De schilder H. A. L. WICHERS
11
Onlangs kocht ik het prachtige boek "Java's Onuitputtelijke Natuur", zowel
prachtig van inhoud als van uitgave, (zie de goede boekbespreking in Moesson
van 15 mei 1980) en zag daarin de fraaie tekening van het meer, genaamd Telaga
Patengan, in West Java, gemaakt door Junghuhn. Onmiddellijk gingen mijn ge
dachten naar de bekende schilder H. A. L. Wichers, met wie ik in jappenkampen
in Bandung en in Tjimahi heb vertoefd en met wie ik bevriend werd. Wichers
woonde vóór de oorlog in een fraai huis met afzonderlijk atelier, op Tjiumbulleuit
bij Bandung.
Javaans bruidspaar met de speciaal voor de
huwelijksplechtigheid opgemaakte haartooi.
ken ontstaan, waartussen een cirkel-
boogvormig verbindingstuk komt, ter
wijl deze versiering van het voorhoofd
afgesloten wordt met een gebogen
spitse lok voor elk oor.
Na de behandeling mag de bruid zich
niet spiegelen. Alle spiegels in het
hui6 worden met doeken bedekt. En
hoe graag zou de bruid zichzelve wil
len zien!
De avond voor het huwelijk wordt een
offermaal gegeven aan enige vrome
mannen om de zegen van God, van
de Profeet en de voorouders af te
smeken voor het welslagen van het
huwelijk.
Die avond mogen bruid en bruide
gom zich niet ter ruste begeven voor
middernacht, omdat men gelooft dat
tegen die tijd de "widadari's", een
soort hemelnymfen, nederdalen om het
bruidspaar te zegenen. Om de tijd te
korten wordt de bruid omringd door
jonge meisjes, die de nodige vrolijk
heid brengen. De ouderen, die de ge
hele nacht opblijven, vermaken zich
met het kaartspel.
Dan komt de grote dag, de dag van de
huwelijksvoltrekking.
Maar daar zal ik u de volgende keer
van vertellen.
Ik dank U voor uw aandacht.
Wij zijn van 1 - 15 AUGUSTUS
GESLOTEN
Toko en Boekhandel MOESSON
HOTEL "DE RUITER" HOUTHEM
bij Valkenburg (Z.L.). St. Gerlach 43
tel. 04406-4 03 18
Riant uitzicht op het Geuldal
doet denken aan de mooie rustige om
geving van de Preanger
Zeer geschikt voor diegenen die op me
disch advies een rustkuur moeten onder
gaan
Met dieet-patiënten wordt rekening ge
houden
Alle kamers centraal verwarmd en voorzien
van warm en koud stromend water.
Prijzen per persoon en per dag; incl. be
diening en B.T.W. Logies met ontbijt
f 27,50 p.p.p.d. Half pension f 37,50 p.p.
p.d. Kamer met douche en toilet, logies
met ontbijt f 35,p.p.p.d. Kamer met dou
che en toilet half pension f 45,p.p.p.d.
Wichers had een fotografisch geheu
gen. Hij was een geweldige waarne
mer en wat hij zag werd in zijn ge
heugen vastgelegd, tot in details. Zo
kende hij uit zijn hoofd en kon teke
nen, om maar een paar voorbeelden
te noemen, alle details van de tien
tallen typen Indische prauwen en an
dere vaartuigen, zomede alle details
van de diverse soorten pikolans in de
archipel; voorts had hij ontelbare land
schappen en bergsilhouetten in zijn
hoofd en kon deze haarfijn uitbeelden.
Evenzo kon hij uit zijn hoofd portretten
tekenen van mensen, die hij langer of
korter geleden had ontmoet of van
wie hij afbeeldingen had gezien, zelfs
van jappen. Ik heb wel eens de proef
op de som genomen door hem een
portret, een schets, te laten tekenen
van een bekende Bataviaan, die hij
nooit had ontmoet, doch van wie hij
wel foto's had gezien in de couranten.
Ik liet deze aan diverse mensen zien
en vroeg wie dit was. De antwoorden
klopten.
Waarom gingen mijn gedachten naar
Wichers toen ik de tekening van
Junghuhn zag? Wichers maakte in het
voorjaar van 1945, in kamp 6 te Tji
mahi, op mijn verzoek voor mij een
tekening met kleurpotlood, van ge
noemd meer, met op de achtergrond
de berg Patuha, met weerspiegeling
van deze gunung in het water. De
grootte er van is 28 bij 19 cm. Papier
en potloden waren uiteraard binnen
gesmokkeld, met hulp van ons goed
gezinde inlandse pegawais. Grond
voor dit verzoek was, dat ik bijzonde
re herinneringen heb aan deze berg
en aan de tegen de hellingen daarvan
gelegen thee- en kinaonderneming Pa-
tuhawati, waarvan vóór de oorlog en
ook enige jaren daarna Bernard Nieu-
wenhuijs de administrateur was. Na
het kamp liet ik deze tekening inlijs
ten en zij hangt tot op heden in mijn
huis.
De tekening van Junghuhn, gemaakt in
1837 aangezien hij het meer bezocht
op 20 juli van dat jaar, vergeleek ik
met die van Wichers, uit zijn blote
hoofd getekend in 1945. De overeen
komst is treffend. De blik op het meer
is bij beide tekenaars vanaf dezelfde
plaats, n.l. vanaf de weg (thans auto
weg) die langs één oever loopt. De
details van Wichers zijn ongelooflijk
goed, zoals boomsoorten, bodembe
groeiing en bergsilhouet. Zelf ben ik
omstreeks 1950 naar deze plaats ge
gaan en vergeleek de tekening met
de werkelijkheid. Het was alsof Wi
chers naast mij stond te tekenen; de
kleinste details klopten.
Een ander staaltje van zijn fotografisch
geheugen is het volgende. Omstreeks
1930 kwam het nieuwe passagiers
schip "Ophir" naar Batavia. Het schip
was genoemd naar de vulkaan "Ophir"
in de Padangse Bovenlanden, land
schap Pasaman. De bevolking noemt
hem Gunung Pasaman.
Door zijn geisoleerde ligging en regel
matige vorm is hij uit zee gemakkelijk
herkenbaar (zie de Encyclopaedie van
Ned.-lndië). De toenmalige president
directeur van de Koninklijke Paket-
vaart-Maatschappij Everts vroeg Wi
chers een groot schilderij (om de ge
dachte te bepalen 5x3 meter) van
deze berg te maken, bestemd voor de
hall van dit schip, waarmee Wichers
instemde. Op de mededeling van
Everts, dat Wichers op kosten van de
KPM naar de berg kon gaan voor het
maken van schetsen, reageerde Wi
chers, dat dit onnodig was, aangezien
hij jaren geleden daar reeds was ge
weest en zonder meer wist wat hij
moest schilderen. Wichers maakte het
schilderij in zijn atelier, hetwelk nau
welijks groot genoeg was voor een
stuk van dit formaat. Toen het gereed
was ging hij naar de berg en consta
teerde, dat inmiddels niets veranderd
was, behalve dat één kamponghuis met
rood pannen dak was gebouwd. Wi
chers ging terug naar zijn atelier en
voegde het huis toe aan het schilderij;
verder geen wijziging. Dit verhaal ver
nam ik uit de mond van hem zelf.
Na terugkeer in Nederland vestigde
Wichers zich in Nijmegen en bleef
daar Indische stukken schilderen. In
1963 hield hij een tentoonstelling in
het gebouw van TONG-TONG in Den
Haag, alwaar ik hem ontmoette en
twee stukjes van hem kocht. Dit was
de laatste maal dat ik met mijn sym
pathieke, blijmoedige kampgenoot con
tact had. De drie door hem gemaakte
stukjes sieren mijn huis. De tekening
uit het kamp is mij het dierbaarst.
Wichers overleed een paar jaar later.
Ik bewaar herinneringen van sympa
thie en vriendschap aan hem.
In ons kamp zat ook de zoon van Wi
chers, genaamd Arend. In 1963 vertel
de de vader mij, dat deze zoon offi
cier bij de luchtmacht was. Ook aan
deze correcte jongeman heb ik goede
herinneringen. Misschien leest hij dit
verhaal over zijn vader. Ik groet hem.
Dr. Mr. H. F. W. LUIKING