mrnmrni
S^erinnerincjen 3£etjil
(XXVI)
KIMM Indische spekkoek
Poirrïé
"RENVILLE"
Doea
Hoe hij heette ben ik vergeten. Maar
laat ik, omdat ik leuke herinneringen
aan hem heb overgehouden, hem Doea
noemen. Weliswaar geen gebruikelijke
naam voor een Indonesiër, maar wel
een naam die het beste bij zijn figuur
past. Wat zijn gewicht, grootte en om
vang betrof was het geheel zeker het
dubbele van de gemiddelde Indonesiër.
Een knoert van een kerel. Ik heb tijdens
m'n Indië-jaren geen tweede Doea
meer gezien. Vandaar de naam.
Sjaak, een soldaat uit ons peleton, die
een eigen inlichtingendienst op poten
had gezet, was op een dag met hem
aan komen zetten. Tijdens de patrouille
hadden ze hem opgepakt. Doea had bij
het zien van de patrouille de benen
genomen en zich zeer zichtbaar achter
een kamponghuisje verscholen. Reden
voor Sjaak om hem op te pakken en
mee te nemen voor een verhoor in het
kampement.
Zeer vlot bekende Doea een soort
ordonnans te zijn van de TNI en nog
vlotter noemde hij een zevental namen
met adressen van mensen uit de na
burige kampong die evenals hij voor
de TNI zouden werken en zich bezig
hielden met spionage, sabotage en
noem maar op. Kortom met alles wat
in strijd was met onze rust en orde
taak.
Na al deze bekentenissen van Doea
waren we met stomheid geslagen. We
hadden nooit geweten zo vlak naast
de deur (nog geen tien minuten lopen
bij ons vandaan) een broeinest van
verzet te hebben. En dan nog wel een
broeinest van verzet dat zo gedegen
ondergronds moest werken dat er
nooit iets aan de oppervlakte zichtbaar
werd. En wij maar denken dat alles
snor zat met die kampong.
"Daar moet wat aan gedaan worden",
zei Sjaak.
Er werd een patrouille samengesteld
voor een bliksemactie in de kampong.
Doea ging mee om de naam bliksem
actie hoog te houden. Hij was immers
de man die ons het snelst bij de ver
dachte personen kon brengen.
In de kampong wees Doea met een
grijns op zijn gezicht de huizen van de
TNI-ers aan. We sloften. Voor een
bliksemactie lagen de huizen gelukkig
dicht bij elkaar. Een gedeelte van de
patrouille omsingelde de huizen en de
rest ging over tot het doorzoeken van
de huizen en het gevangen nemen van
de aanwezige TNI-ers.
We hadden het al gauw bekeken. We
waren er behoorlijk ingetuind. Doea
had ons zo maar wat namen van hem
bekende, geheel onschuldige, kam
ponggenoten genoemd. Wat de kam
pongbevolking al jaren wist was nu
ook tot ons doorgedrongen: aan Doea
zat een aardig steekje los.
Wat moet je nou met zo'n orang, vroe
gen we ons af. Sjaak dacht de oplos
sing gevonden te hebben door hem
eenvoudig weg te sturen met de goede
raad dat hij zich nooit, maar dan ook
nooit meer moest laten zien.
Doea voelde niets voor deze oplos
sing en protesteerde hevig. Hij hield
niet op ons er op te wijzen dat hij TNI-
er was en een gevangene wilde blij
ven. "Kom dan maar mee", zei Sjaak
zonder na te denken. Hij heeft het ge
weten want met deze woorden schoof
hij zichzelf een vaderrol in de schoe
nen van hier tot ginder. Doea was van
af deze gesproken woorden niet meer
bij Sjaak weg te branden. Zelfs 's
nachts lag hij als een waakhond voor
het veldbed van Sjaak op de grond te
slapen. Sjaak had er in elk geval een
goede djongos en oppasser aan.
Doea had ook een voorliefde voor gro
te zwarte torren. Geen tor was veilig
voor hem. Menige tor die 's avonds op
het licht van onze oliepitjes afkwam
vond de dood tussen de grote malen
de tanden van Doea. Blijkbaar voor
Doea een lekkernij want het was hem
niet af te leren.
Het gezegde: zien eten doet eten,
zorgde voor een wrange bijsmaak. De
magen van de onder ons aanwezige
zwakmagigen kwamen menigmaal tot
kookpunt wanneer ze getuigen waren
bij zo'n feestmaaltijd van Doea.
Toen Sjaak overgeplaatst werd naar de
staf met zijn leger zoals wij dat groep
je van vijfentwintig man noemden
(voornamelijk overgelopen TNI-ers en
wat vrijwilligers die door Sjaak op
geleid waren) ging Doea natuurlijk
mee. Alleen de herinnering bleef.
J. BLOKKER
vaarlijk kan zijn en vaak zo maar aan
valt
Die avond is het volle maan. De obat
njamoek wordt aangestoken. Wat is
zo'n maannacht in de tropen toch
prachtig! De Landheer rookt zijn
Djiêngsigaretje. De Taaie heeft een
Marsbrandshekkie gerold en Flash
zuigt op een Djatirongo stinkstok.
Het is stil, niemand zegt wat, de
avondgeluiden klinken helder van
dichtbij en ver. Het is oorlog in het
Oude Europa, Noord-Afrika en op de
Atlantic. Hier is het - nog even - goed;
voor het laatst
Vijf maanden later begint de narigheid,
ook voor de drie zwagers. Zij krijgen
elk hun portie. Flash komt zelfs onder
de wolk van de plutoniumbom op Na
gasaki (9 augustus 1945).
Maar alle drie, het is nu 1980, leven
nog. De Landheer is, op een oor na,
80 jaar, still going strong en staat aan
het hoofd van een talrijke, gelukkige
familie in Perth, West Australië. Flash
heeft met zijn ega ook niet stil gezeten
en is stamvader geworden van vele,
vele nazaten in Noord-Holland en of
all places: Zwitserland I De Taaie is
nog steeds a la récherche du temps
perdu I
AvL.
Stort f 17,op giro 158225 en
U ontvangt een spekkoek van
ca. 500 gram, in speciale ver
pakking, franco thuis.
"KIMM", Joh. Verhulststraat 98
Amsterdam-Z. Tel. 020-72 84 61
"De Mobiele Eenheid betere uitrusting, dan
wij gewoon grotere oogkleppen
ALS KEERPUNT IN DE
NEDERLANDS-INDONESISCHE
ONDERHANDELINGEN
door Ide Anak Agung Gde Agung
Dit werk levert een bijzondere bijdrage
aan de geschiedschrijving van de perio
de van onderhandelingen die voorafging
aan de Indonesische onafhankelijkheid.
De auteur was bij die onderhandelingen
zeer nauw betrokken en brengt in het
boek belangrijke nieuwe gegevens naar
voren. Zijn onderzoek in archieven lever
de tot dusver onbekende feiten op over
kwesties van vitaal belang als het ont
slag van Lt. G.G. van Mook en de twee
de politionele actie.
Ide Anak Agung Gde Agung werd in
1947 minister van binnenlandse zaken en
later premier van de deelstaat Oost-ln-
donesië en na de soevereiniteitsover
dracht minister van binnenlandse zaken,
vervolgens van buitenlandse zaken. Hij
was o.m. ook Indonesisch ambassadeur
in Wenen. De schrijver promoveerde on
langs aan de universiteit van Utrecht op
het onderwerp, dat in zijn boek wordt
behandeld.
"Renville" is verkrijgbaar bij Boekhandel
MOESSON, f 39,50 f 4,50 porto.
Het boek is geïllustreerd met op bedoel
de periode betrekking hebbende foto's.
27