POIRRIE Toko Moesson krijgen wordt hij overmand en neerge drukt. Ik maak me zo klein mogelijk, het hoofd tussen de schouders ge perst, de rug los van de wand en alle spieren gespannen. Daar komen ze. Ik hoor ze suizen. Met beide handen omknel ik het ijzeren laddertje, mijn ogen knijp ik stijf dicht. Drie, vier, vijf seconden... dan is het over. De bom men zijn over onze hoofden heen in het water terechtgekomen. "Kruiserkade 4 attentie! attentie, Krui serkade 4", klinkt de radio, "bominslag op het vliegtuigdok, bominslag op het vliegtuigdok! Einde bericht". We zijn er in enkele minuten. Er zijn geen overlevenden. Ik help mee de overblijfselen te bergen, tot ik moet braken. De volgende avond even na zessen zit ik op het bankje langs de water kant. Dan stoot mijn gezel mij aan en wijst naar rechts. Daar komen ze aan, in lange linie, hun zwarte silhouetten scherp afstekend tegen het grijs van Madoera. Als bij afspraak gaan we staan. In de houding. Het is het restant van de Nederlandse vloot. Aangevuld met Amerikaanse, Engelse en Austra lische oorlogsschepen. Nooit zal ik dat gezicht vergeten. Onder Karei Door man gaan zij de vijand tegemoet. Ze varen naar het Westgat. Fier voorop onze De Ruyter, de lange rij wordt ge sloten door een Australische onder zeeër. Het is alles wat de geallieer den op deze plaats en op dit ogenblik bijeen kunnen brengen. Buitengaats zal de Java zich nog bij hen voegen. Twee dagen later weten we het. De Slag in de Javazee is gestreden. En verloren. Tegen een overmachtige vij and. Het is het einde. Afgelopen met onze Koninklijke Marine in de Indische wateren. Gebleven zijn zij, onze laatste torpedojagers, de Van Ghent, de Kor- tenaer, de Banckert, de Tromp, De Piet Hein, die een heel Japans eskader te vlug af was geweest. Onze laatste onderzeeërs, tot voor kort in de geest driftige Amerikaanse pers "Amerika's geheime wapen nummer 1" genoemd, onze mooie De Ruyter, die zo sierlijk was als een Balinese danseres en de Java, die de beste kanonniers ter we reld had, mannen die vloekten als het tweede schot pas zat. Tesamen met de Exeter, de Encounter en zovele be vriende schepen. Van elke drie sche pelingen van de Koninklijke Marine zijn er twee gebleven." En dan komen de volgende dag de mannen van de vernielingsploegen met hun blikken trotyl. Alles wat de Japan ners van het etablissement nog heel gelaten hebben wordt nu opgeblazen en veranderd in een chaos van ver wrongen staal, waaruit de vlammen spuiten tot één loeiende vuurzee. Ook van het marinevliegveld Morokremban- gan klinkt het doffe dreunen van de ontploffingen. Met de medische staf rijden wij de volgende dag de poort uit. Tien per sonenwagens en acht autobussen, vol gepropt met verbandmateriaal en me dicijnen. Het doel is Tjilatjap aan de en het nieuws v?0/ IO/ISR/é "Een van onze eerste sancties op deze brute inval moet bestaan uit de stopzetting van leveranties van wayangpoppen, verse taugé en minjak samin". zuidkust en vandaar uit Australië. Ver komen we niet. Japanse stoottroepen die geland zijn, zijn al bezig Java in tweeën te snijden. Dan proberen we het door het gebergte van de zuidkust, maar nu wordt het helemaal een fiasco. De bussen kunnen het niet aan, de ene na de andere valt uit. De leiding besluit terug te keren naar Soerabaia en plaatsen te gaan innemen op de ma rineafdeling van het Centraal Burger lijk Ziekenhuis. Het postverkeer is uitgevallen en ik kan Jo niet laten weten dat ik nog leef. Dat ik bij dat derde deel hoor, dat niet is "gebleven" en dat ik dus terug zou komen. Dat duurde niet eens zo lang. Maar dat wist Jo met haar kroost bestaande uit zes mannen tussen tien jaar en tien maanden natuurlijk niet daar ginds in het verre Poerwokerto. Die kon alleen maar hopen en bidden. En verstijven als daar 's avonds op het donkere grind plotseling zware spijker schoenen knarsen. Vader? Nee, die is het niet. Het zijn drie dronken Ja panners. Twee soldaten EN EEN SER GEANT. Boerend vallen zij op de stoe len en vragen waar de laki is. Rustig zal Jo zeggen, dat hij elk moment kan binnenkomen en dat hij groot en breed (wat kan die liegen) en beresterk is, omdat hij van de Marine is. Maar dat laatste had ze er natuurlijk niet bij NET ONTVANGEN Kabaja-broches. Schitterende, op vallende broches (zilver met steen tjes) die tegenwoordig gedragen wor den i.p.v. de kabajaspelden. Beeldig op blouse of revers 25, Haarspelden (Toesoek kondé) in de zelfde stijl 12,50 Wajang theelepeltjes en wajang taart vorkjes per stuk f 4,Per half dozijn 22,50. porto f 3, Wajang Koelit-figuren onbeschilderd plm. 30 cm hoog, zeer decoratief, voor vele decoratieve doeleinden te gebruiken. Voor creatieve doe-het- zelvers dankbaar materiaal! 13 ver schillende figuren, per stuk f 25, moeten zeggen, want nu beginnen ze te lachen met vele tanden. Ze boeren opnieuw en roepen vrolijk: "Marine? Marine niet terugkomen. Nooit niet. Boem, boem, boem, Marine naar de kelder!" De sergeant zal zeggen: "Jij nu onze vrouw" en begint zijn broek los te knopen. De eerste soldaat zal de deur sluiten en roepen: "Jij onze vrouw!" De derde gaat de peer van de lamp losschroeven. In de slaapkamerdeur staat nu opeens Jan en Thijs en Rob en Martin. "Vader! Help Maar vader zit ergens op Soerabaia. En dan gebeurt het. Hoe, hebben die Japanners nooit begrepen. Ook de SERGEANT niet. Omdat hij in zijn volle lengte voorover zal gaan wijl hij op eens die rottafel tegen zijn wankele benen krijgt. En de eerste soldaat zal dan weer over die zelfde rotbenen neersmakken. De tweede zal alleen maar stomverbaasd naar de reep van een jurk kijken, die hij in zijn hand houdt. Vóór ze beginnen te brullen staat Jo al in de slaapkamer, deur ach ter zich in het slot. "Vlug! Door het raam! Jan, jij pakt Adriaan! Ik neem Kees!" "IK WAS IN INDONESIË", zei de man in het Matsudeirahotel, "IK WAS SER GEANT. IK WAS IN POERWOKERTO". EN IN EEN FLITS HERKENDE IK HEM. Maar ja. Vader zat niet meer in Soe rabaia. Hij is onderweg naar jullie toe. En hoe! Momenteel hangt hij aan de buitenkant van de trein, die zich nu van Kroja naar Poerwokerto spoedt. Er lopen enkele vrolijke Japanners met grote karwatsen door de coupé's, die elke Europeaan, die ze vinden een pak slaag geven. Gelukkig waarschuwen de Indonesische passagiers vader als ze eraan komen. Dan kan hij aan de buitenkant van de deur gaan hangen. Vandaar! Binnen zit moeder met de jongens aan tafel. Buiten op het grind knarsen spij kerschoenen. Dan gaat de deur open. Het is doodstil. Nu valt er een lepel. Nu valt er een stoel. "Vaaader Vader is terug van weggeweest. TENTOONSTELLING "KEUKENGEHEIMEN" U kunt als u wilt naar een heel bijzon dere tentoonstelling dames! In het Mu seum voor Land- en Volkenkunde, Wil lemskade 25, Rotterdam, loopt momen teel een expositie met als onderwerp de kookkunst van Indonesië, Maleisië, China, Suriname en het Midden-Oos ten. Er is veel over te zien en te weten te komen in de vorm van kookboeken, kook- en eetgerei, ingrediënten e.d. Voor Indische dames een goede ge legenheid om er eens met een Hol landse vriendin heen te gaan en er over te vertellen. Want veel op deze tentoonstelling, die tot half mei zal duren, is ons bekend. Zoete herinne ringen, maar ook veel dat we nog niet wisten! Voor openingstijden en infor maties 010 - 11 10 55. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 19