de dansvloer. Desondanks bleef het ge heel stijlvol. De meisjes en verloofden waren "in het lang" gekomen, de mili tairen in het witte uitgaanstenue, ook de leraren. Helaas waren er toen ook al "muurbloempjes" omdat er heren waren die liever in een groepje over "dienst" spraken. ELS (wordt vervolgd) UIIIIIIIIIIIIIIII!lllllllllllllllllll!lllllllll!IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIin|l Alg. Assurantiebedrijf ,,Argo" Kantoor en woonhuis Corn, de Witt- I laan 83, Den Haag, Telef. 55 71 72 1 liiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiitiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiHiiiiiininiiiiiiiiiiiiiiiiif 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 13