ALOR 1925
INDONESIË
1981
terug naar toen
MALEIS
BÜRO VAN VULPEN
Ze zaten samen in hun voorgalerijtje, een beetje onder de indruk van zijn "mor
gen" voor 14 dagen op tournee gaan, de eerste maai nadat ze hier een maand
geleden op Alor waren aangekomen. Ze hadden elkaar in Breda leren kennen,
waar hij een enthousiast student op de K.M.A. was. Haar ouders hadden een
bloeiende suikeronderneming op Java waar ze een heerlijke onbezorgde kinder
tijd had. Nadat ze met haar moeder volgens de Klerks methode, het ideaal voor
alle Europese kinderen, die niet in de buurt van een Hollandse school woonden,
de 6 klassen van de Lagere School had afgewerkt, ging ze naar Batavia om daar
verder het middelbare onderwijs te volgen.
Toen ze 16 was ging de familie naar
Holland en daar haar beide broers de
wens te kennen hadden gegeven zo
gauw mogelijk als officier van gezond
heid weer in Indië terug te komen
vestigde de familie zich in Breda. Na
een jaar gingen haar ouders weer
terug maar zij zelf en haar broers
bleven in Breda.
Voor het hollandse klimaat had ze
maar één woord: "pure ellende", mèar,
moest ze toegeven, voor een uitgaand
meisje had Breda ongekende vreugden
en knap als ze was, was het aantal
veroveringen niet te tellen. Tot de
slanke, blonde luitenant plotseling voor
haar stond. Toen wist ze meteen, hij
en geen ander. Daar hij aan het eind
van zijn studie was, trouwden ze zo
spoedig mogelijk, om enige weken na
aankomst, als luitenant geplaatst te
worden op Alor. Voor hem die van
Indië nog niets gezien had was het een
groot avontuur; voor haar, geboren op
het prachtige Java, was het een heel
grote overgang.
Alor is een van de Kleine Soenda ei
landen en in de droge tijd, die maan
den duurt, is het een dor en onherberg
zaam oord en dankbaar dacht ze: voor
de drie maanden oude baby, die zo
lang al op blikken melk geleefd had,
had ze een kist vol meegebracht. Hij
was de laatste weken wat huilerig ge
weest maar het leek haar, na dat ge
sjouw van de ene paketboot op de
andere en tot slot zelfs nog in een
prauw, niets bijzonders. Maar in haar
hart hoopte ze wel, dat ze gauw over
geplaatst zouden worden. En nu zou
haar man morgen voor 14 dagen op
tournee gaan. Het benauwde haar wel,
maar "je mag het niet tonen", zei ze
tot zichzelf. Toen hij weg was begon
de baby nog extra hard te huilen. Hij
verlangt naar zijn Pappie, zei kokki, die
evenals de andere bedienden nog
nooit van Java weg was geweest. U
moet maar iets van Toean aan zijn wieg
hangen, een pyamajasje is wel goed.
Veel vertrouwen had ze er niet in,
maar kwaad kon het in geen geval.
Geeft U hem maar wat rijstwater, zei
kokki. Even was hij stil, maar kort
daarna begon het zielige huilen op
nieuw. Dat houd ik niet uit, zei ze,
kokki, er moet hulp komen. De huis
jongen, hoewel ook Javaan, had zich
gemakkelijker kunnen aanpassen dan
kokki en zei: aan de overkant ligt Ti-
mor, daar is vast een controleur of
een A.R. U kunt het beste een Aiorees
met een briefje naar de overkant stu
ren en om hulp vragen. Gelukkig werd
er spoedig een stevige Aiorees ge
vonden, die bereid was te gaan.
M'n man en ik zaten in Atamboer 400
m hoog en genoten op ons terras van
een heerlijke maanavond. Met een
kuchje stond onze oude huisjongen
voor ons. Er is een man uit Alor en
hij heeft een briefje bij zich van Njonja
Luitenant. De "orang Alor" haalde een
briefje uit zijn kunstig opgemaakte
haardos. "Baby doodziek, smeek ten
spoedigste medische hulp."
Eén gedachte flitste door ons hoofd.
Gelukkig ligt de Gouvernements Sto
mer in Koepang. Direct bevel opstomen
naar Alor en moeder en baby ophalen.
Ellendige uren vol spanning voor ons.
Zou het al niet te laat zijn? Gebeden
hebben we dat het nog niet te laat zou
zijn. Toen ze aankwamen was het nog
erger dan we gevreesd hadden, maar
het babytje leefde nog. En, zei de dok
ter, nadat hij alle vragen had gedaan,
laat U nu dat blik eens zien waaruit U
de melk geeft. Z'n kalme rust en har
telijke stem hielden ons op de been.
Mevrouwtje, zei hij, nadat hij een blik
zorgvuldig had bekeken, die Chinees
die U die kist heeft verkocht mag wel
eens een flinke afstraffing hebben. Die
kist is al veel te oud. Gooi die hele
blikkenvoorraad maar meteen weg dan
zullen we baby wel gauw fit hebben.
Kijkt U eens naar de binnenkant van
het blik. Maar dokter, dat is schimmel.
Ja mevrouw, zo zou baby ondanks al
Uw angst en goede zorgen aan ver
giftiging zijn dood gegaan. Gelukkig
hadden we een prachtig gazon en wa
ren in het bezit van een Balinese koe,
zodat baby dagelijks verdunde koe
melk kreeg en al spoedig groeide als
kool. Ze zijn enige maanden bij ons
gebleven, wat voor mij ook erg gezel
lig was, want mijn man was veel op
tournee. Haar man kon gelukkig mak
kelijk overwippen en bracht na enige
tijd de heuglijke tijding dat hij overge
plaatst was naar Java.
Mocht het babytje van toen, dat nu
een man van 60 jaar zal zijn, bij
toeval dit verhaaltje lezen en na zoveel
jaren toch nog zijn moeder en zichzelf
er in terugvinden dan zou ik, die dit
gebeuren indertijd zo intens heb be
leefd, toch erg graag weten hoe het hen
verder is gegaan. De mocco mocco
die ik als souvenir kreeg is mijn hele
leven met mij mee gegaan. Ik ben nu
90 jaar en mijn adres is bekend bij
Moesson.
22 juli 1980. De eerste zonnige dag,
windvrij, na wekenlang regen, wind en
kou! Ik heb het voorspeld: als ik uit
ga, dan is het goed weer, in elk geval
droog! Met ongeveer 100 bejaarden
gingen wij naar de Gelderse vallei. Nu
ga ik al 15 jaren mee uit met de club
en we weten dus zo'n beetje wie bij
wie hoort. Nu noem ik de betrokkenen
"zij en ik".
Wij hebben één ding gemeen: allebei
jaren lang in Indië gewoond en beiden
weduwe. Zij totok van iemand, toen bij
de factorij werkzaam, nu rijk! Ik, van
een ambtenaar bij V. en W., nu tevre
den!
Wij gingen dus samen een dagje uit.
En reden voor de afwisseling in een
paardentram, 3 p.k. Fantastisch, door
de natuur die die dag, door de zon
gekust, prachtig groen opsteeg en een
rust...! Ik werd er stil van en ergerde
me zo aan haar op- en aanmerkingen.
Natuurlijk vond zij de tram niet zo snel
als haar Amerikaanse slee! Onze blik
ken kruisten elkaar en zij zei: "Ik ken
U wel."
Ik: "Leuk, zo'n herkenning".
Zij: "We kunnen beter lopen naast dit
ding, dan schieten we tenminste op.
Bovendien wij (zij en ik) zijn KAWAT."
Ik: "Wat blieft?"
Zij: "Kawat..." en zij maakte de be
weging van een gewichtsheffer en
herhaalde: "KAWAT!"
Ik: "Koewat bedoelt U zeker? KAWAT
is ijzerdraad."
Zij: "IJzerdraad? Ach, natuurlijk," en
met een air: "Ja, daar sprak ik nóóit
maleis!"
Ik: "Hier wel? Ik juist hier niet. De
mensen zouden mij voor gek verslij
ten."
Zij: "Ik ga maar bij die man buiten
staan, dan zie ik meer."
Ik, grinnekend"Gelukkig!"
P. JÜCH-ARNOLD
HET PROGRAMMA IS UIT
Direkt even aanvragen bij:
specialisten in Indonesiëreizen
Gedempte Gracht 70 - Zaandam
Telefoon 075 - 162508 179922
Mevr. J. W. VAN LITH