Zuid-Nederlanders in ons K.N.I,L. of
De "Révolution Beige" in Ned-Indië 1830-'31
door Dr. H. J. de Graat
Het zal niemand verbazen te horen, dat na de slag bij Waterloo (18 juni 1815) er
in het rustige Europa voor vechtjassen niet veel meer te doen viel. Overal heerste
een opmerkelijke vrede en wie nog wat wilde bakkeleien, moest maar naar de
koloniën. Vooral gold dit voor beroepssoldaten, want de miliciens, die voor hun
nummer het geweer hadden moeten torsen, konden na hun afdanking vrij ge
makkelijk in de burgermaatschappij terugkeren. Zo is het niet verwonderlijk, dat
onder de troepen, die onze koning Willem I naar het herwonnen Indië zond,
zich vrij wat buitenlanders bevonden. Vooral een aantal Zuid-Nederlanders, die
met ons sedert 1815 onder één koning stonden, vatte de kans om hun oud krijgs
bedrijf onder de Evenaar voort te zetten, met beide handen aan.
De krijgshistoricus Louw geeft in zijn
zesdelige Java-oorlog de korte stam
boeken van zo'n 375 officieren, die
tegen de grote opstandeling pangéran
Dipa-Negara in het veld zijn geweest,
en daarvan kwam een 80-tal uit het
zuiden. Niet enkel waren dit Vlamin
gen, doch ook z.g. Luiker-Walen en
Brusselaars. Zij die Nederlands spra
ken, hadden met de Hollandse com
mando's niet de minste moeite, terwijl
de Franssprekenden, ten minste als
zij officieren waren, wel collega's kon
den ontmoeten, die nog zo wat Frans
brabbelden, want Frans was en bleef
nog lang de modetaal.
Onder die Zuid-Nederlandse vetera
nen in Indië treffen we vrij wat ver
maarde namen aan. Daar is vooreerst
generaal Joseph Jacobus van Geen,
in 1773 te Gent geboren. Deze begon
zijn militaire loopbaan als cadet bij de
jagers, die tegen het Oostenrijkse be
wind in 1790 in opstand waren ge
komen. In 1791 ging hij over in Franse
dienst, deed mee aan de verovering
der Nederlanden in 1794-95 en ging
daarna over bij onze Bataafse Repu
bliek. Zo deed hij in 1799 mee in de
veldtocht tegen de Engelsen en Rus
sen, die Noord-Holland waren binnen
gevallen. In de jaren 1805 en 1806
diende hij onder Napoleon als com
mandant van een bataljon jagers, werd
in 1807 luitenant-kolonel en bij de
garde geplaatst. In 1809 hielp hij Zee
land tegen de Engelsen verdedigen,
maar tijdens de inlijving van ons land
vocht hij in Spanje.
Na het herstel onzer onafhankelijkheid
ging hij in Nederlandse dienst over
als generaal-majoor en werd tot com
mandant der vesting Namen benoemd.
Daar hem de saaie garnizoensdienst
verveelde, trok hij in 1820 naar Indië,
waar hij zich in Zuid-West Celebes
onderscheidde. Toen de Java-oorlog
uitbrak, trad hij daar op als luitenant-
generaal. In 1827 keerde hij reeds naar
Nederland terug, en werd opnieuw te
Namen aangesteld. U ziet het, een
afwisselende militaire loopbaan, die
hem tot in de hoogste rangen bracht.
De jongere Johannes Baptiste Clee-
rens, in 1785 te Antwerpen geboren,
deed mee aan veldtochten in Spanje
en Rusland en werd in 1814 onder
inspecteur der militaire administratie.
Daar hem dit verdroot, trok hij ook
naar de Oost en nam als luitenant
kolonel deel aan de Java-oorlog. In
1826 werd hij kolonel en in 1829 ad
judant van generaal de Koek. In die
functie trad hij op bij de onderhande
lingen met Dipa-Nagara, welke tot
diens gevangenneming leidden.
Tot de Zuid-Nederlandse militairen
waren ook de gebroeders de Stuers
te rekenen, die het beiden tot Indisch
legercommandant brachten. Immers,
hun geboortestad Roermond stond bij
hun geboorte in 1788 en 1792 nog on
der Oostenrijks gezag en werd pas
in 1815 met het Noorden verenigd, ter
wijl deze stad van 1830 tot 1839 door
Belgen bezet was en zelfs nog af
gevaardigden naar de Belgische Ka
mer in Brussel zondWij kunnen
hen dus geredelijk als Zuid-Nederlan
ders beschouwen.
Ten slotte hebben we Léonard Pierre
Joseph Du Bus de Gisignies, die te
Dottignies in Oost-Vlaanderen het le
venslicht zag. Hij was commissaris-
generaal van Ned.-Indië, opvolger van
de G.G. van der Capellen. Als hoofd
der strijdkrachten had hij ook met het
KNIL te maken. De Koning, die zijn
Zuidelijke onderdanen voor de kolo
niën wilde interesseren, had reeds
meermalen gepoogd Zuid-Nederlan
ders voor de Raad van Indië aan te
luit.-generaal baron Van Geen Gentenaar
trouw aan de Koning
trekken, doch alle aangezochte heren
hadden beleefd bedankt. Ten slotte
had de Koning Du Bus gevonden, die
op 10 augustus 1825 werd benoemd,
kort voor het uitbreken van de Java-
oorlog, de zwaarste strijd, waarmede
wij tot dusverre te maken kregen. De
bedoeling van Du Bus' uitzending was
bezuiniging na het dure bewind van
zijn voorganger, maar die bezuiniging
tijdens een extra dure oorlog maakte
hem niet bepaald populair. Begin 1830
legde hij zijn ambt neer en keerde
naar de Lage Landen terug. Doch be
halve deze hoge heren zullen nog dui
zenden eenvoudige Vlaamse soldaten
in het K.N.I.L. gediend hebben, ook
al vielen die natuurlijk niet zo op.
Laten wij thans eens nagaan, hoe die
talrijke Zuid-Nederlanders reageerden
op de berichten, die hen pas in 1831
bereikten over de strijd in hun ge
boorteland.
In de eerste dagen van augustus 1831
naderde een Zuid-Nederlands schip,
de "Ortelius", gedoopt naar de be
roemde Antwerpse geograaf, de Ne
derlandse wateren, toen het vernam,
vermoedelijk van een gepraaide te
genligger, dat wapenstilstand tussen
Belgen en Hollanders verbroken was
en de vijandelijkheden weer begon
nen waren. Op 2 augustus 1831 was
de 10 daagse veldtocht begonnen. Op
grond van dit bericht achtte de gezag
voerder het beter, de Nederlandse
havens te mijden, doch op een Engelse
rede het anker te laten vallen. Nu
had de "Ortelius" Batavia op 11 maart
1831 verlaten, op welk tijdstip het
nieuws over de gebeurtenissen te
Brussel e.a. Java al bereikt had. Hier
van schijnt de Zuid-Nederlandse ge
nie-officier P. A. Huijbrechts zó onder
de indruk te zijn geraakt, dat hij zijn
legeronderdeel in de steek liet en zich
op de "Ortelius" inscheepte. Later
wordt hij daarom eenvoudig een "de
serteur" genoemd. In Engeland aan
gekomen, reisde hij door naar Londen,
waar hij de vertegenwoordiger der
voorlopige Belgische regering Van de
Weijer opzocht en verhaalde, "dat de
troepen op het eiland Java in opstand
(waren) geraakt en dat de Belgen, daar
zij talrijker dan de overige Europea
nen waren, zich van het gezag meester
gemaakt en eene Regeering in naam
der Belgische natie daargesteld (had
den). Het gansche eiland had zich aan
die Regeering onderworpen".
De Belgische gezant vond dit leugen-
bericht zó belangrijk, dat hij het da
delijk naar koning Leopold doorzond,
die pas in België geland was en zich
nu met de minister van oorlog Con
stant d'Hane in het hoofdkwartier te
Aerschot bevond. De nieuwe koning
kon dit fraaie nieuws best gebruiken,
want zijn Maas-leger had reeds bij
Hasselt het onderspit gedolven en ook
het Scheldeleger zou weldra bij Leu
ven aan het kortste eind trekken.
Zijne Majesteit haastte zich het fan
tastische nieuws over de Belgische
omwenteling op Java naar Brussel
door te zenden, waar men het zelfs in
32