poirrié
De Indische mensen in het verzor
gingshuis "DENNENRUST"
Taaionrust in "Dennenrust"
HERSTEL VAN DE BOROBUDUR
VORDERT
"Dennenrust" heeft een bevolking die een doorsnee is van de vroegere Indische
samenleving, zowel wat betreft de "raciale" als de "sociale" achtergronden.
Indische Nederlanders vormen de meerderheid, maar ook totoks en Indonesiërs
vinden er een tehuis. Met z'n allen zijn we Indische Nederlanders in die zin dat
we ons zowel Indisch als Nederlands voelen, met hoogstens een licht accent
op één van beide.
In kleding en voeding, in het spreken, een enkele maal in de recreatie of in
de lectuur (er wordt bij ons meer en beter gelezen dan in de meeste verzor
gingshuizen volgens de provinciale bibliotheekmensen) vindt men de herinnering
aan en de liefde voor het "Indische" terug, maar het vormt niet meer het groot
ste deel van onze habitus. Daarvoor zijn de meesten van ons te lang en te sterk
in het Nederlands maatschappelijk verkeer betrokken geweest na de repatriëring.
Wat betreft de vroegere arbeid is en was er een staalkaart van beroepen: ge
westelijk hoofd ijkwezen, hoofdgriffier bij de Landraad (beide helaas kortelings
overleden), hoofdverpleegster, planter, huisvrouw, echtgenote van KNIL-onder-
officier, schoolhoofd, administrateursvrouw, chef(fin) bij de P.T.T., vertegen
woordiger voor heel Oost-lndonesië van een grote Amerikaanse firma, klerk,
zendingspredikant (2), onderwijzeres, journaliste, bureauchef, enz.
Sommigen houden ervan Maleis door hun spreken te mengen, enkelen spreken
en verstaan nagenoeg geen Nederlands, maar de beide groepen vormen niet
meer dan 10% van onze bevolking. Verreweg de meesten spreken nooit anders
dan beschaafd Nederlands. Juist onze Indische mensen spreken beter Neder
lands dan het gros van de Nederlanders.
"Dennenrust" is een prettig huis om in te wonen. Je bent er vrij, het is er on
gedwongen en er is grote aandacht voor ieder persoonlijk. We zijn geen achter
gebleven gebied, zoals recente publicaties in de pers zouden kunnen sugge
reren. In veel opzichten lopen we als verzorgingshuis voorop. Niet alleen qua
inrichting en organisatie, maar ook wat betreft de sfeer waarin alle geledingen:
bewoners, personeel, directie en bestuur elkaar steeds ontmoeten en met elkaar
kunnen praten. Het peil waarop "Dennenrust" staat, materieel en immaterieel,
mag er zijn. TH VAN DER SLOOT
vz. bewonerscommissie en gepens. leraar.
Onder een ferme kop "Maleis spre
kende helpsters gezocht" en "Meeste
bejaardenverzorgsters zijn taal van
Indische Nederlanders niet machtig",
vroeg de Telegraaf van 6 augustus j.l.
aandacht voor een probleem. De ver
slaggeefster had zich voor dit artikel
speciaal geconcentreerd op het be
kende tehuis "Dennenrust" in Wage-
ningen waar inderdaad een groot deel
van de inwoners uit mensen-uit-lndië
bestaat.
Natuurlijk ontbrak in het - overigens
goedbedoelde - verslag de nuance en
werd er de indruk gewekt of er door
lopend een babylonische onverstaan
baarheid in Dennenrust zou heersen.
Ingezonden stuk van de heer Van der
Sloot zal deze indruk ongetwijfeld
wegnemen.
Er werd in het artikel van de Telegraaf
gesproken over vrouwen van KNIL-
officieren die geen woord Neder
lands verstonden, over brieven in de
Bahasa Indonesia die niet vertaald
konden worden, over noodsituaties
waarbij zieken niet konden duidelijk
maken wat hen mankeerde, enz. enz.
En dan slechts drie verpleegsters, twee
werksters en een Indonesische kok
die de taal spraken Er moesten dan
in hemelsnaam maar Indonesische
werkkrachten worden aangetrokken
Gezien het feit dat in Nederland alles
35 jaar te laat komt, las ik deze re
portage met de nodige reserves. Ik
De restauratie van de Borobudur, het
uit de achtste eeuw daterende boedd
histische tempelcomplex bij Magelang
op Midden-Java is voor zeventig pro
cent achter de rug. Nu rest alleen nog
het herstel van de westelijke en oos
telijke delen, zegt dr. Soekmono die
de leiding heeft over de herstel-werk
zaamheden en hij verwacht dat daar
mee in oktober 1982 gereed zal worden
gekomen.
Soekmono levert kritiek op de res
tauratie die tussen 1907 en 1911 onder
Nederlands bestuur werd verricht.
Deze was "technisch geslaagd" maar
enkele delen van de tempel zijn niet
in hun oorspronkelijke positie ge
plaatst, aldus Soekmono. (ANTARA).
denk aan de jaren '50, toen een stroom
van Indische oudjes (repatrianten) over
alle uithoeken van Nederland werd
verspreid, totaal onbekend met ge
woonten en dialecten. Niemand be
kommerde zich er toen om! De wan
hoopsbrieven kwamen toen wel bij
Tong-Tong en Tjalie terecht!
En nu na 35 jaar - hoe bestaat het! -
ontdekt men ineens het schromelijk
gebrek en slaat men alarm op een
manier die de bewoners van Dennen
rust reden geeft tot verontwaardiging.
Maar één ding staat vast: er blijft een
tekort aan Maleis/Indonesisch spre
kend personeel en het blijft absurd
dat men er nooit eerder aan gedacht
heeft Indonesische meisjes die zitten
te springen om een baan in Neder
land, aan te trekken.
Wel gastarbeiders uit andere landen,
maar niet uit Indonesië! Als we dan
ook de moed zouden kunnen opbren
gen om de hand in eigen boezem te
steken: toch wel schandalig dat onder
de tienduizenden Indische meisjes er
zo weinig belangstelling bestaat om
een baan als bejaarden-verzorgster te
entameren. Zo weinig behoefte om de
taal die hun ouders en grootouders
kenden ook te leren of te onderhou
den. Excuses om het niet te doen zijn
er te over, altijd. Maar wordt het niet
eens tijd om aan te leren wat ver
leerd is?
Men hoeft geen vloeiend Bahasa In
donesia te kennen om de oudjes in
de tehuizen te verstaan. Met het ge
moedelijke huis-tuin-en-keuken Maleis
is de grootste moeilijkheid overwon
nen. Wat een geluk voor de Omaatjes
en Opaatjes één van hun eigen "kin
deren" om zich heen te hebben, al was
het maar voor een paar uurtjes per
dag. Waarom is het gewoonste on
mogelijk geworden in deze tijd?
L.D.
GEBRUIK H4NDEN
&YERST4ND
MET VERST4ND
Alles habis,
sorry,
maar met
jullie accent is
er toch wel
een
TV-auditie
te versieren?
8