Misbruik maken van het toeval
3^ajiyama
ters, burgers, ambtenaren bij het Binnenlands Bestuur,
militairen van het KNILdie allen op zoveel waardiger
wijze wisten te getuigeneen Anthonie van Kampen,
die het begreep, een Vic de Bruyn
De honden blaffen. Onze karavaan trekt verder.
En nu las ik (was het toeval?) in de "Haagsche Post", in
een artikel van Jan Brokken, een interview met Vroman zelf
(New York), waarin de heer Vroman het volgende opmerkt:
"Ik heb nooit geschreven over mijn ervaringen in het inter
neringskamp in Indië en als dwangarbeider in Japan. Tijdens
de oorlog heb ik over vogels en bloemen en Tineke ge
schreven. Poëzie maken was een lekkere vlucht. Ook later
heb ik nooit over het kamp geschreven, wel in het alge
meen over de oorlog, maar niet over eigen ervaringen.
Ik zal dat nooit doen. Ik vind het misbruik maken van het
toeval. (Grandioos, Vroman!)
Men beweert dat bij het ouder worden de herinnering ster
ker wordt, dat de nachtmerries dertig jaar later komen, maar
ik heb daar geen last van. Ik droom nooit over het kamp, en
zelfs al zou ik erover dromen, dan nog zou ik er niet over
schrijven. Ik heb het kamp niet nodig. In mijn gedichten
wil ik de uitzonderlijkheid niet accentuereneerder het
tegendeel."
Verderop vervolgt Vroman: "Bovendien zou ik, als ik over
mijn oorlogservaringen zou schrijven, hoe dan ook, de in
druk wekken dat Japanners slecht zijn en dat is niet zo.
Japanners zijn niet beter of slechter dan andere mensen.
Door toeval ben ik in die oorlog terecht gekomen en ik
beschouw mijn kamptijd en deportatie naar Japan als een
niet zo prettig verlopen georganiseerd reisje
Goddank. Dank voor deze regelen, Leo Vroman.
5 Mei 1980 is achter de rug. En 4 Mei ook. Na 35 jaren
vertik ik het, om voor dergelijke herdenkingen, zelfs in
clichétaal, begrip op te brengen.
Wel is het zo, dat iedereen die in Rome woont, zich als
een Romein moet gedragen. Zo werd ik door mijn werk aan
een middelbare school, toch nog bij "iets" betrokken.
De school, waar ik achttien jaar voor heb gewerkt, (een
fantastische school overigens!) organiseerde een uitstapje
naar Amsterdam. Om met een stel tieners twee Joodse
tentoonstellingen te bezichtigen. U raadt het al: afgrijselijk
veel foto's van de Duitse vernietigingskampen.
O ja, in een nis vier foto'tjes van de Japanse internerings
kampen. Die combinatie bezorgde mij kippevel. Wansmaak.
Boven de verlossende uitgangsdeur hingen vier regels, in
levensgrote letters, als een onderstreping bedoeld van de
ellende die we weer allemaal hadden moeten bekijken:
Kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen,
en herhaal ze honderd malen
alle malen zal ik wenen.
LEO VROMAN
De gidse wees er ons op.
"Maar Leo Vroman zat in een Jappenkamp", zei ik, "die
heeft nooit over Belsen of Auschwitz geschreven." Dat wist
ze niet. "Maar het gaat toch allemaal over hezelfde?" zei ze.
Je doet er het zwijgen toe. Alles uit het verband gerukt. Op
zo'n moment valt er iets van je af: "Je hóórt er niet bij.
Vroeger niet. Nu niet. En nóóit niet I
Ach Lieve Heer, wat hebben we toch ontzettend veel om
nog dankbaar voor te zijn! Bij o n s horen een Leo Vroman,
een Tjalie Robinson, een Willem Brandt, Hein Buitenweg,
Rob Nieuwenhuys, Maria Dermoüt, héél die lange rij plan-
Eigenlijk vind ik elk nummer van Moes
son, en vroeger van Tong-Tong, een
herdenkingsnummer. Er is ook altijd
wel iets gebeurd, een mooi aantal jaren
geleden. Het is nu bijna vijf en dertig
jaren geleden dat ik afscheid probeer
de te nemen van Kajiyama, een van
onze burgerbewakers in Nagaoka. Hij
leek op alles waar ik in Japan van wilde
houden: hij was nauwkeurig, mooi en
toegewijd, en hartverscheurend op
recht.
Als de militaire bewaker wegliep gaf
hij ons graag rust, maar toen een keer
iemand zei dat de Amerikanen goed
waren, sloeg hij hem en vroeg mij toen
uit te leggen dat het onverdragelijk is
te horen hoe iemand die je huis bom
bardeert goed wordt genoemd. We za
ten op een warme dag te rusten op
oud roest, hij stond te leunen op zijn
gladhouten stok, Nagaoka was al ge
bombardeerd toen. Een van onze men
sen vroeg: Oorlog hier, Amerikanen
hier, Kajiyama doet wat? En hij glim
lachte nog ernstiger dan hij toch al
was: alle mannen vechten dan hier tot
iedereen dood is. Hijzelf, vroegen wij.
Hij dacht even, begon toen met zijn
stok in het zand te tekenen, het leek
eerst wel uit verlegenheid, maar hij
tekende een buik met de dikke darm
erin, wees op zichzelf, maakte de uit
leg af door een kruis te tekenen in de
dwarse darm, Een kogel? Hij knikte.
De overgave kwam een paar maanden
later. Voor we vertrokken wandelden
sommigen en ik ook naar de oude fa
briek, maar Kajiyama wilde niet uit het
kantoortje komen, een tolk zou hem
voor mij bedanken. Ik geloof dat ik de
volgende dag de kleine waaier van hem
kreeg met zijn adres erop, gelukkig
had ik dat al want het dingetje werd
nog geen week later in Okinawa ge
stolen.
Ik schreef hem een brief zodra ik in
Amerika was, ik hoopte dat alles niet
te akelig voor hem was. Het leek wel
of we vriendschappelijke paarden wa
ren geweest, door prikkeldraad nogal
onbeholpen van elkaar gescheiden,
maar dat schreef ik hem natuurlijk niet.
Ik hoorde niets, tot Leo Pelzer voor
zijn boekje contact met hem zocht.
Kort daarna kreeg ik een lange brief
van hem, natuurlijk in het Japans, die
door een Japans meisje in ons hospi
taal is vertaald. Toen ik die brief kreeg,
zei Kajiyama, was ik erg blij maar ik
HETTIE EICHHOLTZ
kon hem niet lezen. Ik ging ermee naar
de Amerikaanse autoriteiten; die
dachten toen dat ik verdacht was want
de kampcommandant was een spion
geweest, dus ze hielden de brief en
zo was ik Uw adres kwijt. Het ging wel
goed zei Kajiyama, en ik moest de
groeten hebben van de tolk.
Ik schreef hem dadelijk terug: hoe blij
ik was om eindelijk weer contact te
hebben, wat ik deed, en nog eens over
Tineke waarschijnlijk, en hoe geen oor
log vriendschap kan voorkomen of ver
nietigen, arme man wie weet wat ik
nog meer vertelde, want ik heb nooit
meer van hem gehoord.
LEO VROMAN
VOOR, TIJDENS EN NA DE
OORLOG
Een beetje oorlog,
Rob Nieuwenhuys
f 19,90
Bevrijding zonder bevrijders,
R. Verheem
- 19,75
Belevenissen van een Knil-
officier, 1942-'50, door
J. H. J. Brendgen
- 15,
SOLDAAT - RAVIJN - LAND
GENOTEN, trilogie over de
Ned. soldaten in Indonesië
- 29,50
Kwestie van Macht, Ant. v.
Kampen
-18,75
Renvilie, Ide Anak Agung
Gede Agung
-39,50
De Politionele Acties
-29,50
Boekhandel Moesson, Den Haag
14