10 Mei Herdenking Het is 1941. Op 10 mei was het een jaar geleden dat de Hitlerhorden met bruut geweld ons Moederland, ons Nederland, binnenvielen. Koningin Wilhelmina zetelt met haar regering in Londen. Vanuit de Engelse hoofdstad spreekt de Vorstin haar onderdanen, in de bezette gebieden, moed in. Haar woorden vinden weer klank in het, toen nog vrije, Nederlandsch-Oost-Indië. Een ieder, van welk ras, geloof, kleur of politieke richting hij, of zij, ook was, droeg bij voor de oorlogs inspanning tegen het Nazisme. Collectebussen voor het Spitfirefonds voor jacht vliegtuigen en bommenwerpers werden gerammeld en gevuld. Oud-ijzer en aluminium werd verzameld. Het inkomen van een dag werd ter beschikking ge steld voor de oorlogvoering. Zelfs door de eenvoudige huisbediende en de een voudige desaman. Het was geweldig. Allemaal voor het goede doel: het ver slaan van de as Berlijn-Rome. Wie dacht toen aan een as Berlijn-Tokio? Dat kwam pas na "Pearl Harbour". Wij, gewone burgers van de Neder landse kolonie, waren verontwaardigd; zelfs nog op die 10e mei 1941. De inval werd herdacht met parades, op tochten en andere demonstraties van trouw aan Koningin en Nederland. Er werden ook speciale diensten gehou den in mohammedaanse, christelijke en boedhistische bedehuizen om te bidden voor het Nederlandse volk in Europa. Nu gaan we naar Buitenzorg, op Java, waar ik het één en ander van nabij meemaakte; 39 jaar geleden. Er was een tijdelijk herdenkingsmo nument opgericht rondom een vlagge- mast waaraan de Nederlandse drie kleur halfstok hing. Bij toerbeurt stond, op elk van de 4 hoekpunten, een (mi- litie)-adjudant-onderofficier, roerloos, een kwartierlang, op wacht. Strak voor zich uitkijkend. De getrokken klewang in de "Geeft-Acht"-houding. De mili tairen leken onberoerd door de vele bloemen die devoot werden neerge legd. Om 22.00 uur precies werden overal de vlaggen eerst voluit gehesen en daarna gestreken. Bij het licht van schijnwerpers, geplaatst op de 4 hoe ken. De parade op het exercitieterrein, bij het kampement van het XlVe Ba taljon Infanterie, was een manifestatie van trouw en paraatheid. Niet groot, maar indrukwekkend door de geweldi ge belangstelling uit alle lagen der be volking. Even gemêleerd als deze toe- Dit artikel werd ons toegezonden in april. Technische redenen beletten ons het te publiceren in ons mei nummer. Daar wij het toch op prijs stellen deze bijdrage van een lezer te publiceren hebben wij haar aan gehouden tot dit nummer, dat in hel bijzonder gewijd is aan het einde van de oorlog, van onze kant be keken. Het slot hebben wij niet ver anderd ofschoon het antwoord op de vragen die de schrijver stelt in middels is gegeven I (Red. Moesson) schouwers waren, even veelsoortig waren de samenstellende groepen van het bataljon. Europeanen, Indo-Europe anen, Javanen, Menadonezen, maar ook enkele Zuid-Afrikaners en Surinamers deden mee. Veelsoortig en gemengd was alles wat daar op, of om, het pa radeterrein stond, zat dan wel liep. Met zijn vele toekangs djoealan er tussendoor. Op de Bataviase weg de dogcars en delemans zigzaggend, als ze niet stilstonden. Paraderend, schouwend, biddend, ho pend. Al deze uitingen betroffen slechts de herdenking van één enkele gebeurtenis. Ons Nederland, daar in het verre Europa, zuchtte reeds één lang jaar onder de Duitse oorlogs laars. Ons Nederland waarmee we verbonden waren door geboorte, afstamming, vriendschap, lessen, ver- Op 10 mei 1941 vonden in het toenmalige Ned. Indië talrijke manifestaties plaats om de inval in het Moederland te herdenken. Op de foto een parade in Buitenzorg. halen of - en dat mag ook worden gezegd - doordat wij in een Neder landse kolonie leefden. Eén jaar geleden!? Neen, 40 jaar ge leden I I Veertig jaar. Wat een tijd! En wat is er sinds die 10e mei 1941, ge beurd!? Nu staan er in Buitenzorg, of waar dan ook in die archipel, waarvan wij de eilandenrijkdom begonnen op te dreunen met Sumatra, Java enz., geen KNIL-onderofficieren bij de Ne derlandse vlag. Of worden er vrolijk vlaggetjes gezwaaid om de bevrijding van de Lage Landen aan de Noordzee, in mei 1945, te herdenken. Niets van dat al. Nederlands-lndië is Indonesië gewor den. Geen kolonie maar een Repu bliek. De Indo-Europeanen van toen zijn er niet meer. Letterlijk én figuur lijk. Voor zover zij nog leven, trachten zij in hun Nederland, waar zij eens voor inzamelden, bijdroegen én vochten, hun identiteit te behouden. Steeds weer proberen zij hun land genoten te overtuigen dat zij welis waar Indische-Nederlanders zijn maar toch Nederlanders. Zoals de Fries, de Limburger en noem maar op. En geen Indonesiër. Dat zij als zodanig rechts- erkenning verwachten, van datgene wat zij, in het voormalig Nederlands- Oost-lndië deden, voor Nederland. En die rechtserkenning niet moeten heb ben van welke Indonesische president of -regering ook. Omdat zij, als Ne derlanders, te zamen met de tótóks en de baroes, uit Nederland, én het be- roepsdeel van het KNIL èn de in heemse militie, vochten tegen het aziatische deel van de as. De As waarvan het begin in Duitsland lag. Met een sinistere mijnheer Hitier als dirigent van het oorlogsgeweld. Dat zij, door hun Nederlandse natio naliteit het internerings- of krijgsge vangenkamp ingingen. Dan wel ont beringen en vernederingen ondergin gen, voor zover ze buiten de kampen bleven omdat ze meer dan 50% azia- tisch bloed hadden, of wisten onder te duiken. Dat de Indo-Europese tawa- nans "neen" zeiden toen de Jap hun de mogelijkheid van invrijheidstelling voorspiegelde als ze gehoorzaamheid en onderwerping aan de bezetter be loofden. Dat deden wel hun Indone sische, en de zich daaraan gelijkge- steld-voelende Indische, lotgenoten. Ook de meeste Ambonnese militairen zeiden "neen". Deze moedige leden van de Indische maatschappij bleven principieel in hun opvattingen van trouw aan het Koningshuis en de Ne derlandse vlag. 39 Jaar geleden herdachten zij allen het verloren gaan van de Nederlandse vrijheidin vrijheid. Op 8 maart 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1980 | | pagina 8