De ondergang van de "van Imhoff"
(een ooggetuige verslag)
HEDEN EN VERLEDEN
OORLOG IS OORLOG
29
Op de 18e januari 1942 verliet de Ned. Ind. "VAN IMHOFF" de Westsumatraanse
haven SIBOLGA met 477 Duitse civiel-geïnterneerden aan boord. Het was het
derde en laatste transport der circa 2500 Duitsers, die op de 10e mei 1940 in
geheel Nederlands-lndië geïnterneerd waren en tenslotte in het centraal-inter-
neringskamp "Alas Vallei" geconcentreerd waren. Na het uitbreken van de
oorlog met Japan, zouden ze allen naar Brits-lndië gebracht worden.
Het achterschip was met planken dichtgetimmerd; het achterste laadluik was
voorzien van prikkeldraad, waarin twee deuren, waar het eten doorgereikt werd.
De volgende ochtend om 10 uur hoorde men het brommen van een Japans vlieg
tuig en machinegeweervuur. Kort daarop de detonatie van een bom (de eerste).
Het schip werd bijna uit het water getild en bleef met vernielde schroef liggen;
was niet meer in staat te manoeuvreren. Nog drie bommen werden gegooid,
waarna het schip zich op z'n kant legde. De boordwand was gescheurd.
De Hollandse bemanning verliet het schip, terwijl de geïnterneerden met het
pistool bedreigd werden. Een Duitse zeeman die zich desondanks aan een touw
in het water wilde laten zakken, werd neergeschoten.
Toen de Hollanders buiten schot waren, sloten de geïnterneerde zeelui in allerijl
de schotten en begonnen aan het reddingswerk. Maar alles wat aan werk
tuigen voorhanden was, was door de bemanning in zee gegooid! In wanhoop
sprongen sommigen in het water, meestal om niet meer boven te komen.
Er waren ook 9 geestesgestoorden, waarvan er één aan zijn verpleger ontkwam,
naar de brug rende en van daar waanzinnige bevelen schreeuwde. Hij werd
eindelijk door zijn verpleger overmeesterd, sprong in het water en sloeg met
zijn hoofd op een drijvende ton.
Intussen had men enige honderden zwemvesten gevonden en verdeeld. De pa
niek was vreselijk. Een deel der mensen had drank gevonden en was volkomen
dronken. Anderen hadden zich in wanhoop opgehangen of de polsaderen door
gesneden. De dokter, een Oostenrijks chirurg, die honderden mensen het leven
had gered, een stille man die nooit aan politiek had gedaan, nam veronal-
tabletten en stierf.
Het was intussen gelukt de twee kleine reddingsboten vrij te krijgen, die in de
touwen verward waren, en die te water te laten. In het water dreven reeds vlot
ten uit tonnen, matrassen en dergelijke. De meesten zwommen met een zwem
vest, klemden zich aan een drijvend voorwerp vast en werden door de stroming
langzaam naar zee afgedreven.
In de reddingsboten bevonden zich in plaats van 40, nu 67 personen. De boot
stak maar een handbreed boven water uit. In plaats van riemen, die ook door
de bemanning waren gebroken, werd met planken gepeddeld, waarbij men on
bewegelijk moest blijven zitten om niet te kantelen. Alleen met een zakkompas,
zonder eten of drinken, begon men in de gloeiende hitte naar de kust te roeien.
Uit stangen en tentzeil werd een zeil gezet.
De volgende ochtend kwam een rookpluim in zicht en een vliegtuig kwam aange
vlogen, een Hollander. Men hoopte op redding voor zichzelf en de achterge
blevenen op het schip. Vanuit het vliegtuig werd gewenkt en even daarna kwam
een Hollands schip, van waar met een megafoon gevraagd werd of er Hollanders
aan boord waren. Op het ontkennend antwoord draaide het schip af, zonder ook
maar wat drinkwater af te geven op ons dringend verzoek
Verlamd, als verdoemden werd de strijd om het leven weer opgenomen. Met
verwonde, gescheurde handen werd verder geroeid, met waanzinnige dorst.
Zo gaan de 21ste en 22ste januari voorbij. Men wikkelt zich natte doeken om
het hoofd, spoelt de mond met het bittere zeewater, waar men misselijk van werd.
Velen waren volkomen krachteloos en rochelden alleen nog maar: "Water". Op
de 23ste waren velen van ons bewusteloos. Een nevelstreep van ver weg land
verschijnt, maar de dag vergaat in ellende en wanhoop! De 24ste januari komt
eindelijk land in zicht, pas de 26ste brengt redding. In de branding verplettert de
boot en komen nog twee mensen om. Eenmaal aan land zinkt men in de slaap
der totale uitputting.
De Inlanders zijn vriendelijk en hulpvaardig. Dan komt de politie en de "Vrijheid"
is ten einde I
Van de 477 Duitse burgers werden er 65 gered.
Wij hadden onlangs een briefwisseling met
een lezeres, die het verleden niet kon ver
geten en op de verscheurende ellende die
Japan over ons bracht in de veertiger jaren
een betoog bouwde om alsnog de keizer
van dat land, in naam opperbevelhebber van
zijn strijdkrachten, voor de rechter te da
gen. Paradoxale situatie: wanneer, wat de
hemel verhoede, de internationale spannin
gen alsnog zouden leiden tot een gewapend
conflict, zou Nederland, daarin betrokken,
de Duitsers en de Japanners eendrachtig
aan onze zijde zien. De vijanden van giste
ren zullen dan de vrienden van heden zijn...
En wij Hirohito vervolgen!
Dit practische argument gaat voorbij aan
hen, die in het verleden blijven leven. Zij
zien daarbij ook voorbij, dat inmiddels een
nieuwe generatie geboren en getogen is
- niet verantwoordelijk voor de misdaden
van het verleden en met een totaal van die
van de dertiger jaren afwijkende geestes-
instelling van die van de Nazi's en de Ja
panse oorloghetsers. Wij gaan nu het ar
gument voorbij, dat wie zich Christen
noemt in de geest geen plaats kan inruimen
voor een de jaren trotserende haat.
Niemand zal ontkennen, dat zovelen van
ons nog lijden onder de diepe wonden, die
de Japanse bezetting sloeg. Niemand zal
vragen, die te vergeten.
Men behoeft zijn gewezen vijanden niet lief
te hebben om de realiteit van het heden te
erkennen. Haat is een slechte raadgever.
En tenslotte: wie oorlogsmisdaden wil voor
komen moet zorgen, dat er geen oorlog
komt
JHR.
Onder dit motto worden veelal eigen ge
dragingen - wandaden als u de moed hebt
ze zo te noemen - met een filosofisch ge
zicht en luchtig gebaar gladgestreken. Zo
werd tot nog toe altijd plaatsgemaakt voor
een nieuwe serie verhalen en films waarin
alle Duitsers en Japanners schoften waren,
maar gelukkig ook zwaar achterlijk, zodat
de geallieerden als wijze heilige ridders
uit de strijd kwamen.
Hoe waren wij? Het is de nieuwe generatie,
categorie liever gezegd, van auteurs en
filmmakers die genoeg heeft van de sprook
jes van Moeder de Gans en op een knappe
manier afrekenen met de super-oorlogs
held. Films als "The deer hunter", "Apo
calypse now", "Die Blechtrommel" e.a.
laten de andere zijde zien, beslist zonder
partij te kiezen voor de "tegenpartij".
Ons smetteloze imago van de Enige Recht
vaardige oorlogvoerder is allang niet smet
teloos meer. De generatie die nu gecon
fronteerd wordt met toestanden als in Viet
nam, Kambodja, Palestina, Zuid-Afrika etc.
slikt niet meer voor zoete koek, dat het van
grote moed getuigt om een schildwacht in
de rug te schieten, of een vrouw te ver
nederen die van een Duitser of Japanner
leerde houden.
Hoe zijn wij geweest tegen onschuldige
Duitse en Japanse burgers die jarenlang in
ons land leefden en werkten, onze vrienden
waren en toen op slag als vijand behandeld
en vernederd moesten worden? Zij waren
NIET allemaal spionnen!
Wij moeten nu naar waarheid vertellen hoe
het werkelijk was. En ons na 3,5 jaar af
vragen of wij zulke lieverdjes zijn geweest,
als wij ons zelf doen geloven.
L.D.