De kleine Van Heek De kleine Van Heek heette natuurlijk gewoon Van Heek, maar hij was zo bij zonder klein, zelfs tussen de relatief kleine Javanen, dat iedereen hem altijd met zijn bijnaam noemde. Hij was opziener bij DW. - dat is de "Dienst van de Weg" van de Staatsspoorwegen op Java; de afdeling die de spoorbaan en de emplace menten beheert. Ikzelf werkte bij DC. - de "Dienst Constructie en Bruggen", en bepaalde me tot de bruggen in die spoorbaan. We hadden dus niet zoveel met elkaar te maken en ik kende hem eigenlijk alleen van naam. Maar éénmaal kwa men we elkaar tegen op het werk. Dat was bij een brug van 15 m over spanning, niet ver van emplacement Sidoardjo in Oost Java. Die brug was in 1946 opgeblazen bij een van de eerste acties van de ma riniers en later vervangen door een noodconstructie waarover de treinen stapvoets moesten rijden. In het kader van de algemene wederopbouw moest daar nu weer een nieuwe normale brug gebouwd worden en die eer viel onze dienst ten deel. Het was voor onze mensen, die met een eindeloze reeks sabotagedaden vaak voor moeilijke opdrachten stonden, eigenlijk kinder werk. De nieuwe brug hadden wij gemon teerd op het laadperron van station Sidoardjo en daarna geplaatst op twee platte spoorwagons. Zulke spoorwagons zijn daar natuurlijk niet op berekend en de assen en veren werden zo zwaar overbelast, maar nood breekt wet. Een oude rot in het vak, hfd ingenieur bij de NIS ir. T. A. M. Koster had kort tevoren in het Semarangse diezelfde stunt uitge haald en wat zo'n hfd. ingenieur kon en mocht dat konden wij ook al was ik dan de jongste ir. 2de klas De afstand van emplacement Sido ardjo tot de definitieve bouwplaats was maar enkele km's en een kleine rangeerlocomotief drukte dit onge wone transport zonder moeite lang zaam naar zijn bestemming toe. Een vreemd gezicht om die hoge stalen brug, twee maal zo breed als de wa gon waarop hij stond, langzaam door de sawah te zien schuiven. Iets voor een truckfilm, maar het was gewoon werkelijkheid. De nieuwe brug werd zo, voorzichtig, tot op de noodcon structie gereden. Op dat moment had men daar dus twee bruggen boven elkaar. Tevoren was er naast de noodcon structie een hulpsteiger gebouwd en de nieuwe brug werd hier zijdelings van de wagons af op deze hulpstei ger geschoven, waarna het treintje weer vertrok naar Sidoardjo. Dat schuiven met bruggen is voor het personeel van DC routinewerk dat nogal spectaculair aandoet, maar dat, mits goed voorbereid, eigenlijk niet zoveel om hakken heeft. Wij hadden het hele karwei opgedra gen aan de opzichters Van der Steen en Du Long met hun ploeg van ca. 30 toekangs. Deze twee hadden met hun mensen dit werk van de grond af aan moeten leren want van de oude garde DC opzichters en toe kangs was destijds in Oost Java vrij wel niemand beschikbaar. Nu zou de laatste fase volgen en daarbij was ik zelf aanwezig. Die laatste fase hield in dat de brug vanaf de hulpsteiger op zijn definitieve plaats geschoven moest worden. Al het voorgaande werk hadden wij rus tig kunnen uitvoeren zonder dat de normale treinenloop werd gehinderd, maar in dit laatste stadium moest de bestaande noodconstructie eruit en daarmee was dan de spoorbaan ge stremd. Het tijdstip, in de periode tus sen het passeren van twee opeenvol gende treinen, was natuurlijk zo ge kozen dat wij, als onverhoopt het werk zou tegenvallen, niet te veel stagnatie zouden veroorzaken. En daar ontmoette ik Van Heek. Ik was vroeg gearriveerd en inspec teerde het werk en de voorbereidin gen. Alles was klaar. De mensen wa ren geïnstrueerd en wachtten rustig tot ze zouden kunnen beginnen. En toen presenteerde Van Heek zich. Wij, van DC moesten straks snel de oude noodconstructie (z.g. railbundels op dwarsliggerstapeling) afbreken en dan de nieuwe brug ervoor in de plaats schuiven. Van Heek moest met zijn mensen eerst het spoor demon teren en de rails en dwarsliggers ver wijderen. Nadat wij klaar waren zou hij het spoor opnieuw moeten monte ren op de nieuwe brug. Ook hij had dat met zijn ploeg baan- werkers grondig voorbereid en liet mij dat zien. "Kijk ik heb de rails ge nummerd en gemerkt met de K van kanan" zei hij. Perfectionist die ik toen was, kon ik niet nalaten om te vragen of hij zeker wist dat het niet de K van kiri was? (Kanan rechts; kiri links). Maar hij wist het zeker en liet zich niet in de war brengen. Toen het later klaar was paste alles precies. Dat werk aan zo'n spoorbaan is voor de mensen van DW natuurlijk ook routinewerk. Het moet bijna altijd snel gebeuren in het tijdsverloop tussen het passeren van twee treinen, en bij de vooroorlogse SS (Staats spoorwegen) hanteerde men hoge standaards van efficiency en accura tesse. Een moeilijk karwei zoals het vervan gen van een wissel, waarbij alles erg precies moet passen, kan bijv. bin nen een uur gebeuren. In die naoor logse jaren hadden wij vaak moeite om aan die oude standaards te vol doen door het algemeen tekort aan geschoolde toekangs en opzichters, maar Van Heck had het blijkbaar goed geleerd. Hij was jong; 20 jaar onge veer. Vermoedelijk was hij voor de oorlog in opleiding gekomen, en had hij een beroerde tijd gehad onder de Jap en in de ellende van bersiap daar na. Nu werkte hij onder Sectieopzich ter Duval, een oude rot die als een vader met zijn medewerkers omging. Aan de manier waarop Van Heek zich presenteerde en zijn werk had voor bereid en later uitvoerde, proefde ik de stijl en de zorgvuldigheid van de oude SS. Duval kon tevreden zijn over zijn jonge Opziener. Nauwelijks was de trein gepasseerd of de twee ploegen toekangs veran- 1. De brug wordt aangevoerd. Rechts op de voorgrond de hulpsteiger waarop die geplaatst moet worden. De meest rechtse fi guren op de brug zijn vermoedelijk Van der Steen en Du Long. 2. De brug staat klaar achter de noodconstructie. De mensen wachten op het passeren van de trein.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 10