OPROEP de weg langs de Westkust van Atjeh volgen. Ook zag ik duidelijk de posten Lam Beusoë, Kuala Unga, Teunom, enz. Ook kon ik nu de weg langs de steile Glé Groetèë vanuit zee bekijken. Na een uurtje landde ik op de Tjoet Nja' Diën airstrip bij Seunagan. Tjoetje (Teuku Tjoet Mohd. Hoessin), journalist, haalde mij af. Wij reisden per jeep (23 km) naar Hotel Amanah (van wijlen Hadji Jahja) te Meulaboh. tjoetje en ik werden bij de Bupati T. Oesman Machmoed ten eten genodigd. Met Tjoetje en de heer Radjulis, die mij nog kende uit mijn Meulaboh-tijd, ver trokken naar de gpg. Tjot Darat (Boe bon) voor een rouwbezoek in verband met het overlijden van Tjoet Nja' Oebit, echtgenote van de in 1934 overleden uleë-balang T. Ali Boebon. Zij is ruim honderd jaar oud geworden: bij de eerste landing van de Hollanders in Meulaboh bij de monding van de Kr. Meureuboë (1877) was zij nog in moe ders schoot. Daarna vertrokken naar Seunagan om de houtaankap rond de Tadoe-rivier te bezichtigen. De stammen worden per truck naar Kuala Toeha vervoerd en verder per schip naar Japan en Korea. Het bedrijf is in Chinese handen. De volgende dag met de heer Mohd. Rasjid, voorlichtingsambtenaar, per jeep naar Djeuram (oude Mar. post) en verder naar het einde van de verharde weg bovenstrooms aan de Seunagan- rivier. Aldaar ontmoet Keudjeuroen Ben (mij bekend uit mijn Djeuramtijd). Terug naar Simpang Peuët; langs een nieuw tracé, n.l. een acht meter brede weg door het Tadoe-gebied gereden naar Lam lë aan de Tripa rivier. Over de Kr. Tadoe is een stevige houten brug vervaardigd. Op 2 mei 1980 woonde ik op uitnodi ging de "Harpenas" bij. (Hari pendidi- kan nasional nationale onderwijs- dag), die voor geheel Atjeh dit jaar in Meulaboh werd gehouden. Op de tribune van het mij bekende voetbalveld aanschouwden wij gym nastische oefeningen van honderden leerlingen en fraaie Atjehse dansen in oud-Atjehse kleding van meisjes uit alle delen van Atjeh. Des middags vertrok ik via het Tjoet Alj vliegveld ten zuiden van Tapak Tuan naar Medan per S.M.A.C. vlieg tuig. Naast mij zat een zoon van Kim Kie, destijds leverancier. Toen ik van boven zee uit het plaatsje Tapak Tuan zag liggen, was het of de tijd 50 jaar had stil gestaan. Duidelijk waren de tangsi en de officiers-woningen te her kennen. Op 3 mei per Garuda weer naar Banda Aceh. Ik vernam dat oud-schoolopziener Hasjim M. K. op 27 april was overle den. Op 4 mei vertrok een gezelschap onder leiding van Teuku Bachtiar P. P. met 10 auto's naar Jantjoë, de stad in opbouw. Enkele kantoren waren reeds verrezen. Met het gehele gezelschap een pick-nick gehouden aan de Kruëng Kalo. Des avonds woonde ik een be spreking bij ten kantore van de Gou verneur A. Madjid Ibrahim betreffende het Malahayati Ziekenhuis. Teuku Has san Oebit, a.s. directeur, tevens kinder arts, en enkele diensthoofden waren aanwezig. Het ging om de beschikbaar stelling van een stenen pand aan de Jl. Teuku Umar, nabij de driesprong naar Mata lë. Uitsluitsel zou ik later ontvangen. Een der volgende dagen had ik een gesprek met drs. Zakaria Ahmad, Hoofd P. dan K., betreffende een Cul tureel Project voor de St. Peutjut- fonds. Een der aanbevolen projecten was Zaman Budaya, een soort "art Galery". (Openlucht-theater nabij het historische Kota Gunongan). Hier zul len Atjehse dansuitvoeringen plaats vinden, Atjehse muziek, shows, enz. De heer Zakaria vroeg om oude foto's uit de Atjeh Oorlog in verband met de a.s. opening van het nieuwe Atjeh Mu seum. (sept./okt. '80). Ook vroeg hij foto's/film van de onthulling van de ge denkplaat Abdul Hamid te Middelburg in oktober 1978. Tévens informeerde hij naar eventuele teruggave van enkele Atjehse oudheden uit het Tropenmu seum in Amsterdam. Bijna dagelijks was ik op Peutjut; een der werkers overhandigde mij een go- bang uit 1857, bij het omspitten van de grond gevonden, (gobang 21/2 cent stuk). Met Arabisch-Maleis karakter schrift stond hier op: satoe per empat poeloeh roepiah een veertigste gul den. Op 11 mei werd met een jeep van T. Bachtiar P.P. met de Tuanku een tocht gemaakt naar de gpg. Moereuë, alwaar zich de graven bevinden van Teungku Sjech Saman di Tiro en naast hem zijn zoon Tgk. Mat Amin di Tiro, de laatste gesneuveld bij de bestorming van Aneu' Galong op 28 juni 1896. Na de bezichtiging van de Missigit te Indra Puri (oud-Hindoe tempel) in de nabij gelegen gpg Mata lë/Montasiëk ont moet T. Ali Basjah, zoon van de vroe gere uleë-balang Teuku Ma'en. De zoon was in de gampong nog in het bezit van een kleine Austin-auto, die hij in 1933 gekocht had in Seulimeum op een lèlang (vendutie) bij Controleur Van der Velde. De motor sloeg meteen aan; af en toe reed hij naar Banda Aceh. Op 12 mei werd ik uitgeleide gedaan bij mijn vertrek naar Jakarta. Weer kreeg ik bezoek van enkele zonen van Atjehers, die in Jakarta studeerden. Op 17 mei weer in Jakarta ontving ik bericht dat de brief voor beschikbaar stelling van het pand voor het Mala hayati Ziekenhuis door de Gouverneur getekend was. "Prettige vakantie" zegt men wel eens, als ik naar Atjeh ga. Het is wel prettig, maar van rust is geen sprake. De At jehers laten je, net als vroeger, niet met rust. Wie kent de personen van deze foto? De meest linker figuur is reserve Elt. W. F. Kniestedt, vóór de oorlog op Ambon als KNIL-militair gelegerd. Met het groepje mannen van de foto heeft hij o.a. het vliegveld van Ambon vlak voor de komst der Jappen vernietigd en is daar na met de groep via Ceram, Dobo en Merauke naar Australië uitgeweken. Op Ceram werd hij tegengehouden en gehinderd in het volvoeren van zijn plannen door een "loyaal" BB ambtenaar, wiens naam ongeveer luidde: Van Keken. Deze heroïsche tocht die te Ambon op 8-9 februari 1942 begon en op 2 juni 1942 te Karumba (Noord Australië) succesvol eindigde, wil ik later geheel gaan beschrijven zodra ik meer bijzonderheden heb. Enige jaren geleden sprak ik nog de oude Heer Kniestedt, die mij spontaan beloofde om alle gegevens op een rijtje te zullen zetten. Mijn verlof daarop volgend thuis varend, vernam ik tot mijn leedwezen, dat de belangrijkste bron van informatie overleden was. Wie helpt mij aan namen van personen, feiten en zo mogelijk foto's. Ook foto's zoals het vliegveld van Ambon, het strand van Karumba, etc. etc. zijn welkom. Reacties gaarne aan: L LINDEBOOM - Overboschlaan 48 - 3722 BM Bilthoven (Utr.) - Nederland. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 19