11 P0IRRIE VOETSTAPPEN IN 'N ANDERE WERELD i Hoe verklaart men dit en is het te verklaren? 17 i i 111 Naar aanleiding van het stuk over doekoens door de heer H. Windrich in de Moesson van 1 december j.l., durf ik er uiteindelijk toe overgaan, het volgende te vertellen dat ik zelf heb meegemaakt, d.w.z. mijn ouders hebben het onder vonden en'het me later verteld, toen ik "de jaren des onderscheids' bereikt had. In de jaren omtrent 1914 woonde er in Surabaia een Timorees, die be kend stond onder de naam Vader Floris. Het was een oude man, lang, donker en met een lange, uitsteken de kin, hij was nagenoeg kaal. De genen,' die hem tegenkwamen, wer den op het eerste gezicht bang voor hem. Deze man heeft tijdens zijn leven veel mensen genezen, die door de doktoren opgegeven waren. Een van die doodzieke mensen was ik. Ik was toen nog een baby, dus heb ben mijn ouders mij het verhaal ver teld. Toen ze hoorden, dat de dokter geen kans zag, mij te genezen, heb ben kennissen mijn ouders op Vader Floris attent gemaakt. Hij kwam om 10 uur 's avonds, tikte op de deur en vroeg: "Apa nonni masih ada?" Mijn ouders antwoordden bevesti gend, waarop hij zei: "Slamat" en toen kwam hij binnen. Hij vroeg mijn moeder mij het hansopje uit te trek ken, dat ik op dat moment aanhad. Daarmee liep hij naar buiten en nam een zwarte kip mee, die hij buiten aan een paal had gebonden. Hij riep alle kampongbewoners, die in de kampong achter ons woonden bij el kaar en zei: "Deze kip mogen jullie niet slachten en opeten, want ik breng een dodelijke ziekte op haar over. Ze zal net zolang rondlopen tot ze van zelf doodgaat. Denk er dus om, pak haar niet mee." Hij nam toen mijn hansopje en gooide dat over het beest heen, waarna hij haar liet weg lopen. Vanaf dat moment verliet de koorts me en viel ik in een diepe, rustige slaap. Toen de dokter de vol gende dag kwam om de doodsoor zaak vast te leggen en de betreffen de papieren in orde te maken, vond hij zijn patiënte kerngezond op de vloer aan het spelen. De man zette ogen als schoteltjes op. Na het ver haal aangehoord te hebben, schudde hij het hoofd en zei: "Verklaren kan ik het niet, maar wat geeft dat, het belangrijkste is, dat het kind gezond is en leeft". De volgende dag echter, hoorden mijn ouders, dat het kamponghoofd plot seling was overleden. Wat bleek toen? Hij had Vader Floris uitgelachen en gezegd: "Wat een onzin, waarom zou ik geen kip mogen eten, die ik gratis krijgen kan. Die oude kerel zwetst maar wat." Hij heeft de kip toen geslacht en ervan gegeten met het trieste resultaat. Ja, hoe moet men dit nu verklaren? Ik zou het niet weten en heb me er maar niet in verdiept. Het feit is, dat ik gezond ben geworden en tot nu toe nog leef. Geld wilde Vader Floris nooit hebben. Hij leefde van het eten, dat mensen hem gaven en kleedde zich in afgedragen goed. Hij stond bekend om zijn sloffende tred en dat kwam, omdat de gekregen schoenen hem altijd te groot waren. Het enige waarmee men hem een groot plezier deed, was een glaasje brandewijn, dat was voor hem een delicatesse, die hij nooit weigerde. Dat hij ook de gave van helderzienheid bezat toont het volgende: Een vriend van mijn vader was ern stig ziek, de dokter constateerde op een gegeven moment, dat de zieke de ochtend niet meer zou halen. Va der hoorde te laat over die ziekte, het was een soort afsterving van verscheidene organen. Meteen ging hij op weg naar Vader Floris en die was bereid te helpen. Hoewel de man niet lezen of schrijven kon, keek hij eerst op de kalender en zei toen: "Vandaag is het geen goede dag. Morgenavond om 10 uur waarop vader zei: "Maar dan is hij al dood". Vader Floris schudde het hoofd en zei: "Weineen, wacht maar af. In derdaad was de zieke de volgende dag nog in leven. Om 10 uur in de avond ging vader er met Vader Floris heen. Toen die de patiënt zag, schud de hij meewarig het hoofd en zei: "Je bent niet gewoon ziek, je bent ziek gemaakt, bewerkt, zoals het heet. Je werkt als ik het zo zie, op een plan tage en er is een aantal mensen met wie je nauw samenwerkt. Een van die mensen is een donkere man, die al tijd een helmhoed op heeft waarom een zwarte band. Zo gezien is deze man een Ambonnees. Als jij weg bent, wordt hij jouw plaatsvervanger. Nou, deze man wil jouw dood bewerk stelligen om jouw plaats te kunnen innemen." De zieke had vol verba zing geluisterd. Want wat de oude man vertelde, was waar. Maar Vader Floris zei: "Die slechte man heeft buiten God gerekend en Vader Floris is Zijn helper." Hij liet een stel scho ne kleren uit de klerenkast halen, sloot de kast af en liet vader de sleu tel naar huis meenemen. De kast zou pas.de volgende avond om 10 uur geopend mogen worden in zijn bijzijn. Maar eerst moest vader er een kom met water inzetten. De volgende a- vond zat de doodzieke patiënt prins heerlijk en gezond in de voorgalerij de krant te lezen toen vader met de oude heer arriveerde. De kast werd geopend en een verstikkende lijken lucht kwam eruit waaien. De kom met water bevatte uitsluitend stin kend, geronnen bloed. "Kijk," zei Vader Floris, "dit is de dood, die hij je toegedacht heeft. Ik zal het je laten zien." Meteen gooide hij de kom leeg tegen een bloeiende citrusboom, die onmiddellijk van boven tot beneden verdorde. Vader vond het geweldig jammer van die mooie boom. Nadat de genezen man op kantoor kwam, was de donkere man met helmhoed meteen verdwenen en niemand heeft hem nog teruggezien. Ook dit verhaal is niet te verklaren, maar daarom wel echt gebeurd. Dit stukje heb ik alleen geschreven om te bewijzen, dat er toch dingen in het leven zijn, die wij met ons nuchtere verstand niet kunnen uitleggen, maar die desondanks toch wel blijken te bestaan. Er zijn meerdere gevallen bekend over het werk van deze oude, eenvoudige Timorees, uit de jaren 1914 tot ongeveer 1920, en wel in Surabaia en omgeving. V. E. BROOKMAN-SWART BOEKHANDEL MOESSON Ongeëvenaard goede Indische literatuur! De eilanden - A. Alberts een nieuwe 5e druk f 16,50 porto 1,90 In en uit het paradijs getild een nieuw boek van dezelfde auteur f 16,50 porto 1,90 Gaan we met het Openbaar Vervoer of met de Betjak?

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 17