'KELILING JA WA" (slot) per auto, doe het ook eens Si Bangau Jakarta De 20e werd de reis vervolgd over de Goenoeng Lawoe heen; een gigantische klim, doch zeer de moeite waard. Na het hoogste punt, 3,2 km te hebben ge passeerd, ging het vlot bergafwaarts over een prima onderhouden weg. Onder weg kregen we een mahoniepit op de voorruit, doch het liep goed af. Rond een uur of elf reden we de Jl. Malioboro te Yogya op, waar we lunchten in Restau rant Malang. Vergeleken met drie jaar geleden vond ik deze straat erg "smoe zelig" geworden, jammer veel straatvuil en Malioboro mag in z'n geheel wel een verfje hebben, ook viel de sortering in de toko's ons erg tegen. Een drie jaar geleden was dat wel anders, maar hoe dan ook, deze eeuwenoude stad behoudt immer zijn charme. Storend waren wel de vele, vele op dringerige bedelaars. Volgens onze chauffeur, die heel Java tot zijn werk terrein heeft gehad, was een rit naar Wonosobo nog makkelijk haalbaar. Daar we toch in de buurt van de Bo- robudur kwamen, lieten we de kans niet onbenut, ook daar even te stop pen, doch stopten eerst bij de Mendut en Pawon. De Borobudur viel in zo verre een beetje tegen, dat het sil houet nog steeds wordt ontsierd door de bouwkranen. Echt slordig waren de twee verroeste drums op de hoofd- stupa. Het werk lag stil, vermoedelijk, omdat het vrijdag was en er dus na het gebed in de moskee om 12.00 uur niet meer wordt doorgewerkt. Jammer is het toch om te zien, dat het nieuwe busstation zo dicht tegen het monument aan is gebouwd, even als de souvenirpasar er tegenover, maar misschien zijn anderen het hier helemaal niet mee eens. Overal werd ons in het Engels vriendelijk verzocht om toch een glaasje Coco Cola (ja wel!) te komen drinken. Jammer, dat dit amerikaanse prikdrankje de lokale, overheerlijke en ook dorstlessende limonades schijnt te gaan verdrukken. Het lukte ons gelukkig toch een Es kopjor op te sporen, waarna de weg door een afwisselend landschap werd vervolgd richting Wonosobo. Onder weg bleek, dat op de scholen druk werd geoefend voor de defilé's op de nog altijd uitbundig gevierde on afhankelijkheidsdag, de 17e augustus. De over het algemeen redelijke weg zorgde toch weer voor verrassingen in de vorm van onverwachte diepe gaten. Links en rechts van ons, uitge strekte klappertuinen: de omstreken van Tasik Malaya zijn daar werkelijk niets bij. Wonosobo is op 717 meter hoogte gelegen en ziet er zeer onder houden uit. Een teleurstelling was het Hotel Merdeka, vroeger het beroemde Hotel Diëng. Spot-goedkoop, doch in zwaar vervallen staat. Het zou er ook "angker" zijn Het probleem schijnt te zijn, dat het Hotel eigendom is van de Electrici- teitsmaatschappij, doch onder beheer staat van de Touristenbond, waardoor het altijd touwtrekken was, wie wat zou betalen aan onderhoud bijv., waarna men de zaak maar liet sloffen. Dit werd ons tenminste verteld. Voor vijftien Hollandse guldens mochten we in de, in de Nederlandse tijd duurste 12 kamer, slapen, zegt dat iemand nog wat? De duurste kamers waren de twee hoekkamers in het hoofdgebouw. We namen toch maar onze intrek in het keurige Hotel Nirwana (prijzen Rp. 5000,voor een tweepersoons kamer en Rp. 7500,voor een 1e klas ka mer, dus respectievelijk f 16,en 25,De bevolking zag er wel varend uit, ook de warungs boden een keur van gerechten, o.a. grote saté's, die werden "gegorengd" inplaats van talloze malen gestopt om plaatjes van de Sindoro en de Sumbing te schie ten. Over Pekalongan (Kota Batik), Brebes, Tegal waar overal bergen pas geoogste "bawang" langs de weg lagen, kwamen we omstreeks twee uur zinderend Cirebon binnen rijden. Het in de lokale couranten zo gepre zen "Grand Hotel Cirebon" blijkt erg tegen te vallen en we besloten dan ook onze intrek te nemen in het Per- tamina Hotel "Patra". Keurig van op zet en "en route" naar Bandung c.q. Jakarta gelegen. Inderdaad aan de rand van de stad, doch met de auto zit je binnen 5 mi nuten in het centrum van dit, helaas vervallen, doch toch nog interessan te stadje. Een bezoek aan de maar liefst drie kratons is zeker de moeite waard. Helaas is van de oude glorie veel verloren gegaan en zouden deze bouwwerken internationale aan dacht moeten krijgen om ze te be houden voor het nageslacht. Ook staat in Cirebon nog een uit eind 1700 daterend kerkje. Vlak bij de haven is het prima "sea- Malioboro, Yogya's bekende winkelstraat. "gebakard". Wij dineerden in Restau rant "Anda", werkelijk aan te beve len, schoon, goede keuken en een op vallend attente bediening. Mocht U deze kant uitkomen, zeker de moeite waard. Ongemerkt was het alweer de 21e geworden en nog vroeg in de morgen zetten we de reis voort richting Cire bon. In de naaste omgeving van Wo nosobo was overal de in de zon te drogen gelegde tabak te ruiken. On ze chauffeur bood nog aan om ons even naar het Diëngplateau te rijden. Achteraf hebben we er geen spijt van gehad, dat we het niet deden, daar je daar toch wel bijna een dag voor moet uittrekken. Toch is een tocht naar die heilige plaats vanuit Wono sobo zeer aan te bevelen. Onderweg food" eten. Schuwt U warungs, dan adviseer ik U "Restaurant Corner", ook in de buurt van de haven. Tante heeft in haar jeugdjaren enige tijd in Indramaju doorgebracht, zo'n 50 km. van Cirebon af, vandaar, dat we de 22e eerst daar maar even een kijkje gingen nemen. De weg er naar toe was uitgestorven op groepjes fietsers na, die hun "sepeda" met "gentongs" hadden beladen. Aan Indramayu bleek enorm te zijn gesleuteld. Het oude huis was niet vindbaar. Wel stond de treinhalte van Karananyar er nog, overigens wordt het spoortje niet meer gebruikt. De rails worden nu ge bruikt om was op te drogen en ook steenbakkerijen drogen er hun van (lees verder volgende pagina)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 12