ENGELS OF NEDERLANDS Van drs. J. B. A. F. Maijor Polak, oud-assis tent-resident van Malang en daar nog ge vestigd, ontvingen wij de volgende brief. U herinnert zich wel, dat U indertijd bij mijn artikeltje over de Nederlandse taal in Indonesië een - overigens zeer vriendelijke en waarderende - aante kening hebt gesteld, luidende onge veer: "dat U er niets van gemerkt hebt, dat men in officiële kringen zich niet van het Nederlands wil bedie nen". Daar kwam het op neer. Op grond van mijn recente ervaringen tijdens het bezoek van Minister De Koning aan Malang, moet ik U echter (houdt het me ten goede a.u.b.) tegen spreken. Het was weer allemaal Engels wat de klok sloeg. De tolk van het Kementarian Luar Negeri, die de Minis ter had meegekregen, een Molukse dame, sprak prima Nederlands, als ze wilde maarze wilde niet! Alle speeches vertaalde ze in hakkelend Engels. Tegen mij wou ze ook in het Engels beginnen, waarop ik zeer be leefd heb geantwoord: "Maafkan saya tidak mengerti bahasa Inggeris, hanya Indonesia dan Belanda saja!" Enfin, de enige van wie de Minister iets in het Hollands heeft gehoord was van mij, namelijk bij het bezoek aan het doorgangshuis van de gemeente (waarvoor ik 1'/2 miljoen Rp. heb aan gevraagd en gekregen van de Ambas sade). De directeur sprak Indonesisch en ik vertaalde in het Hollands, maar verder was het allemaal "Yès monès thy bedès" wat de klok sloeg. Ik heb een suggestie gedaan aan ie mand in het gevolg van de Minister, namelijk de heer Verdegaal van de Am bassade in Jakarta. Ik heb hem voor gesteld, laat een volgende keer Zijne Excellentie beginnen met een goed geprepareerde speech in het Indone sisch en zich dan beleefd verontschul digen, dat het Haar (excellentie is vrouwelijk volgens ons boekje vroeger op het departement) spijt de Indone sische taal niet voldoende machtig te zijn, weshalve Zij overgaat in het Ne derlands, dat dan door een tolk wordt vertaald in keurig Indonesisch. Omge keerd verzoekt de Minister hen, die het Nederlands niet machtig zijn om s.v.p. Indonesisch te spreken, een taal die Z.E. zo gaarne hoort - en hetgeen dan in het Nederlands vertaald wordt door de tolk. Als de Indonesische autoriteiten geen Nederlands willen spreken... baiklah! Pakailah bahasa kita sendiri, bahasa Indonesia, nanti diterjemahkan dalam bahasa Belanda dan sebaliknya. Zo hebben we in dat doorgangshuis voor de werklozen ook gedaan en het ging prima. Dit wilde ik U even vertellen, meneer Ritman, want U moet goed ingelicht zijn. Drs. J. B. A. F. MAIJOR POLAK Tot zover de heer Maijor Polak. Het moet daar in Malang wel een rare vertoning geweest zijn, die vertaling van de Bahasa in het Engels voor een Nederlands functionaris! Mijn ervaring is anders. Toen ik in 1971 een pers conferentie van Adam Malik voor Ne derlandse journalisten (ter gelegenheid van het bezoek van de Koningin) bij woonde, werd het Indonesisch van de Minister in keurig Nederlands ver taald. Toen ik na de persconferentie nog een ogenblik gelegenheid had mij met de Minister te onderhouden, sprak hij met mij alleen Nederlands. Het lijkt mij duidelijk: bij officiële gelegenheden spreken Indonesische autoriteiten na tuurlijk de landstaal, bij informele ge legenheden, is mijn ervaring, schroomt men niet zich van het Nederlands te bedienen. In de tijd dat ik vaak aan raking had met Soekarno was mijn er varing dezelfde. Hij sprak altijd Ne derlands met mij. Het spreekt vanzelf, dat alleen de ou deren in Indonesië nog goed Neder lands spreken en dat, naar eigen re cente ervaring bij informele of per soonlijke gesprekken, ook nog uit stekend doen. Het jongere geslacht, dat onderwijs geniet met Engels als tweede taal, zal zich natuurlijk bij con tacten met Europeanen bij voorkeur van het Engels bedienen. JHR. B.V.C. ELFTAL Bij het zien van de foto van het eerste elftal van BVC uit 1936 (Moesson no. 18, pag. 18 op welke foto de namen van twee spelers de inzender onbe kend waren) herkende ik in de hurken de speler rechtsonder mijn jongste oom Mr. F. Pipper, in sportkringen beter bekend als Nan Pipper. Het is voor mij en de familie nogal bij zonder hem aan te treffen in een BVC elftal, daar hij tot dan één der fervente spelers was van de broers Pipper bij het fameuze Hercules. Uit de herinnering weet ik, dat hij na een intern conflict bij Hercules in die jaren, tijdelijk of permanent overge gaan is naar BVC, voor welke club hij overigens ook uitkwam met enkele ath- letiek nummers, zoals de tienkamp- hordenloop en speerwerpen. Het laat ste zal mij onuitwisbaar bijblijven, daar wij (hij was 25 jr. en ik 13 jr.) vaak samen conditie trainden door 's mor gens vroeg om 6 uur te "joggen" van af Sumatraweg door de Javaweg, langs Vios terrein en om het Lembang meer tje in Jakarta. Hij, zoals gezegd voor B.V.C. en ik voor het schoolteam van de KW. Ill school. Ter nader uitleg: ik ben de zoon van de oudste, t.w. Tjoh Pipper, rechtsbuiten en midvoor van Hercules en vaak ook het Bataviaas Bondselftal, Nan Pipper was meestal links- of rechtsbinnen, ter wijl een derde broer, Jo Pipper, keeper is geweest van het 2e elftal en soms inviel in het eerste, bij ziekte van Van Ouwerkerk. Mijn vader is overigens ook een ver dienstelijk athleet geweest, op de num mers 100 - 400 m. - estafette en hoog- en verspringen zonder aanloop (thans niet meer bekende nummers), waarbij zijn naam nog jaren vermeld is ge weest als loper van het Ned. record 10 x 100 m. estafette op naam van Vlug Lenig Den Haag in 1929 gemaakt. G. PIPPER DR. R. M. SOSRO KARTONO "Ik leerde hem kennen in 1932. Wij waren na Soebang, waar mijn man Piet van Haaften in de malaise bij de P. en T. Landen ontslagen was, naar Bandoeng verhuisd. Daar werd Piet erg ziek, een abces in de nieren. Hij zou geopereerd moeten worden. Een ken nis van mijn zuster zei: "Maak je geen zorgen, ik breng je naar Dr. Sosro Kar- tono, die zal hem zo genezen!" Wij in een betjak naar hem toe, op het eind van de Regentweg. Ik vergat wa ter mee te brengen en kocht in een warong een fles aer belanda. Na uren wachten - de galerij van het huis was stampvol - was het mijn beurt. Dr. Sos ro Kartono vroeg of mijn man geloofde in zijn kracht. Ik zei: "Neen, maar ik wel, 100%! Toen nam hij de fles aer belanda en vroeg mij wat mijn man had. Ik moest denken aan de ziekte van Piet en mij goed concentreren op de palmtak, die aan de muur achter hem hing en de steen, die op zijn pet bevestigd was. Hij bad heel diep en daarna zei hij: "Ga naar huis en geef uw man een pait glas uit de fles, zo gauw als u thuis bent. U mag de fles niet op de grond zetten, dat verontreinigt het water." Ik deed precies, wat hij zei. Die avond transpireerde mijn man ont zettend en hij was ijskoud. Ik belde de dokter tegen middernacht en die raad de mij aan warme kruiken aan te leg gen. De volgende dag kwam de dokter met een collega. Ze onderzochten Piet. Ik zal nooit vergeten, wat de dokter zei: "Hier is een wonder gebeurd. Het abces, dat zo groot als een vuist is geweest, is volkomen verdwenen". Ik zal dit moment nooit kunnen verge ten. Natuurlijk vertelde ik aan de dok toren niets over mijn bezoek aan Dr. Sosro Kartono. Ik ben daarna naar hem toegegaan om hem het wonder te ver tellen en hem te bedanken. Ik wilde hem betalen, maar daar wilde hij niets van weten. Later heb ik hem het een en ander in natura gegeven. Mijn man heeft nooit meer last gehad van zijn nieren. Helaas overleed hij in het Jappenkamp. Ik ben later hertrouwd- Ik ben blij, dat ik eindelijk iets kan ver tellen, dat er toe kan bijdragen de biografie van Dr. Sosro Kartono vol ledig te maken." Mevr. C. VAN VLEUTEN-WAHR 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 9