De Indische Generatie In 1930 komt een jonge Deen, Knud Kiaer naar Indië. Voor een Deense Copra-Export Mij werkt hij op Celebes en wordt later hoofd van het Coprafonds resp. Jajasan Kopra Sangir/Talaud op Taruna. 15 Gelukkige jaren brengt hij er door en de grote bijdrage tot dat geluk is zijn huwelijk met een Sangirees meisje, Edelien Willemien Rainard. Ze is geboren op Taruna uit volbloed Sangirese ouders, die hun Europese naam danken aan de kerstening van de bevolking, honderden jaren geleden. Dat gelukkige huwelijk levert deze zonnige generatiefoto's op. Van l.n.r. Edelien en Knud als jong echtpaar. Dan een foto van dochter Bodil (in 1959 in Denemarken geboren) met Oma Kiaer. Bodil krijgt een broertje Boje, het gezin woont in Bellinge in Dene marken. De kinderen kennen hun land van herkomst niet, pas in 1979 maken ze kennis met hun Indonesische familieleden. Op de foto rechts staan Bodil en Bojo op het strand van Pulau Sangir (ook Sangi of Sangihe) met vader (witte pet) en een vriend. Denemarken en Sangir naast eikaar, de wereld is maar zo'n klein bolletje GOED NIET ZO GOED Op pag. 22 van Moesson 15 jan. '80 plaatste U een foto van een groep "rijstkpkers" in een Japans krijgsge vangenenkamp in Thailand. Het onderschrift verklaart wel iets dat het zogenaamde "goede" leven relati veert maar voor een buitenstaander kan de foto op het eerste gezicht (dat ook vaak een blijvende indruk geeft) het bewijs zijn, dat het zo erg nog niet was in de kampen. Ook in de Japanse kampen waar ik als krijgsgevangene gezeten heb zagen de z.g. "rijstkokers" er welvarend uit maar dan toch wel ten koste van de anderen. Velen zullen onaangenaam getroffen zijn door deze miskleun van een blad dat hen - ook mij - een bron van tel kens weerkerend genoegen is. Ik hoop dat U een dergelijke ontac tische vergissing niet meer begaat in dit stadium van de actie voor uitbeta ling van achterstallige salarissen. F. B. E. SOENTKEN Een plaatje van krijgsgevangenen die er bij UITZONDERING beter uit zien dan de hele ongelukkige rest, zou ons blij moeten stemmen, inplaats van boos en beledigd. Ik kan deze foto niet zien als miskleun. Wel een mis kleun vind ik het wanneer schuldbe taling aan het Knil en de ambtenaren bewerkstelligd moet worden met fo to's van uitgemergelde lichamen en andere ellende, de normale procedure om geld los te krijgen in Nederland. Al erg genoeg dat we de aandacht van "buitenstaanders" moeten trekken met liedjes in, en posteren buiten de Ka mer. We moeten er wel voor oppas sen dat de Ereschuld niet voldaan wordt tegen inlevering van eergevoel. L.D. RAUWKOST Ik ben geen Hildegard Knef die haar fysieke ups en downs zo nu en dan wereldkundig maakt, hoewel ik me op dat gebied met haar zou kunnen me ten. Nee, ik wil alleen zij die zich 'Ge zond en oud worden' van Dr. O. H. Kiliaan in Moesson van 15 jan. jl. eigen trachten te maken een kleine tip ge ven. Rauwkost is voor mij van levens belang en één van de spijzen die de overgang en het volhouden van 'ge woon' eten naar rauwkost kan verge makkelijken is Kwark. Kwark eet ik dagelijks als toespijs met honing en een scheutje slagroom. Kwark maak ik zelf, ongeveer volgens het recept dat ik, op verzoek, van het Nederlands Zuivelbureau ontving. Hier volgt het: Zet 1 liter rauwe melk, vermengd met een kopje karnemelk op een warme plaats afgedekt weg tot hij dik is ge worden. Dit moet binnen 2 - 3 dagen het geval zijn. Doe de massa in een dunne doek, bind deze dicht en hang hem op, ca. 8 uur. Hij moet dan stevig zijn, maar niet te droog en kruimelig. Maak het doek los, schep de wrongel eruit en klop hem in een kom glad. Bewaar hem afgesloten. Deze hoeveelheid is voor mij drie porties en de helft goedkoper dan van de supermarkt. Succes! E. v. Z-H. HANS EN LEO VIËTOR U weet wel, die knappe jongetjes op de foto in ons blad van 1 nov. '79 zijn "terecht"! Dat wil zeggen van onbe kende gezichten op een van de dui zenden foto's die Mevrouw Hillerström naliet, zijn het bekenden geworden, want vrienden herkenden hen. De twee ling Viëtor (geen Indisch bloed) ge boren in Batavia en opgegroeid in Ambon en Bandjarmasin repatrieerden in 1931. Studeerden, werkten, trouw den, kinderen, kortom gezeten burger vaders nu. En Indië is allang verleden tijd, de herinnering van een jeugd in de tropen, zoals de honderdduizenden in Nederland die hebben. Maar alleen in Moesson kom je elkaar plotseling weer tegen. 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 21