Nieuws uit Indonesië PERSPECTIEVEN IN Z.O.AZIË Laat, maar nog niet te laat, wil Moesson nog even stilstaan bij het bezoek van de premier en de minister van Buitenlandse Zaken aan Indonesië. Dat de goede betrekkingen tussen Nederland en zijn voormalig koloniaal bezit een stijgende lijn vertonen weet iedere Nederlander die er geweest is. "Ik ben er ontvangen als de verloren zoon", zei ons onlangs een oudgast, die na jaren van leven en werken in Indië het nieuwe Indonesië bezocht. Premier van Agt zou het hem kunnen nazeggen, al was dit dan zijn eerste bezoek aan deze verre landen. Ofschoon het bezoek van de ministers werd gerangschikt onder de kwalifi catie "beleefdheidsbezoek" zijn de ministers in Indonesië ontvangen op een wijze die, naar een van de beide heren liet weten, de hooggespannen verwachtingen nog overtrof. Reeds de ontvangst op de vlieghaven Halim was imponerend. Zij gaf de toon aan en schiep de atmosfeer waarin dit bezoek zou verlopen. Wat ons vooral heeft getroffen is het feit, dat president Soeharto de aan dacht van zijn bezoekers heeft ge vraagd, door de kennelijk aanwezige schroom bij het Nederlands bedrijfs leven, zich te wagen aan investeringen in Indonesië. Wij verkeren in een ken nelijk bijzonder gunstige positie. Niet alleen heeft Nederland na een periode van verwijdering wederom een grote goodwill in Indonesië, maar bovendien beschikt ons land nog altijd over een haast niet te overtreffen kennis van land en volk. Naast de zeer agressieve Japanse economische belangstelling voor Indonesië - men kan er in elk nummer van Moesson voorbeelden van aantreffen - zijn ook westerse mo gendheden in Indonesië actief. Maar Nederland niet. Wie kennis neemt van de "verovering" van Indonesië door Japanse belangen krijgt de indruk dat wat Japan in de oorlog niet gelukte, bezig is tot stand te komen in vre destijd: een zodanige greep op de Indonesische economie dat men haast van een dominerende positie kan spre ken. Gelukkig richt de Indonesische wetgeving zich tegen een overheer sende plaats van vreemd kapitaal, maar belangrijker zou uiteraard een tegenwicht zijn door andere mogend heden die belangen in Indonesië heb ben of zouden kunnen verwerven. Dat brengt ons tot het tweede punt waar aan wij een korte aantekening willen wijden. Dat is de overeenkomst die onlangs gesloten is tussen de Asean-landen (Indonesië, de Filippijnen, Thailand, Maleysië en Singapore) en de Euro pese Economische Gemeenschap. Een overeenkomst die van grote betekenis kan zijn voor het herstel van een zeker evenwicht tussen het opdringend Ja pans kapitaal en de westerse wereld. Wel is waar is de overeenkomst met de EEG een handelsverdrag, maar de te verwachten ontwikkeling van de be trekkingen tussen de landen van Zuid oost Azië en de Europese schept ook de juiste sfeer voor verdere ontwik kelingen. Bovendien valt te verwach ten dat de invloed van deze toenade ring tussen Oost en West ook politie ke consequenties zal hebben. Dat bleek trouwens al bij de ondertekening van de overeenkomst in Kuala Lumpur in maart, toen de beide partijen een verklaring aflegden, waarin de bezet ting van Afghanistan door de Russen werd afgekeurd. Voor wat de handelsbetrekkingen be treft zal ongetwijfeld Singapore het meest en rechtstreeks profiteren van de nieuwe overeenkomst. De beteke nis van de stad-staat op economisch terrein stijgt nog met de dag. Het zal wel geen toeval zijn dat de woord voerder van de Asean-landen in Singa pore zetelt. De havenstad op het kleine eilandje aan de spits van het schiereiland Ma- lakka groeit nog met de dag. Getuige bijvoorbeeld het feit, dat in januari 1980 het aantal vreemdelingen, dat Singapore bezocht, meer dan 200.000 bedroeg, al zal een groot deel hiervan wel passanten zijn geweest die niet meer dan één of twee dagen daar ver toefden. Maar er is nog een andere en veel belangrijker aanwijzing dat het Singapore voor de wind gaat. De re gering bereidt zich voor op het uit treden uit de club van onderontwikkel de landen! Het gemiddeld inkomen per jaar van de bevolking is namelijk in 1979 gestegen tot een bedrag van iets meer dan 3.000 per hoofd. En die 3.000 per hoofd is de grens tus sen de ontwikkelde en de ontwikke lingslanden. In een omgeving waar het inkomen per hoofd van de bevolking in doorsnee een fractie is van die 3.000 steekt dus de positie van Sin gapore af als een klomp goud op een mestvaaltDe dominerende posi tie van dit minuscule staatje temidden v.an een werelddeel aan steunverkrij- gende landen roept vele vragen op. Wel is waar heeft Singapore zich ver plicht, geen diplomatieke betrekkingen met China aan te gaan voordat Indo nesië zijn relatie met Peking heeft ge regeld, maar de toenadering tussen China en de westerse wereld zal op de duur enorme gevolgen hebben, waarvan Singapore zal profiteren, of althans zal trachten te profiteren. En gezien de initiatieven die Singapore ontplooit is te verwachten dat het ook in de verbinding tussen het Westen en China een grote rol zal spelen. JHR. SURABAYA - MALANG Er komt een nieuwe snelweg van Su rabaya naar Malang. In juni zal met de bouw worden begonnen en men ver wacht, dat de nieuwe verbinding in 1984 in gebruik zal kunnen worden ge nomen. Ofschoon zoveel mogelijk re kening zal worden gehouden met de bebouwing zullen alleen al in Sura baya 2.000 gebouwen met de grond gelijk moeten worden gemaakt. De kosten van het bouwrijp maken van de grond bedragen alleen al in Sura baya 20 miljard rupiah. De totale kos ten zullen 128 miljoen bedragen. De totale lengte van de weg bedraagt 45 km, die van de bestaande verbin ding het dubbele. JAPAN EN INDONESIË Japan heeft een nieuwe ambassadeur in Jakarta. In een ontmoeting met plaatselijke autoriteiten heeft hij een en ander over de plannen van zijn land ten aanzien van de economische ontplooiing in het bijzonder van Noord Sumatra medegedeeld. Hij begon met erop te wijzen,, dat Indonesië 32% ontvangt van alle fondsen die Japan aan de onderontwikkelde landen ter beschikking stelt. De ambassadeur wees op het Asahan-project, dat hier al is vermeld (kosten 1.6 miljard), op de steun van een LNG-project in Atjeh (Japan is de voornaamste af nemer van Indonesisch gas), een pro ject voor de verstrekking van water aan schepen in Belawan, de bouw van 27 diesel-electrische centrales in Noord-Sumatra, een vloed-controle project en irrigatie-werken. Verder zal Japan zich inzetten voor dé bevorde ring van het toerisme in Sumatra, spe ciaal in de streek van Bukit Tinggi (Fort de Koek) tot het Tobameer. Daar naast zijn Japanse particulieren ge ïnteresseerd in industriële, bosbouw kundige en visserij-projecten in Noord- Sumatra. Aldus lezen wij in de be richten van het Ind. Persbureau Antara. NIET OP DE BEURS Het is buitenlandse maatschappijen niet toegestaan op de beurs van Jakar ta te worden genoteerd. Dit in ver band met de omstandigheid dat Indo nesië nog steeds omziet naar inves teringen. De verschijning op de beurs van buitenlandse effecten zou Indone sische fondsen aan de kapitaalmarkt kunnen onttrekken. LET OP Wij gaan eind 1980 onze hulp staken. Nu nog kunt U familiegegevens gratis verkrijgen. Geef altijd zelf op, wat U van de familie weet. U kunt daarvoor een model aanvragen. Voeg altijd een gefrankeerde antwoordenvelop bij. INDISCH FAMILIE ARCHIEF Vreelandsestr. 14, 2574 RX Den Haag 10 1

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 10