Niet het verleden maar het heden beleven
IË1ËÉ,
Terug van een reis naar Indonesië vloeien hart en pen bij de meesten over. Met
zo'n enthousiasme wordt over de ervaringen geschreven dat ze toch altijd weer
een plaatsje in ons blad waard blijken. Ibu Lisa's reis naar Sumatra en Menado
leverde ook nu weer een paar aardige bijzonderheden op die we u niet willen
onthouden. Toch willen we er op wijzen: schrijf niet over de algemeenheden
die vooral in groepsreizen onvermijdelijk zijn. Uw artikel zal anders drastisch
moeten worden bekort of kan misschien helemaal niet worden opgenomen.
Red. Moesson
Zeer hulpvaardige gidsen en prima
chauffeurs. T. Sophian was onze gids
in Medan, voor het eerst was ik in
deze stad maar ik vond er geen be
koring van uitgaan. Het was een eerste
indruk en er was geen gelegenheid om
onze slechte mening te leren herzien.
Het centrum stinkt en walmt door het
verkeer, de buitenwijken zijn wat vrien
delijker. We bezochten de moskee en
het paleis van de sultan van Deli, in
teressante objecten, het paleis niet
alleen om het gebouw zelf, maar zeker
om al het zo erg oude van het inte
rieur. "Tempo dulu" tastbaar aanwezig,
maar ook aan te voelen door de sfeer
die de oude foto's uitstralen. In een
afgesloten ruimte wonen nog nazaten
van de sultan. De tocht naar het Toba-
meer liet Sumatra van een betere zijde
zien, de blauwe stadswalm lieten we
graag achter ons! Geweldig om zo
maar stil te zitten kijken naar het To-
bameer vanaf je terrasje van het hotel
te Parapat, goed dat het zó donker
wordt dat je niets meer ziet en met
een gerust hart kunt gaan slapen zon
der het idee te hebben dat je je tijd
verslaapt. In juni weinig toeristen, we
maakten een rustige tocht over het
meer naar Samosir en "deden" het
eiland zonder een groep bezoekers;
de batakcultuur voor ons interessant
omdat die zo heel anders is dan wat
we op Java zagen. Dat is ook een fac
tor waarom Indonesië blijft boeien, de
vele eilanden waarop de bewoners
hun eigen leven leiden onder die ene
noemer "Indonesia". Na het bezoeken
van de overbekende, heel aantrekke
lijke objecten, moet je eigenlijk op ont
dekking gaan naar wat niet in de reis
gidsen wordt genoemd. Naar Parapat
reden we via Berastagi, terug naar
Medan over Pematang Siantar, wat
een plezierige plaats! In Medan voor
de tweede keer luchen in de "Medan-
club" blijkbaar een oude soos van of
ficieren Veel wat nog herinnert aan
die tijd, meubels en het gebouw zelf.
Al dat oude kan in de verleiding bren
gen om in het verleden te gaan leven,
vergelijkingen te trekken en dan wordt
gemakshalve vergeten dat de tijd niet
stil blijft staan, er elke seconde over
al iets verandert, dus zeker in 40 jaren!
Maar al die zichtbare herinneringen
van "toen" spelen wel mee om je thuis
te voelen in dit land. Onze gids had
een rijsttafeltje voor ons besteld, heel
lekker. Onderweg attendeerde hij ons
ook op de plantengroei en bomen: ka
neel (kayu manis), koffie, kruidnagel,
cacao - helaas geen rijpe cacaovruch-
ten want het vlees rond de pit is eet
baar - rubberbossen, interessant voor
hen die voor het eerst leerden hoe
rubber getapt wordt.
Afscheid van Medan en de gids T.
Sophian, een hartelijk welkom te Jakar
ta door de nitourgids Sastro, een wat
oudere, zeer enthousiaste man. We
bespraken met hem een tocht door
Jakarta, boften dat het een mohamme
daanse feestdag was, dus in de stad
minder druk dan we eerder meemaak
ten.
Na een overnachting in Jakarta naar
Sulawesi, we landden op het vliegveld
te Manado en werden door bekenden
begroet. Nitour had ons doorgegeven
in de zorgzame handen van Oriental
Pacific met als directeur de heer J.
Kaligis. Een welkomstdrankje en een
orchidee-corsage, terwijl onze bagage
werd verzorgd. We ontmoetten oude
bekenden en maakten nieuwe kennis
sen. Een flinke trip was de tocht naar
Kota Mobagu met overnachting. Voor
we, na de rust, het plaatsje gingen ver
kennen werd het avondeten besproken,
o.a. saté ayam. Vers van het mes, want
schuin voor ons terrasje werd een kip
bij de vlerken gepakt door de "man
met het zwaard" ik ging een poosje de
kamer in en toen ik weer durfde kij
ken zag ik een kip zonder kop. Des
ondanks: het avondeten smaakte heer
lijk! Ook aan Kota Mobagu houden we
goede herinneringen. Aan oud-domi
nee Korompis en aan de ontvangst bij
de Regent en Mevrouw. Een prachtdag
werd onze dag op het eiland Siladen
in de baai van Manado. We voeren er
in drie kwartier heen, behalve weinig
vaste bewoners geen andere mensen
op het eiland dan onze kleine groep,
heerlijk in zee gezwommen, lekker van
de goed verzorgde luch gegeten, een
picknick in alle rust van de natuur, een
rijke vondst aan grote en kleine schel
pen. Deden we drie kwartier over de
heenvaart, terug werden het 3 uren en
gingen we als "schipbreukelingen" aan
land! Niet ver van Siladen de eerste
motorstoring, door nog een paar ge
volgd, toen raakte de benzine op en
werd met een van oorsprong wit
te lap naar op afstand passerende
prauwen gezwaaid, aan prauwen zon
der motor hadden we natuurlijk niets,
evenmin aan prauwen met motor maar
zonder reserve benzine. In een helm
werd de weinige brandstof die gemist
kon worden, overgeheveld en we kon
den weer een stukje varen tot opnieuw
naar benzine gevlagd moest woden!
Op sommige plekken kon het anker uit,
op andere plaatsen niet en dan dreven
we zoetjes naar zee af. Toen het don
ker begon te worden was het echt niet
leuk meer, niet ver uit de kust ging de
benzine weer op en er was geen boot
in de nabijheid te zien. Met een lange
stok en een stuk triplex roeiden Henky
en de "schipper" naar land dat in zicht
was. Schoenen uit om door een stuk
ondiep water het land te bereiken, op
het droge de sepatu weer aan en daar
sjouwden de schipbreukelingen langs
het donkere strand en een kampong
naar de weg en naar het huis van de
eigenaar van Siladen, de heer Rahasia.
De kampongbewoners bekeken ge
amuseerd de optocht die zo onver
wacht langs hun huizen trok en de vele
zwarte biggetjes knorden verbaasd!
In Medan werd een bezoek gebracht aan de grote moskee
14