VOETSTAPPEN IN 'N ANDERE WERELD
U
Confrontatie "met de geestenwereld
Het is algemeen bekend, dat het Oosten en dus ook het voormalige Ned.-lndië
gehuld is in een aureool van mystiek, een groot aantal legendarische verhalen;
sommige delen van het uitgestrekte gebied kennen slechts een enkele legende,
andere delen zijn daarmede overgoten. Tot dit laatste behoort Ambon; hier is
het woord "goena-goena" dan ook voor niemand vreemd.
Op Ambon, waar in de eerste jaren wordt dan ook in het oor gefluisterd:
waar in t_.
van het bestaan van de Oost-Indische
Compagnie de Gouverneur-Generaal
zijn stoel moest houden, waart bij
voorbeeld rond de geest van Nènèh
Loehoe, de vrouw met de paardepoot.
Het speelt zich allemaal af bij het
fort "Victoria", gelegen nabij de Zui
delijke ingangszijde tot de binnenbaai.
Dit fort, opgericht door de Portugezen
in 1575, heette aanvankelijk "Kasteel"
en bestond uit een ommuurd vierkant
met torens op de hoeken.
Na de aardbeving van 1898, waarbij
het "kasteel" zwaar beschadigd werd,
verrees als een Phoenix uit de as een
bouwwerk onder de naam "Nieuw Vic
toria" met aan de zeezijde stevige
bastions voor het opstellen van ge
schut, waardoor het voor de vijand on
mogelijk was om binnen schootsbe-
reik troepen aan land te zetten. Dit fort
nu is het terrein van een mysterie, zo
als zij door devoot gelovende mensen
kinderen is saamgeweven met de gods
dienst en met overleveringen over
voorvaderen en onzichtbare wezens;
"Nènèh Loehoe".
Het moet in de eerste dagen van de
Oost-Indische Compagnie geweest zijn,
zo lezen we in het boek "Tropenmemo-
randum", dat geschreven is door L. J.
van Geest, oud-Gezaghebber bij de
Gouvernements Marine en G. L. Tichel
man, oud-Assistent-Resident: "dat de
Resident van Ambon een regentenbal
voor Inlandse bestuursambtenaren gaf.
De dochter van de Regent Soja di Atas
van Ambon, die zich misdragen had,
mocht voor straf niet op dit regenten
bal verschijnen. Maar Nènèh Loehoe,
zo heette het meisje, was verliefd en
de jongeling, die zij zo vurig begeerde,
zou - zo wist zij - wel op het bal aan
wezig zijn. Dus, Nènèh Loehoe ging
toch naar het feest.
Deze zonde tegen het vaderlijke gezag
zou haar zeer duur te staan komen.
Hoewel zij zich zoveel mogelijk op de
achtergrond hield en ondanks haar
sluiers werd zij ontdekt. Uit vrees voor
de grote toorn van haar strenge vader
vluchtte zij het bos in en bleef daar
zwerven. Wredelijk straften haar bo
vendien de goden. Zij gaven het meisje
een paardepoot in de plaats van haar
rechterbeen en sloegen haar een grote
rottende wonde tussen de schouder
bladen".
Europeanen, die Ambon bezoeken,
14
Ga niet langs het fort "Victoria", want
dan zult ge de schone Nènèh Loehoe
ontmoeten. Als dat het geval is zal zij
zich tegen u aanvleien en zal u doeze
lig worden door de liefkozing van de
schone vrouw. U zult de aandrang niet
kunnen weerstaan om uw arm om haar
schouders te slaan, maar dan zult gij
uw hand in een stinkende rottende
wonde leggen en het ongeluk zal u
van die dag af achtervolgen. Nènèh
Loehoe zal spotlachend, hinkend op
paardepoot, in de bossen verdwij
nen
Deze sage mag dan waar zijn of niet,
een feit is het, dat op zekere dag en
kele Europese kinderen speelden in de
nabijheid van het fort "Victoria" en
dat een vrouw naderde, die één van
de kinderen een vrucht aanbood.
In de loop van de daaropvolgende a-
vond zwol het gelaat van het meisje
hevig op. Een Europese arts werd er
bij geroepen, die van voedselvergifti
ging sprak. De toestand van het kind
werd voortdurend slechter en het ge
laat bleef, alle pogingen van de arts
ten spijt, zeer gezwollen.
Alom werd gefluisterd: "Nènéh Loe
hoeNènèh LoehoeI Eén der
Ambonnezen snelde naar de regent van
Soja di Atas, die een wijze was en on
middellijk bereid was naar het kind toe
te komen. Toen hij haar zag zei hij;
"Obat Tioep". Hij liet zich een kom
water reiken en blies er over in de
richting van het kind. Zo verdreef hij
de boze geest van Nènèh Loehoe uit
het lichaam van het zieke kind.
In de loop der jaren is heel wat ver
anderd. Aan de zeezijde van fort "Vic
toria" is een kleine steiger gebouwd,
waar weliswaar geen schepen aan kun
nen afmeren, maar wel motorboten of
sloepen. Aan de achterkant van het
fort bevindt zich nu de aloon aloon met
daaraan de sociëteit, hotel Esplanada,
de tennisbanen en verderop de Euro
pese woonwijk. Vandaar dat het zee
gebied om en nabij het steigertje een
geliefde ligplaats was voor de te Am-
bon gestationeerde schepen van de
Gouvernements Marine.
Zoals bij het kinderspelletje: "een
praatje rond de wereld" veranderde in
de loop der tijden ook de inhoud van
de diverse sagen en/of legenden. Na
de 2de wereldoorlog werd de boven
beschreven legende als volgt verteld:
"Nènèh Loehoe was een heksenfiguur.
Zij kon allerlei gedaanten aannemen;
het ene ogenblik was zij een mooie
jonge vrouw en een ander moment een
oude heks. Het enige dat zij niet kon
veranderen was haar handicap, haar
rechterbeen was niet voorzien van een
voet, maar van een hoef, een soort
paardehoef. Om deze handicap te ver
bergen droeg zij haar jurk of sarong
erg lang, zodat het kledingstuk haar
hoef bedekte.
Nènèh Loehoe deed allerlei heel ge
heimzinnige dingen; de mensen kregen
daar staande haren van. Als een ge
heimzinnige figuur doolde Nènèh Loe
hoe rondom en nabij het oude fort
"Victoria" met zijn machtige wallen,
heel dikke muren. Buiten het fort stond
een boom, een ketapangboom, een ge
liefde zitplaats voor de geheimzinnige
figuur. De vrucht van deze boom, de
ketapang is een soort amandel, die men
moet stuk slaan om het binnen-vrucht-
vlees te kunnen eten. Vaak, heel vaak
zat Nènèh Loehoe onder die ketapang
boom met een grote steen tussen haar
benen en een steen in haar hand om
de ketapangs stuk te slaan. En als je
daar voorbij kwam en ze zei: "wil je
wat hebben?" dan moest je dat altijd
aannemen. Bij weigering werd je heel
erg ziek. Dit werd alle kinderen ge
leerd. Aannemen wat zij je aanbiedt.
Of het nu een jonge vrouw is of een
oude heks, dat doet er niets toe.
Al vrij spoedig nadat in 1941 het Ko
ninkrijk der Nederlanden de oorlog ver
klaard had aan het Keizerrijk Japan be
gonnen ook te Ambon in de avond
uren de sirenes voor de eerste maal in
alle ernst te loeien. Luchtalarm op Am-
bon. Op de rede lag nagenoeg in het
verlengde van het steigertje het s.s.
"Albatros" van de Gouvernements Ma
rine ten anker, doch gereed om bij het
eerste luchtalarm onder stoom te gaan.
Officier van de wacht was 2de Officier
A. L. J. Smith, die met zijn vrouw juist
van tafel opstond toen de sirenes loei
den. Onmiddellijk werd de motorboot
bemand; aan de wal, d.w.z. op het
steigertje stonden o.a. Gezaghebber
A. H. Alfrink en 1ste Officier B. F. van
der Putte.
Toen Gezaghebber Alfrink aan boord
kwam en mevr. Smith zag schreeuw
de hij (de zenuwtjes speelden kenne
lijk een belangrijke rol): "er af jij, eraf,
het is oorlog, eraf." Dus keerde de
motorboot terug om mevrouw Smith
naar de wal te brengen en andere op
varenden naar boord te brengen. Dit
alles natuurlijk in volkomen duisternis.
Aan de wal was geen lichtje te be
kennen, daar zorgden de L.B.D.-ploe
gen wel voor, die voorts de mensen,
nontonners, de schuilkelders injoegen.
Niemand op straat, doodse stilte en
volkomen duisternis.
Daar stond mevr. Smith op het uit
einde van het steigertje; ze pakte haar
fiets, die ze daar had staan omdat ze
met de fiets van huis was gekomen.
Vóór haar het fort "Victoria" in oor-
(lees verder volgende pagina)