KENT U MADOERA (slot) In de duinen van Ambunten. Klapperbomen, Lontarpalmen, degan en siwalan. Een prachtig uitzicht en niets meer. Gelukkig Surabaya mag vragen. De beheerder Pak Jahmin is een be schaafde vriendelijke man, een oud gediende van de Opium- en Zoutregie. Zijn vrouw verzorgt de keuken als u met "vol pension" een kamer neemt, Rp. 4000,per dag. Rp. 2000,alleen met ontbijt. Mocht u voor dit lieflijk stukje tempo doeloe rust en eenvoud voelen, bespreekt u in Surabaya bij het hoofdkantoor van de Perusahan Garam uw logies, want het gaat alle maal nog via daar. Het achtererfje met de bomen, de bloemen, de bloeiende heesters, alles is met liefde verzorgd. Vlak achter de pasanggrahan ligt de zee, een smal weggetje scheidt het achtererf van Straat Madoera. Ik had er willen blij ven, voorgoed. We vervolgen onze tocht over Longos, Juragan, Gulapatain en dan ombuigend naar het westen, recht op Ambunten, de grootste vissersplaats van de Noordkust, aan. Joop Soetjahjo vertelt dat er een punt moet zijn waar je èn de Javazee èn Straat Madoera kunt zien. We stoppen telkens vol verwach ting, lopen een wegberm op, maar niks hoor, land voor zover het oog reikt. Het is koel met de zeebries van beide kanten. Dan ineens staan we in de duinen. Waar de blanke top der duinen, de witste, schoonste duinen die ik in mijn leven gezien heb. Klapperbomen, Lontarpalmen, zover het oog reikt. Verkoopstertjes van degan en siwalan hebben de stilstaan de auto al gauw in de gaten. Hoe lang is het geleden dat ik iemand de siwa- lanvruchten uit de bast zag pulken? Voor een paar honderd roepiah eten en drinken we ons vol. Het is allemaal te mooi om echt te zijn, net een TV- commercial van Bounty repen. Alleen is dit echt. De Madoereesjes drijven af, geen op dringerig gedoe van "toean dit en nonja dat", Madoerezen zijn geen touristen gewend en dat is en blijft de grootste aantrekkelijkheid van dit ei land: ER ZIJN GEEN TOURISTEN. Daarom is het nog schoon en lieflijk en natuurlijk. En meteen voel ik me (lees verder volgende pagina) door Lilian Ducelle foto's: Poirrié Beladen met oleh-oleh (nergens op Java vindt men zulke prachtige pisang radja en pisang soesoe als op Ma doera) nemen we 's ochtends afscheid van Kapedi en onze gastheer. We ke ren op mijn verzoek nog even aan bij de pasanggrahan in Kalianget alvo rens oostelijk over de Noordkust ver der te gaan. Een bescheiden entree, maar zo "ra- pih", zo tot in de puntjes schoon is de gesloten voorgalerij, dat ik eigenlijk al kan raden hoe de rest zal zijn. Ik schat het huis zeker zo'n 60 jaar oud. Er is nooit wat vernieuwd, maar alles is tot in het oneindige onderhouden, opgepoetst. De tegels zijn spiegelglad, tienduizenden keren heeft de dweil met carbol ze schoon gelapt. Van de eenvoudige meubels is het politoer er ook na eindeloos afstoffen, afgegaan. Er zijn maar een stuk of vier 2-persoons slaapkamers naast elkaar op een gale- rijtje. Voor elke kamer een paar stoe len en een tafel. De badkamer en WC zijn voor Koes aanleiding om resoluut te zeggen: "Hier kun je niet over schrij ven, hier mogen Nederlandse touristen niet op af komen, dit is te erg!" Ik ben het hartgrondig niet met haar eens. Waarom kan de tourist zich niet op z'n Indisch baden en water schep pen uit een oude, bemoste mandiebak die van binnen toch schoongekoerast is en helderschoon water bevat. De vloer is oud en gebarsten en te ver sleten om goed droog geschuurd te kunnen worden. Nou en? "Je breekt je nek nog hier," zegt Koes, "en kijk maar niet naar de WC, want dat is helemaal erg!" Ik vond het helemaal niet zo erg, in Mexico heb de smerigste toiletten ter wereld meegemaakt. Maar toegegeven dat de pasanggrahan in Kalianget best een nieuwe closetpot aan de bazen in De Madoerese "Dardanellen", de kalkrotsen die in Noord-Midden Madoera veel voor komen en die - geheel onterecht - het eiland de reputatie van dor en droog bezorgd hebben. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 10