Indonesië op de drempel van het nieuwe jaar POIRRIE in Indonesië Kerst en Nieuwjaar zijn voorbij. Gelukkig maar! Want 1979 is voor de meeste Indonesiërs een zeer moeilijk en donker jaar geweest. Ondanks alle enthousias te kreten van binnen- en buitenlandse autoriteiten over de sinds "Kenop 15" zo verbeterde economische positie van ons land, weet 90% van de 140 millioen Indonesiërs alleen maar dat alle prijzen hemelhoog gestegen zijn en nog steeds verder stijgen. Zelfs de prijzen van rijst, nog steeds de bepalende factor in de Indonesische economie. Dat de salarissen niet gestegen zijn, maar de belastin gen wel. Dat alles kwam extra hard aan, omdat in de ogen van de kleine en niet zo heel kleine man de jaren voorafgaande aan de monetaire maatregelen van 15 november 1978 een duidelijke verbetering van de levens-standaard vertoon den en men meende al op weg te zijn naar een zekere graad van welvaart. Aan die illusie is met "Kenop 15" een drastisch einde gekomen. Vanaf de devaluatie van de rupiah is de levens standaard voortdurend verslechterd. In de ogen van die kleine en niet zo heel kleine man dan! Want de regering ver telt ons herhaaldelijk dat de Indone sische economie nu eindelijk helemaal goed is geworden, de razende inflatie bedwongen en onze deviezen-pot nog nooit zo goed is geweest. De produc tie alsmaar toeneemt en de export ook. Zwartkijkers zoals de heren van het dagblad "Merdeka" en sommige leden van het parlement beweren nu wel dat de productie "lesu" is ("lesu" wil zeg gen "slap", "vermoeid"), de export eveneens en de koopkracht voortdu rend afneemt. En de bekende karika turist "Joni" geeft in "Pos Kota" de goede raad om "economisch" te leren leven, dat wil zeggen om de andere dag rijst te eten en om de andere dag maar niet te eten. Maar het is een vaststaand feit dat ons deviezen-bezit de 5 milliard dollar aardig genaderd is (sommigen noemen een bedrag van zelfs 8 milliard) en dat Indonesia nog nooit zo rijk is geweest (hetgeen door de internationaal bekende econoom Prof. Soemitro wordt toegegeven, daarbij tevens verklarende dat die he le economische situatie van Indonesia zo verward is, dat hij er geen touw aan vast kan knopen). Het parlement heeft uitgevonden, dat de Banken een 'wind fall" winst hebben gemaakt (o.a. de Bank Indonesia) van vele milliar- den rupiahs (die op de een of andere manier in de administratie zijn opge gaan), de Gouverneur van de B.l. gaf op een interpellatie dienaangaande een nogal schimmige verklaring. Maar ergens zit inderdaad een hele boel geld. Want voor het "Oud en Nieuw" feest stelden de internationale hotels in Jakarta toegangsprijzen van Rp. 60.000,per persoon. Ja, U leest het goed, Rp. 60.000,En de gasten verdrongen zichZo erg drongen ze blijkbaar, dat de legercommandant/ Minister van Defensie Generaal Joe- soef alle militairen verboden heeft "New Years Eve" buitenshuis te vie ren. De regering volgde met een ver bod voor de civiele ambtenaren. Poli tie en Militaire politie werd opgedragen strenge controle uit te oefenen. Hoe doe je zoiets? Om de toestand in het afgelopen jaar nog donkerder te maken werden door aard- en zee-bevingen in 1979 duizen den huizen vernield, tienduizenden mensen dakloos gemaakt en honder den gedood. Overal om ons heen woedt de oorlog of burger-oorlog. President Soeharto had dus wel gelijk toen hij in zijn oude- jaarsrede 1979 een donker jaar noem de voor de hele wereld. Hij sprak ech ter de hoop uit dat 1980 een beter jaar zou worden. Een mens kan nu een maal niet leven zonder hoop! En het Licht schijnt toch immers ook in de Duisternis, al heeft de Duisternis dat (nog) niet begrepen? Zelf heeft hij overigens al voor een lichtje gezorgd. Want ambtenaren en gepensioneerden krijgen in januari 1980 een extra maand salaris/pen sioen uitbetaald. De regering hoopt dat particuliere werkgevers haar voor beeld zullen volgen. Veel is het niet. En het parlement heeft al meteen gemopperd en vindt dat - wil men de koopkracht enigszins her stellen - een forse salaris- en pensioen verhoging dient te volgen. Want in dien de binnenlandse koopkracht nog maar steeds afneemt, zal ook de pro ductie afnemen (omdat geen enkele producent onverkoopbare barang zal willen produceren) en als gevolg daar van ook de export. Volgens hen moet de nadruk gelegd worden op de bin nenlandse consument, omdat die de backbone is van de productie als ge heel. Bij de laatste persconferentie in 1979 drongen de correspondenten er bij de minister van voorlichting op aan te vertellen of er waarheid zit in de ge ruchten dat er werkelijk een loons-ver- hoging in de lucht hangt. Maar Ali Moertopo, die zijn carrière begon als soldaat (met als hoogste ideaal nog eens sergeant majoor te kunnen wor den, althans dat vertelt hij zelf) en nu tenslotte toch maar minister is gewor den, is voor geen klein geruchtje ver vaard en maakte zich met een grapje van al dat gevraag af. Maar er kan wel iets van dien aard in de zin van de regering liggen. Een par lementslid, helaas ben ik zijn naam vergeten, heeft verklaard dat een zeer forse loonsverhoging nauwelijks iets zou betekenen bij ons fenomenaal de viezen bezit. Volgens mij persoonlijk is zijn advies eigenlijk de enige weg om uit de hui dige contradicterende positie te ko men. De regering heeft heel hard aan de opbouw gewerkt. Tientallen fabrie ken zijn al in werking gesteld (cement, textiel, kunstmest, etc. etc.) en nog vele zijn in opbouw. Dat loopt alle maal goed. Maar de transmigratie wil niet van de grond komen, leningen voor de kleine industrie laten op zich wachten, de voortvarendheid van de Banken is een lachertje. In het kort de regering probeert nog maar steeds met een auto te rijden, waarvan de handrem aan staat. Die handrem is het apparaat. En zolang dat apparaat nog maar alleen "senin kemis" kan leven en als enig uitzicht een kommer volle oude dag heeft, zal die handrem niet los komen. Misschien is ook het feit, dat de cri minaliteit zowel kwantitatief als "kwa litatief" (van tukang tjopet tot bank rover en moordenaar) toeneemt, een gevolg van de - ondanks alle moeite door de regering gedaan - steeds stroever wordende bevolkings-econo- mie. Het politie-apparaat, gesteund door het leger werkt zich het apezuur, maar wanneer je een blad als "Pos Kota" leest, dan ben je huiverig om de straat op te gaan (in de grote steden dan). Enfin, we zullen maar zien wat 1 april 1980 (begin van het nieuwe boekjaar der regering) brengen zal. Maar m.i. zal de opvoering van de koopkracht van het volk de duw zijn die onze economie over de drempel van de weivaart zal brengen. Over die "Pos Kota" gesproken, daar stonden op 31 december 1979 twee opvallende moppen in (waar gebeurd overigens). 1. Ter gelegenheid van de plechtige Hoogmis in de Kathedraal te Jakarta werden uitnodigings-kaarten aan aller lei autoriteien rondgezonden. Niet per post, maar per bode (de wakil R.T. wijkhoofd). Maar die grappemaker ver kocht de uitnodigingen. Tot grote ver ontwaardiging van de Bisschop. Enfin (lees verder volgende pagina) Met z'n tweeën moeten we een keiharde concurrentie-positie opbouwen! 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 4